Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-10769

van Martine Taelman (Open Vld) d.d. 9 januari 2014

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken

Rwanda - Oorlogsmisdadigers - Uitlevering

Rwanda
oorlogsmisdaad
uitlevering

Chronologie

9/1/2014Verzending vraag
28/4/2014Einde zittingsperiode

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10770

Vraag nr. 5-10769 d.d. 9 januari 2014 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Nederland en Rwanda hebben afgesproken dat ze elkaars onderdanen gedwongen mogen terugsturen. Dat maakte het ministerie van Veiligheid en Justitie bekend. Hierover werd door de Nederlandse bevoegde minister een overeenkomst ondertekend met zijn Rwandese ambtgenoot.

Nederland heeft ook afgesproken Rwanda te helpen bij het versterken van de immigratiedienst. Er bestaat tussen beide landen al een intensieve samenwerkingsrelatie op het gebied van justitie. De opsporing en vervolging van oorlogsmisdadigers is daar onderdeel van. In de nasleep van de Rwandese genocide in 1994 zijn veel oorlogsmisdadigers naar Europa gevlucht. Bij die oorlog tussen de Hutu's en de Tutsi's kwamen 800.000 mensen om het leven.

In oktober oordeelde de Haagse rechtbank dat een van genocide verdachte Rwandees door Nederland mag worden uitgeleverd aan Rwanda. De verdachte zal nu in Rwanda worden vervolgd. Gezien de historische banden met Rwanda verblijven veel Rwandezen in ons land en is het meer dan waarschijnlijk dat ook in ons land oorlogsmisdadigers verblijven.

Ik heb dan ook volgende vragen voor de geachte minister:

1) Hoe reageert u op het akkoord tussen Nederland en Rwanda om genocidaires uit te leveren aan Rwanda en tevens intensiever samen te werken wat betreft justitie? Kan u uitvoerig toelichten?

2) Kan u aangeven hoeveel verdachten van oorlogsmisdaden in Rwanda momenteel in ons land verblijven,hoeveel van hen respectievelijk de laatste vijf jaar in vervolging werden gesteld en hoeveel van hen werden veroordeeld en/of uitgeleverd? Kan u dit cijfer duiden?

3) Kan u aangeven hoe het parket en onze immigratiediensten samenwerken en informatie uitwisselen over verdachten van oorlogsmisdaden, alsook hoeveel verdachten van oorlogsmisdaden de laatste vijf jaar op jaarbasis asiel hebben aangevraagd? Hoe kan deze controle verder worden aangescherpt om te voorkomen dat oorlogsmisdadigers zich in ons land vestigen?

4) Bent u voorstander van een gelijkaardige overeenkomst zoals deze tussen Nederland en Rwanda wat ons land betreft? Kan u dit concreet toelichten qua timing en inhoud?