Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-10605

van Nele Lijnen (Open Vld) d.d. 12 december 2013

aan de minister van Werk

de cumulatie van gelegenheidsarbeid met studentenarbeid

jongerenarbeid
incidenteel werk

Chronologie

12/12/2013Verzending vraag
22/4/2014Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-4193

Vraag nr. 5-10605 d.d. 12 december 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Sinds 1 oktober is er een nieuwe regeling in werking getreden betreffende de gelegenheidsarbeid en de cumulatie met studentenarbeid. Er bestaat echter verwarring omtrent de toepassing van de nieuwe regels. Zo publiceren verschillende sociale secretariaten tegengestelde berichtgeving aangaande het onderwerp. Enerzijds heeft men het over twee verschillende contingenten die door de studenten kan worden gebruikt. Bijvoorbeeld: 50 dagen studentenarbeid + 50 dagen gelegenheidsarbeid wanneer het gaat om werk in de horecasector. Anderzijds is er sprake van een voorrang voor het studentenstatuut waarbij het aantal dagen dat een student kan werken wordt afgetrokken van zowel het studentencontingent als van het aantal dagen gelegenheidsarbeid. Zo wordt het door een organisatie uitgelegd als volgt: werkt de student in de tuinbouwsector, dan zullen de eerste 50 dagen vallen onder het studentenstatuut en bijgevolg heeft de student er nog 15 over om als gelegenheidsarbeider te werken. In de tuinbouwsector kan je namelijk 65 dagen als gelegenheidsarbeider werken.

Voor de student, maar ook voor de werkgever is het belangrijk dat er klaarheid wordt geschept.

Hieromtrent heb ik enkele vragen.

1) Kan de minister de regelgeving inzake de cumulatie van studentenarbeid en gelegenheidsarbeid verduidelijken?

2) Is de cumul mogelijk in alle sectoren waar gelegenheidsarbeid wordt verricht? Indien neen, in welke sectoren is ze niet van toepassing en waarom niet?

3) Voorziet de minister problemen voor de student en zijn ouders inzake RSZ-bijdrage, belastingen en kinderbijslag ten gevolge van deze cumul? Indien ja, dewelke? Indien neen, waarom niet?

4) Op welke manier worden studenten en werkgevers geïnformeerd over de nieuwe regelgeving?

5) Acht de minister het nuttig om de website Student@Work uit te breiden zodat studenten ook hun contingent aan gelegenheidsarbeid kunnen controleren? Indien neen, waarom niet?

Antwoord ontvangen op 22 april 2014 :

1) Vanaf 1 oktober 2013 is het niet meer mogelijk om, wat de bijdragen betreft, tegelijk gelegenheidswerknemer en student te zijn ( waarbij dus de solidariteitsbijdrage student op het verlaagde forfait gelegenheidswerknemer zou worden geheven). Gelegenheidswerknemers-student worden op niveau van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ) uit elkaar gehaald. Gelegenheidswerknemers-student dienen eerst als student en vervolgens als gelegenheidswerknemer te worden tewerkgesteld. Arbeidsrechtelijk is er geen obstakel.

2) Voor wat de tuinbouw betreft, is cumul alleszins mogelijk inzake de champignonteelt en de witloofteelt. Cumul is ook mogelijk in de horeca.

3) De kinderbijslag blijft behouden zolang de student niet meer werkt dan 240 uur per trimester. Ingeval deze drempel wordt overschreden, verliest de student de kinderbijslag gedurende het betrokken trimester.

De student dient geen belastingen te betalen tot hij een drempel van 9 251,72 euro bruto inkomen bereikt.

Voor wat betreft het ten laste blijven van de ouders, blijft de student ten laste van de ouders, indien deze beide een inkomen hebben, tot hij 3 070 euro netto verdient.

Ingeval het gaat om een alleenstaande ouder, blijft de student ten laste tot hij 4.440 euro netto verdient, of, ingeval het gaat om een gehandicapt student, tot een bedrag van 5.630 euro netto.

Het betreft hier bedragen inkomstenjaar 2013, aanslagjaar 2014.

4) Er wordt uitgebreid geïnformeerd via de website student@work.

5) Het is inderdaad de bedoeling de website student@work uit te breiden zodat studenten ook hun contingent aan gelegenheidsarbeid kunnen zien. Een project werd daartoe opgestart bij de RSZ. Het is de bedoeling de website uit te breiden eens dit project uitgewerkt is, hetgeen normaal voorzien is voor 2015.