Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-10525

van Nele Lijnen (Open Vld) d.d. 4 december 2013

aan de staatssecretaris voor de Bestrijding van de sociale en de fiscale fraude, toegevoegd aan de eerste minister

de strijd tegen sociale fraude op Europees vlak

zwartwerk
fraude
controle van de migraties
Europese samenwerking
migratie binnen de Gemeenschap
vrij verkeer van werknemers

Chronologie

4/12/2013Verzending vraag
9/1/2014Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-3484Ook gesteld aan :Ook gesteld aan :Ook gesteld aan :Ook gesteld aan :

Vraag nr. 5-10525 d.d. 4 december 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De Europese Unie moet harder optreden tegen burgers die het vrij verkeer van werknemers misbruiken en het sociale zekerheidssysteem in een andere lidstaat in gevaar brengen. In een brief vragen de ministers van Binnenlandse Zaken van Duitsland, Oostenrijk, Groot-Brittannië en Nederland de strijd tegen deze sociale fraude op te voeren. Veel Europese steden hebben te lijden onder de druk van immigranten uit andere lidstaten, schrijven de vier ministers: "Deze immigranten maken gebruik van de mogelijkheden die het vrij verkeer hen biedt, zonder dat ze aan de voorwaarden voldoen om dat recht te mogen uitoefenen. (...) Een aanzienlijk aantal nieuwe aankomers krijgt in het gastland sociale bijstand, zeer vaak zonder dat ze daar echt recht op hebben.".

In hun brief halen de ministers geen cijfers of concrete voorbeelden aan. Ze vragen niettemin dat het fenomeen "effectief bestreden wordt". Wie betrapt wordt op sociale fraude, zou het verbod opgelegd moeten worden een ander land binnen te gaan. Want ook al kan een fraudeur die afkomstig is uit een EU-lidstaat momenteel wel al uitgewezen worden, "kunnen we hem niet verhinderen de dag nadien terug te komen", waarschuwen Berlijn, Wenen, Londen en Den Haag. De bestaande wetteksten moeten met het oog op "efficiënte straffen" herbekeken worden.

Ze vragen de landen van oorsprong hun best te doen om de levensomstandigheden van de betrokken bevolkingsgroepen te verbeteren. De brief werd gestuurd naar het Ierse voorzitterschap van de Raad van ministers en naar de Commissie. U gaf onlangs in een duidingsmagazine aan dat ook in ons land veel sociale fraude wordt gepleegd door EU burgers uit andere lidstaten en dat de bestrijding hiervan ondanks de stevige inzet en politieke wil bijzonder moeilijk is. Om de sociale fraude te traceren is een betere samenwerking met de andere lidstaten cruciaal. Er is behoefte aan duidelijke maatregelen, waaronder een verblijfsverbod, en een betere samenwerking.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Hoe reageert u op dit initiatief van deze landen? Gaat u hun oproep bij de Commissie, alsook tijdens de volgende vergadering van de Europese ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie op 6 en 7 juni verdedigen?

2) Werd ons land gevraagd deze brief mee te tekenen? Zo ja, waarom deden we dit niet? Zo neen, hoe komt dit en kunnen we ons alsnog bij dit initiatief aansluiten?

3) Steunt u de oproep om de landen van oorsprong aan te zetten effectiever en systematisch samen te werken met de controlediensten en kunt u dit uitvoerig en inhoudelijk toelichten?

4) Steunt u de vraag om wie betrapt wordt op sociale fraude een al of niet tijdelijk verbod op te leggen om een ander land binnen te gaan? Zo neen, waarom niet en kunt u aangeven welke andere sancties u desgevallend wel genegen bent?

Antwoord ontvangen op 9 januari 2014 :

1. Binnen de Europese Unie (EU) bestaat er vrij verkeer van personen, en het kan niet de bedoeling zijn daaraan te raken. Positief is dat andere lidstaten inzien dat er een probleem van sociale fraude bestaat met sociaal toerisme van Europese burgers. Door deze oproep werd een momentum gecreëerd om het probleem van sociaal toerisme aan te kaarten waar mogelijk. Momenteel is de enige bescherming volgende maatregelen van deze regering:

2. De vraag om de brief in kwestie te tekenen werd nooit aan mij of mijn diensten gesteld. Ik denk dat het belangrijk is constructief mee te denken in de Europese dialoog over negatieve bijwerkingen van vrij verkeer, maar ook over goede oplossingen. Ik ben uiteraard helemaal bereid om daaraan mee te werken.

3. Het gaat hier om een belangrijke oproep naar samenwerking tussen de inspectiediensten van de Europese lidstaten, die ik volledig steun. Samenwerking is de enige manier om grensoverschrijdende fraude aan te pakken, om sociaal toerisme te ontmoedigen. Samenwerking kan gaan over:

4. Momenteel is de sanctie voor sociaal toerisme het intrekken van verblijfstitel, waardoor personen in kwestie het land waar de fraude wordt gepleegd dienen te verlaten. Dit is logischer dan de personen in kwestie met dwang in het land te houden. Ze hebben namelijk onze gastvrijheid en onze regels misbruikt.

We gaan ons niet uitspreken waar de mensen zich na intrekken van hun verblijfstitel naar moeten verplaatsen, maar het land van herkomst klinkt logisch. Daarover bestaan er echter geen Europese bepalingen.

Gezien de beknopte mogelijkheden tot terugvordering is ook dat geen argument om mensen met dwang in ons land te houden. De huidige sanctieregeling is het best mogelijke op dit moment.