Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-10243

van Martine Taelman (Open Vld) d.d. 25 oktober 2013

aan de minister van Justitie

Mensenhandel - Slachtoffers - Schadevergoedingen - Overzicht - Maatregelen

mensenhandel
officiële statistiek
vergoeding
gerechtelijke vervolging

Chronologie

25/10/2013Verzending vraag
11/2/2014Rappel
28/4/2014Einde zittingsperiode

Vraag nr. 5-10243 d.d. 25 oktober 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Slachtoffers van mensenhandel krijgen in strafzaken nauwelijks schadevergoedingen toegewezen. Slechts een op de drie slachtoffers dient een schadeclaim in, en de helft van die claims wordt door de rechter geheel of gedeeltelijk afgewezen.

Dat blijkt uit onderzoek van advocate Marijn Heemskerk en hulporganisatie FairWork dat gisteren tijdens een besloten symposium van FairWork en het Coördinatiecentrum Mensenhandel werd gepresenteerd.

In Europese afspraken is vastgelegd dat mensenhandelaren slachtoffers moeten compenseren voor niet-uitbetaald werk of voor werk onder dwang. Het onderzoek laat zien dat hierover te weinig kennis is bij advocaten, hulpverleners en politiemensen, waardoor slachtoffers niet te weten komen dat ze recht hebben op schadevergoeding. Ook zien sommige slachtoffers zich nog steeds niet als slachtoffer, wachten ze de rechtszaak niet af en gaan ze terug naar het land van herkomst. Er worden niet alleen weinig claims ingediend. Hoewel er een lichte verbetering lijkt te zijn, vallen de bedragen nog steeds geregeld laag uit. In veel mensenhandel- en uitbuitingszaken kan er geen sluitende boekhouding worden opgesteld over gewerkte uren en het uitbetaalde of ingehouden loon. Daardoor moet de rechter een schatting maken over misgelopen verdiensten, net als over de geleden fysieke en psychische schade.

In de praktijk valt die schatting nog weleens laag uit, omdat de rechtbank een hoge compensatie een te zware last vindt voor de verdachte of vreest dat te veel discussie over de hoogte van de compensatie het proces compliceert.

Ik had dan ook volgende vragen voor de minister:

1) Kan zij aangeven voor respectievelijk 2012, 2011 en 2010 hoeveel slachtoffers van mensenhandel daadwerkelijk een schadeclaim indienden tegen de daders en dit op jaarbasis? Hoe verklaart zij deze cijfers?

2) Kan zij aangeven of ook in ons land de reëel toegekende schadevergoedingen aan de slachtoffers van de mensenhandel laag liggen en kan zij dit cijfermatig toelichten?

3) In Nederland dienen slechts een op de drie slachtoffers een schadeclaim in en slechts de helft van deze claims worden door de rechter geheel of gedeeltelijk afgewezen. Is de situatie vergelijkbaar bij ons en kan dit cijfermatig worden toegelicht?

4) Deelt u het uitgangspunt dat het voor de slachtoffers van mensenhandel uitermate belangrijk is om bijvoorbeeld achterstallig loon te kunnen terugvorderen teneinde enig gevoel van rechtvaardigheid te ervaren na een uitbuitingssituatie? Zo ja, op welke wijze kunt u bevorderen dat de bestaande mogelijkheden voor compensatie van slachtoffers mensenhandel in het strafproces in de toekomst vaker en beter benut zullen worden? Kan u dit inhoudelijk naar maatregelen en timing toe toelichten?