Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-803

van Patrik Vankrunkelsven (Open Vld) d.d. 18 april 2008

aan de vice-eersteminister en minister van Werk en Gelijke Kansen

Commissie ter regeling van de arbeidsrelatie - Instelling ("Sociale Rulingcommissie" - Verduidelijking i.v.m. schijnzelfstandigheid)

arbeidsbetrekking
zelfstandig beroep
werknemer in loondienst
arbeidsrecht
ministerie

Chronologie

18/4/2008Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 22/5/2008)
29/5/2008Rappel
1/8/2008Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 4-205

Vraag nr. 4-803 d.d. 18 april 2008 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Bij de programmawet van 27 december 2006 werd de Commissie ter regeling van de arbeidsrelatie opgericht. Deze Commissie, beter bekend als “Sociale Rulingcommissie”, heeft tot doel om duidelijk te scheppen in tal van dossiers van schijnzelfstandigheid.

Hetgeen de loontrekkende werknemer fundamenteel onderscheidt van de zelfstandige, is het al dan niet bestaan van een gezagsverhouding bij de uitvoering van de beroepsactiviteit. Velen nemen hun toevlucht tot het statuut van zelfstandige omwille van de gunstigere sociale bijdragen. Als dit de enige reden is dan spreekt men van schijnzelfstandigen. Toch worden tot op heden nog te vaak echte zelfstandigen beschouwd als schijnzelfstandigen. Deze Sociale Rulingcommissie zou dus veel rechtsonzekerheid van op het terrein kunnen oplossen.

De programmawet bepaalt duidelijk dat de koninklijke besluiten die de instelling van deze Commissie moeten regelen op een door de Koning te bepalen datum in werking treden en dit uiterlijk op 1 januari 2008. Navraag bij de dienst reglementeringen van de RSZ leerde mij echter dat de Commissie nog niet is opgericht en dat zij ook de indruk hadden dat dit niet binnen afzienbare tijd zal gebeuren.

Graag had ik van de geachte minister geweten of deze commissie al is ingesteld. Indien deze daadwerkelijk nog niet is ingesteld, had ik graag geweten wat de reden is waarom deze wettelijke termijn niet gerespecteerd werd en wanneer we dan wel de uitvoeringsbesluiten in het Belgisch Staatblad kunnen verwachten.

Antwoord ontvangen op 1 augustus 2008 :

De programmawet van 27 december 2006 bevat in Titel XIII bepalingen rond de aard van de arbeidsrelaties. Deze bepalingen vinden hun oorsprong in de wens om het fenomeen van de schijnzelfstandigen te bestrijden.

In dat kader werd de oprichting van een Commissie ter regeling van de arbeidsrelatie voorzien, bestaande uit twee afdelingen : een normatieve afdeling en een administratieve afdeling.

De normatieve afdeling zal een algemene advies- en onderzoeksbevoegdheid hebben op het vlak van de kwalificatie van de arbeidsrelatie. Zij is belast met het voorstellen, via een bepaalde procedure, van specifieke criteria die kunnen worden gebruikt.

De leden van de normatieve afdeling worden benoemd door de Koning bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, op voorstel van de ministers die Sociale Zaken, Werk en Middenstand in hun bevoegdheden hebben.

De administratieve afdeling, die meerdere kamers telt, zal belast worden met het nemen van beslissingen rond de kwalificatie van de arbeidsrelatie, op vraag van één van de twee partijen bij deze arbeidsrelatie en in voorkomend geval voor het aanvangen van deze relatie. Deze leden worden benoemd bij koninklijk besluit.

Een koninklijk besluit dient eveneens de werking van de twee afdelingen van de Commissie te bepalen.

De inwerkingtreding van de wettelijke bepalingen rond de aard van de arbeidsrelatie moest ten laatste gebeuren op 1 januari 2008. De politieke situatie die ons land heeft gekend, verklaart de vertraging die de oprichting van de Commissie heeft opgelopen.

De spoedige instelling van de normatieve afdeling van de Commissie ter regeling van de arbeidsrelatie maakt deel uit van mijn nationaal Werkgelegenheidsplan. Deze afdeling is onontbeerlijk voor de uitwerking van specifieke criteria eigen aan een sector of beroep, die, met de algemene criteria vastgesteld in de wet, moeten toelaten de gelijkwaardigheid te verifiëren tussen de door de partijen gekozen kwalificatie en de uitoefening van de professionele activiteit.

Gelet op de band die bestaat met het collectief en individueel arbeidsrecht, de door de Internationale Arbeidsorganisatie geformuleerde context en de noodzakelijke samenwerking met de paritaire comités en de sociale partners, is het mijn wens dat deze afdeling van de Commissie snel wordt opgericht bij de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg.

Ik heb op 14 juli 2008 een aanvraag voor advies aan de Nationale Arbeidsraad verzonden.