Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-756

van Patrik Vankrunkelsven (Open Vld) d.d. 7 april 2008

aan de minister van Klimaat en Energie

Aardgasnetwerk - Leidingen - Controle

gasdistributie
vervoer per pijpleiding
geografische spreiding

Chronologie

7/4/2008Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 8/5/2008)
9/5/2008Antwoord

Vraag nr. 4-756 d.d. 7 april 2008 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Graag had ik van de geachte minister meer vernomen over de toestand van het aardgasnetwerk (lage- en middendruknet) in de drie gewesten. In het bijzonder heb ik volgende vragen:

1. Hoeveel leidingen, in kilometer uitgedrukt, waren er eind 2007 in ieder gewest nog in grijs gietijzer en hoeveel in asbestcement?

2. Hoe vaak worden die leidingen gecontroleerd en hoeveel lekken heeft iedere netbeheerder vastgesteld op die leidingen?

3. Is het aantal lekken op die leidingen significant verschillend van de lekken die genoteerd worden op de nieuwe/vernieuwde netten?

Antwoord ontvangen op 9 mei 2008 :

1. De definitieve gegevens van 31 december 2007 zullen vanaf juni 2008 beschikbaar zijn. Op dit ogenblik zijn enkel de cijfers van 31 december 2006 beschikbaar. Deze gegevens worden aan de administratie door de beheerders van de distributienetwerken meegedeeld.

Voor elk van de drie gewesten worden de lengten van de leidingen per type gebruikt materiaal, het aantal lekken en het aantal lekken per 100 km in de tabellen hierna opgesomd.

Deze gegevens zijn ingedeeld volgens de druk, namelijk :

— middendruk voor een overdruk tussen 100 mbar en 14,7 bar;

— lagedruk voor een overdruk kleiner dan 100 mbar.

Waalse Gewest

Druk

Materiaalsoort

Aantal lekken

Lengte (km)

Aantal lekken per 100 km

Middendruk

Gietijzer

0

0

0


Vezelcement

0

0

0


Staal

143

2 047

6,9


PVC

0

0

0


Polyethyleen

46

1 474

3,1


Totaal

189

3 521

5,3

Lagedruk

Gietijzer

33

174

19


Vezelcement

77

139

55,3


Staal

148

3 952

3,7


PVC

0

16

0


Polyethyleen

51

3 533

1,4


Totaal

309

7 814

3,9



Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Druk

Materiaalsoort

Aantal lekken

Lengte (km)

Aantal lekken per 100 km

Middendruk

Gietijzer

0

0

0


Vezelcement

0

0

0


Staal

18

540,8

3,3


PVC

0

0

0


Polyethyleen

0

47

0


Totaal

18

587,8

3,1






Lagedruk

Gietijzer

103

220,2

46,7


Vezelcement

14

79,3

17,6


Staal

33

1 128,2

2,9


PVC

0

0

0


Polyethyleen

7

818

0,8


Totaal

157

2 245,7

7,0



Vlaamse Gewest

Druk

Materiaalsoort

Aantal lekken

Lengte (km)

Aantal lekken per 100 km

Middendruk

Gietijzer

0

2,1

0


Vezelcement

0

0

0


Staal

274

5 985,7

4,6


PVC

0

0

0


Polyethyleen

38

2 348,5

1,6


Totaal

312

8 336,3

397






Lagedruk

Gietijzer

210

543,9

38,6


Vezelcement

482

2 032,1

23,7


Staal

376

3 762,6

10,0


PVC

45

804,8

5,6


Polyethyleen

301

30 079,4

1,0


Totaal

1414

37 222,8

3,8



2. Er zijn lekken die gevonden worden door derden die het gas ruiken (wegens de toevoeging van mercaptanen zoals tetrahydrothiofeen aan het aardgas). De andere lekken worden gevonden door de gasnetbeheerder tijdens de systematische lekopsporingen. De lekken die veroorzaakt worden door werken van derden worden hier uiteraard buiten beschouwing gelaten.

Overeenkomstig de bepalingen voorgeschreven in de artikelen 44 en 45 van het koninklijk besluit van 28 juni 1971 betreffende te nemen veiligheidsmaatregelen bij de oprichting en bij de exploitatie van installaties voor gasdistributie door middel van leidingen oefenen de verdelers een periodiek toezicht op de leidingen en de dienstleidingen.

De systematische lekopsporingen worden minstens om de vijf jaar uitgevoerd voor het ganse leidingennet. Elk jaar wordt ongeveer 20 % van het gasnet gecontroleerd. De plaats van de opsporingen en de nauwkeurigheid van de gaslekopsporingen heeft uiteraard een invloed op het aantal gevonden gaslekken.

De vastgestelde lekken (de gemelde en de opgespoorde samen) vindt men in de tabellen hierboven.

3. Uit de vergelijking van het aantal lekken per 100 km voor staal en polyethyleen, alsook het « gemiddelde », met dezelfde gegevens voor gietijzer en asbestcement blijkt onmiddellijk dat de waarden voor deze twee types materialen aanzienlijk hoger liggen.

Gietijzer en asbestcement zijn meestal de componenten van vrij oude netwerken en worden bijna uitsluitend bij lage druk gebruikt.