Winkeliers - Verplichting om briefjes van vijfhonderd euro te aanvaarden - Veiligheid - Kostprijs
detailhandel
papiergeld
20/4/2010 | Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 21/5/2010) |
22/4/2010 | Antwoord |
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-7539
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-7540
Winkeliers hebben het moeilijk met de waarschuwing om ook briefjes van twee- en vijfhonderd euro te accepteren. Ze noemen die eis van de Europese Commissie volstrekt achterhaald. In ons land kunnen klanten in supermarkten, kledingzaken en tankstations bijna niet terecht met een biljet van twee- of vijfhonderd euro. Winkeliers maken dit duidelijk via een bordje of sticker bij de ingang. De winkels hebben aldus het laatste woord en tot op heden gaf dit weinig problemen. De Commissie hekelt heden deze opstelling. Alle eurobriefjes zijn een wettelijk betaalmiddel dat niet geweigerd mag worden, zo stelt Brussel. Deze stugge houding heeft echter een hoge kostprijs voor de winkeliers. Zij moeten meer geld in kas houden, en maken dus hogere kosten omdat het geld geleend moet worden of geen rente-inkomsten oplevert. Bovendien zijn ook de consumenten dikwijls niet gebaat met die maatregel, daar de veiligheid in het gedrang komt. Veel liquide middelen lokken immers malafide personen.
Ik heb dan ook volgende vragen:
1) Welke geldige inhoudelijke reden heeft de Europese Commissie om winkeliers te verplichten om muntjes van een of twee cent en biljetten van honderd euro of meer te accepteren? Klopt dit standpunt van de Commissie?
2) Bent u op de hoogte van de negatieve gevolgen voor de winkeliers en de consumenten op het vlak van de veiligheid en de kostprijs? Zij moeten immers meer geld in kas houden, hogere kosten maken, geld tellen, storten en inkopen. Kan u aangeven wat de totaalkost voor de zelfstandigen is en zo neen, kan u enige concrete cijfers hieromtrent naar voor schuiven?
3) Vreest u niet dat de verplichting om biljetten van twee- en vijfhonderd euro te accepteren kan leiden tot meer criminaliteit, omdat het aantrekkelijker wordt om winkels te overvallen?
4) Bent u bereid deze aanbeveling ter discussie te stellen en u desgevallend te verzetten tegen de (mogelijke) omzetting van deze aanbeveling in bindende regels? Kan u concreet toelichten welke stappen u hiertoe heeft ondernomen?
5) Heeft u hieromtrent reeds overleg gehad met de betrokken beroepsorganisaties en kan u aangeven wat de resultaten waren? Zo neen, gaat u hieromtrent met hen overleggen? Overweegt u andere stappen en kan u dit toelichten?
Ik heb de eer het geachte lid mee te delen dat het onderwerp van de vraag onder de bevoegheid valt van de minister voor Ondernemen.