Nationale plantentuin van Meise - Taalkader - Initiatieven en genomen maatregelen - Antwoord op het arrest nr. 187.272 van de Raad van State van 22 oktober 2008
statuut van de ambtenaar
groenvoorzieningen
taalgebruik
5/3/2010 | Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 8/4/2010) |
25/3/2010 | Antwoord |
De Nationale plantentuin van Meise, een federale instelling gelegen op het grondgebied van de Vlaamse Gemeenschap, is een van de grootste plantentuinen ter wereld en geniet een internationale faam.
De jongste jaren kwam de plantentuin meermaals in de mediabelangstelling, niet wegens de planten of de wetenschappelijke prestaties, maar wegens de communautaire spanningen binnen de instelling.
In een arrest Etienne tegen de Belgische Staat nr. 187.272 van 22 oktober 2008, heeft de Raad van State een reeks benoemingsbesluiten vernietigd op grond van het feit dat de Nationale plantentuin op het moment van de betwiste handelingen niet over een taalkader beschikte dat overeenstemde met zijn toen van kracht zijnde organiek kader, zoals voorgeschreven door artikel 43, §§ 3 en 5, van de gecoördineerde wetten van 18 juli 1966 op het gebruik van de talen in bestuurszaken.
Als gevolg van die juridische leemte was er een duidelijk onevenwicht ontstaan in de taalverhoudingen binnen die federale instelling, namelijk 85% Nederlandstalige en 15% Franstalige personeelsleden.
Ingevolge het arrest van de Raad van State werd de Franstaligen aangeraden een Nederlandse taalproef af te leggen bij Selor, wat veel beroering veroorzaakte bij de Franstalige werknemers die er een (voortijdige?) 'vervlaamsing' van de Nationale plantentuin in zagen.
De directeur van de instelling zou de bevoordeling van Nederlandstaligen bij de benoemingen en promoties sindsdien hebben voortgezet. Op dit ogenblik zijn drie beroepen tot nietigverklaring, vergelijkbaar met die welke hebben geleid tot het arrest Etienne tegen de Belgische Staat, hangende bij de Raad van State.
Artikel 92bis, §4quinquies, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980, die werd goedgekeurd in het kader van de Lambermontakkoorden, voorziet inderdaad in de overheveling van die instelling naar de Vlaamse Gemeenschap zodra een ad-hoc-samenwerkingsakkoord wordt goedgekeurd tussen de Vlaamse en de Franse Gemeenschap. Dat rechtvaardigt volgens mij echter niet het behoud van een onwettelijke toestand.
Mijn vraag is dus de volgende:
Welke maatregelen zult u nemen om de Nationale plantentuin van Meise een wettelijk taalkader te geven overeenkomstig het arrest nr. 187.272 van de Raad van State van 22 oktober 2008?
Opdat de Nationale Plantentuin van België een wettelijk taalkader zou kunnen krijgen, hebben de bevoegde voogdijministers de graden van de ambtenaren vastgelegd die een zelfde trap van de hiërarchie vormen. Dit besluit zal eerstdaags gepubliceerd worden in het Belgisch Staatsblad.
De directie van de Nationale Plantentuin heeft een voorstel van personeelsplan gemaakt. Dit voorstel ligt momenteel ter studie bij de Inspecteur van Financiën bevoegd voor de Nationale Plantentuin en bij de Federale Overheidsdienst (FOD) Personeel en Organisatie. Na behandeling door deze beide instanties, moeten nog een aantal bijkomende adviezen ingewonnen worden, vooraleer het definitief goedgekeurd kan worden. Een goedgekeurd personeelsplan is de basis voor het maken van een taalkader.
Een voorstel van taalkader zal dan op basis van het personeelsplan gemaakt worden overeenkomstig de bestaande wetgeving en regelgeving. Eens het taalkader goedgekeurd is, kan dit juridisch bindend worden.
Het onevenwicht tussen Franstaligen en Nederlandstaligen is ontstaan bij de herstructurering van het ministerie van Middenstand en Landbouw in 1995. Toen werden alle niet bezette plaatsen op het organiek kader geschrapt. Het aantal niet bezette Franstalige posten was veel groter dan in het Nederlandse kader. Het onevenwicht tussen het aantal Franstalige en Nederlandstalige betrekkingen is dus niet het gevolg van de bijzondere wet van 13 juli 2001 houdende overdracht van diverse bevoegdheden aan de Gewesten en de Gemeenschappen.