Nachtwinkels - Sluitingsuren - Bevoegdheid van de gemeenten - Tegengaan van overlast
lokale wetgeving
openingstijd van een winkel
9/2/2010 | Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 11/3/2010) |
9/3/2010 | Antwoord |
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6929
De wet van 10 november 2006 betreffende de openingsuren in handel, ambacht en dienstverlening, legt in artikel 6 een verplicht sluitingsuur vast voor vestigingen die producten verkopen of diensten aanbieden aan de consument. Dit artikel bepaalt dat nachtwinkels vóór 18 uur 's avonds en na 7 uur 's morgens gesloten dienen te zijn, tenzij een gemeentelijk reglement het anders bepaalt.
Op basis van deze bepaling kunnen gemeentelijke overheden de nachtwinkels ook andere sluitings- of openingsuren opleggen. Maar naar verluidt is het niet helemaal duidelijk welke intentie achter deze uitzondering steekt. Laat deze bepaling toe dat de nachtwinkels minder lang mogen openblijven, of laat dit toe dat nachtwinkels net ook langer mogen openblijven (open vóór 18 uur en gesloten na 7 uur)? Het is misschien zelfs mogelijk dat gemeenten om het even welke openingsuren mogen vastleggen.
Gezien de wet garanties wil bieden om overlast van nachtwinkels tegen te gaan, wordt verondersteld dat het gaat om het invoeren van beperktere openingstijden.
Kan de minister mij de correcte interpretatie geven van deze uitzonderingsbepaling voor nachtwinkels in artikel 6, c) van bovenvermelde wet?
De wettelijke sluitingsuren van een nachtwinkel zijn gelegen tussen 7 uur en 18 uur, behalve wanneer een gemeentelijk reglement andere sluitingsuren voorziet. De gemeenten dienen evenwel binnen het wettelijk uurrooster te blijven en kunnen deze in geen enkel geval uitbreiden. Een dergelijke uitbreiding zou het begrip “nachtwinkel” uithollen. Uit de memorie van toelichting (DOC51 2486/001) blijkt dat nachtwinkels opgericht werden om te beantwoorden aan de huidige noden van de verbruikers. Het doel van een nachtwinkel is om aan de verbruikers goederen en algemene voedingswaren en huishoudartikelen aan te bieden op tijdstippen wanneer gewone zaken reeds gesloten zijn. Deze winkels kunnen nochtans soms hinder veroorzaken, waardoor ze de openbare orde en openbare rust verstoren. De wetgever heeft de gemeenten de mogelijkheid willen geven, maar niet de verplichting, om beperktere openingsuren voor nachtwinkels te voorzien. Artikel 6, c) dient dan ook in deze zin te worden geïnterpreteerd.