Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-6476

van Wouter Beke (CD&V) d.d. 12 januari 2010

aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen

Verzekeringsproducten - Voorafgaande controle - Aanpassing van de Europese regelgeving

verzekeringsrecht
monetaire crisis
verzekeringsproduct
levensverzekering
bankcontrole
bescherming van de consument
consumentenvoorlichting
Financial Services and Markets Authority

Chronologie

12/1/2010Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 11/2/2010)
6/5/2010Einde zittingsperiode

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 4-1331

Vraag nr. 4-6476 d.d. 12 januari 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De Bijzondere Commissie belast met het onderzoek naar de financiële en bankcrisis formuleerde in haar eindverslag enkele concrete aanbevelingen. De Bijzondere Commissie formuleerde ook op het vlak van de consumentenbescherming enkele vooruitstrevende aanbevelingen, zo onder meer op het vlak van de controle op financiële producten.

Een van de aanbevelingen van de Bijzondere Commissie luidt als volgt: “ Werk maken van een veralgemening van de prudentiële controle vooraf op verzekeringsproducten (wat een wijziging van de Europese wetgeving vereist) en op de bankproducten. “

De Europese regelgeving laat een a priori controle momenteel dus niet toe en moet daarom eerst worden aangepast, vooraleer een dergelijke voorafgaande controle mogelijk wordt.

In concreto bepaalt artikel 34 van de richtlijn 2002/83/EG van 5 november 2002 betreffende levensverzekering het volgende:

“ De Lidstaten stellen geen bepalingen vast waarin de voorafgaande goedkeuring of de systematische mededeling wordt geëist van de algemene en bijzondere voorwaarden van de verzekeringspolissen, de tarieven, de met name voor de berekening van de tarieven en de technische voorzieningen gehanteerde technische grondslagen en de formulieren en andere documenten waarvan de verzekeringsonderneming gebruik wil maken in haar betrekkingen met de verzekeringnemers.

Niettegenstaande de eerste alinea, en uitsluitend voor het toezicht op de naleving van de nationale bepalingen betreffende de actuariële beginselen, kan de Lidstaat van herkomst een systematische mededeling van de voor de berekening van de tarieven en de technische voorzieningen gehanteerde technische grondslagen eisen, zonder dat dit vereiste voor de verzekeringsonderneming een voorwaarde vooraf voor de uitoefening van haar werkzaamheden mag vormen. “

Een meer doorgedreven a priori controle van alle financiële producten en diensten van kredietinstellingen en verzekeraars door de prudentieel toezichthouder op het vlak van technische vereisten, rendement, transparantie enzovoort lijkt mij een absolute noodzaak. Ook tak 21 en 23 producten moeten aan een a priori controle kunnen worden onderworpen door de financiële toezichthouder. Toch minstens voor wat de contractuele voorwaarden, de gebruikte documenten en de technische grondslagen betreft.

Om deze redenen had ik graag een antwoord gekregen op de volgende vragen:

1) Wat is het standpunt van de geachte minister met betrekking tot een a priori controle op financiële producten, en in het bijzonder de verzekeringsproducten?

2) Is hij bereid om op Europees niveau te pleiten voor een aanpassing van het artikel 34 van deze Europese richtlijn zodat een a priori controle op de contractuele voorwaarden, de gebruikte documenten en de technische grondslagen mogelijk wordt?