Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-5714

van Patrik Vankrunkelsven (Open Vld) d.d. 7 december 2009

aan de minister van Justitie

Parlementaire onschendbaarheid - Opheffing - Aantal verzoeken

parlementaire onschendbaarheid
gerechtelijke vervolging

Chronologie

7/12/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 8/1/2010)
7/1/2010Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 4-4866

Vraag nr. 4-5714 d.d. 7 december 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Doorheen de geschiedenis van ons land zijn parlementsleden steeds beschermd geweest tegen directe gerechtelijke vervolging of processen. Zij konden daarbij steeds beroep doen op hun onschendbaarheid. Om een vervolging te kunnen instellen dienden de gerechtelijke instanties eerst een verzoek tot opheffing van de onschendbaarheid in te dienen bij het Parlement. Het Parlement beslist dan over de eventuele opheffing.

Graag had ik van de geachte minister een na-oorlogs overzicht gekregen van hoeveel aanvragen tot opheffing van de onschendbaarheid van een parlementslid er door het gerecht per legislatuur aan de parlementen gericht werden, met een indicatie van de feiten van de zaak waarvoor het verzoek werd ingediend, de beslissing van de parlementen over de opheffing, en de afloop van het proces indien tot opheffing werd overgegaan.

Antwoord ontvangen op 7 januari 2010 :

De statistische databank van de gerechtelijke instanties bevat geen informatie over aanvragen tot opheffing van de parlementaire onschendbaarheid.

Ik kan bijgevolg geen antwoord verstrekken op de gestelde parlementaire vraag.