Iran - Presidentsverkiezingen van 12 juni 2009 - Resultaten - Protest - Onpartijdig onderzoek - Eventuele rol van de Verenigde Naties - Oproep van Shirin Ebadi tot het verbreken van de diplomatieke relaties - Houding van België
Iran
presidentsverkiezing
recht tot betogen
staatsgeweld
politieke situatie
7/12/2009 | Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 8/1/2010) |
6/5/2010 | Einde zittingsperiode |
Herindiening van : schriftelijke vraag 4-3717
De onderdrukking van degenen die protesteren tegen de resultaten van de presidentsverkiezingen van 12 juni 2009 in Iran wordt elke dag een beetje erger. We waren allen ontroerd door de dapperheid van de manifestanten, vooral door de moed van de vrouwen die hun leven op het spel zetten om hun visie op de vrijheid en de democratie te verdedigen. We zijn allen geschokt door het ongeziene geweld van de milities, die de opposanten met ijzeren staven slaan om hen in bedwang te houden.
De cijfers zijn niet bekend, maar waarschijnlijk stijgt het aantal doden. De onverzettelijkheid van het regime is zo erg dat we jammer genoeg het ergste mogen veronderstellen.
Hebben we, hoewel we de Iraanse soevereiniteit angstvallig respecteren, aangedrongen op een onpartijdig onderzoek om de beweringen over onregelmatigheden bij de stembusgang te onderzoeken? Moet dat onderzoek volgens de minister ook de aanslagen op de individuele rechten behelzen? Zijn de Verenigde Naties bevoegd voor die taak?
Shirin Ebadi, winnaar van de Nobelprijs voor de vrede, heeft de landen van de Europese Unie opgeroepen alle diplomatieke relaties met het regime te verbreken en ze pas te hervatten op voorwaarde dat het geweld wordt stopgezet. Wordt die radicale optie overwogen? Indien niet, hoe zal de Belgische regering duidelijk maken dat we veel belang hechten aan de publieke vrijheden?
Als de uitwijzingen verder gaan, en als we net als onze Britse vrienden of andere Europeanen onze solidariteit moeten betuigen, zullen we dat dan doen, zoals dat in 1997 is gebeurd?