Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-4328

van Patrik Vankrunkelsven (Open Vld) d.d. 7 september 2009

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie

Ombudsfuncties in het kader van de rechten van de patiënt - Evaluatie - Neutraliteit

rechten van de zieke
bemiddelaar

Chronologie

7/9/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 8/10/2009)
7/10/2009Antwoord

Vraag nr. 4-4328 d.d. 7 september 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De wet van 22 augustus 2002 betreffende de rechten van de patiënt voert een Federale Commissie “Rechten van de Patiënt” in. Deze commissie heeft onder meer als taak, het behandelen van de klachten omtrent de werking van een ombudsfunctie en het evalueren van de werking van de ombudsfuncties.

Graag had ik van de minister een antwoord gekregen op volgende vragen:

1.Hoeveel klachten ontving de commissie sinds 2002 omtrent de werking van een ombudsfunctie? Welk gevolg werd hieraan gegeven? Hoeveel van deze klachten maakten deel uit van een verdere (gerechtelijke) procedure?

2.Welke ombudsfuncties behaalden bij een evaluatie een onvoldoende en om welke redenen?

3.Bij hoeveel klachten en evaluaties was er een probleem omtrent de neutraliteit van de ombudsfunctie?

Antwoord ontvangen op 7 oktober 2009 :

1. Sinds de oprichting van de Federale Commissie “Rechten van de patiënt” in 2002 ontving men acht dossiers waarbij een klacht werd gemeld met betrekking tot de werking van een ombudsfunctie.

Het is overigens van belang te melden dat een klacht gericht aan de Commissie niet noodzakelijk van een patiënt afkomstig hoeft te zijn: elke persoon die betrokken is bij het bemiddelingsproces, ook de ombudspersoon zelf, kan een klacht overmaken.

Zodra een klacht wordt overgemaakt aan de Commissie, worden de betrokken partijen uitgenodigd om het dossier ofwel schriftelijk of mondeling te verduidelijken en eventuele bijkomende vragen toe te lichten. Deze getuigenissen worden verder onderzocht en de resultaten van de procedure worden vervolgens per brief vanwege de Commissie aan de partijen gecommuniceerd.

Over het aantal klachten die deel uitmaken van een verdere (gerechtelijke) procedure zijn bij de Commissie geen gegevens bekend.

2. Het is niet de bedoeling dat de Federale Commissie “Rechten van de patiënt” individuele ombudsfuncties “beoordeelt”. Ze heeft immers geen sanctionerende middelen om dergelijk oordeel te bekrachtigen. De Commissie is overigens geen beroepsinstantie die individuele klachtendossiers inhoudelijk kan behandelen. Het is eerder de bedoeling om het functioneren van de ombudsdienst met betrekking tot de klacht te bekijken en daarover aanbevelingen te formuleren.

De voorbereidende werken op de uitvoering van de patiëntenrechtenwet (Parlementaire Stukken Kamer 2001-02, nr. 1642/001, 47-48) hebben de activiteiten van de Commissie duidelijk toegelicht. De globale bedoeling is om de rechten van de patiënt te evalueren en eventuele problemen te signaleren aan de minister opdat de nodige aanpassingen kunnen getroffen worden in de wetgeving.

Wat betreft het klachtrecht, verschaffen de klachten die de Commissie over de ombudsfunctie ontvangt extra informatie over de werking, werkomstandigheden en kwaliteit ervan. Deze en andere gegevens, alsook eventueel daarop gebaseerde adviezen om de problemen aan te pakken, kunnen vervolgens aan de minister worden voorgelegd. Op deze manier zijn er in het verleden al veel aanpassingen voorgesteld en uitgevoerd met betrekking tot het versterken van de onafhankelijkheid van de ombudsfunctie.

3. Hoewel uit de vraag niet duidelijk is wat bedoeld wordt met het begrip “neutraliteit”, nemen we hier aan dat het slaat op een onpartijdige houding en het nalaten van een standpuntinname (overeenkomstig artikel 3 van het koninklijk besluit met betrekking tot de ombudsfunctie ziekenhuizen).

Bij zes van de acht dossiers overgemaakt aan de Commissie was er in die zin een expliciete of impliciete melding van problemen met betrekking tot de neutraliteit van de ombudspersoon (/-personen). Bij vier van de zes dossiers vormt dit aspect de hoofdzaak van de klacht; bij de overige dossiers is het eerder bijkomstig.