Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-2346

van Patrik Vankrunkelsven (Open Vld) d.d. 12 januari 2009

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

Ballonkyphoplastie - Indeukingsfracturen - Restrictieve terugbetaling

ziekteverzekering
chirurgie
kosten voor ziekenhuisopname
medisch en chirurgisch materiaal
nieuwe technologie
trauma
geneeswijze

Chronologie

12/1/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 12/2/2009)
30/1/2009Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 4-2096

Vraag nr. 4-2346 d.d. 12 januari 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Sinds enkele maanden voorziet de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen in de terugbetaling van ballonkyphoplastie voor de behandeling van indeukingsfracturen in de wervel.

De terugbetaling is van toepassing bij ballonkyphoplastie in geval van osteoporotische indeukingsfracturen en indeukingsfracturen veroorzaakt door het multiple myeloma van Kahler, mits voldaan is aan bijkomende voorwaarden.

In het verleden werd reeds meermaals aangedrongen op de terugbetaling van ballonkyphoplastie. Het was een lange lijdensweg, vooral dan voor de patiënten met indeukingsfracturen, en ik kan dan ook zeggen dat ik verheugd ben met de uiteindelijke terugbetaling. Toch is de lijdensweg van patiënten met indeukingsfracturen niet geheel achter de rug. Ballonkyphoplastie is een dure behandeling en het koninklijk besluit dat in voege is getreden is zeer restrictief. Restrictief in die zin dat personen met indeukingsfracturen, deze vaak opgelopen hebben ten gevolge van een ongeval. Voor zij die een arbeidsongeval hebben opgelopen stelt zich dit probleem niet omdat zij terugbetaling krijgen van de verzekeraar. Wel stelt zich een probleem in geval van privé-ongevallen.

Graag had ik van een antwoord gehad op volgende vragen :

1. Is de huidige restrictieve terugbetaling een eerste stap en zal de geachte minister overwegen om in de toekomst deze ook uit te breiden naar andere patiënten met indeukingsfracturen ?

2. Op basis waarvan heeft zij zich beperkt tot de twee categorieën ?

3. Verdient het volgens haar niet eerder de voorkeur om te opteren voor een individuele beoordeling van de ernst van de indeukingsfracturen, in plaats van zich restrictief te beperken tot categorieën ?

Antwoord ontvangen op 30 januari 2009 :

Het koninklijk besluit over de ballonkyphoplastie (koninklijk besluit van 12 juni 2008 tot wijziging van de artikelen 14, k), I., § 1, B. 2°, en 34, § 1, van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen) is gebaseerd op de evidenties vervat in het rapport, volume 39 A, van het Federaal Kenniscentrum “Rapid Assessment van nieuwe wervelzuiltechnologieën: totale discusprothese en vertebro/ballon kyfoplastie”.

Het doel van deze rapid assessment (onderzoek 2006) was de beschikbare klinische en economische evidentie samen te vatten voor vertebroplastie en ballonkyphoplastie voor de volgende indicaties:

1. osteoporotische wervelindeukingsfrakturen;

2. traumatische wervelindeukingsfrakturen; en

3. indeukingsfrakturen ten gevolge van botmetastasen en hemangiomata.

Een nauwgezet literatuuronderzoek toont aan dat er wel studies zijn over de behandelingen voor twee van de indicaties maar quasi niets voor de traumatische wervelindeukingsfrakturen.

In een overzichtsartikel van Urban & Vogel in de European Journal of Trauma (volume 31, nr. 5, oktober 2005) “Vertebro-/Kyphoplasty History, Development, Results” worden traumatische indeukingen van de wervelzuil zonder concomittante pathologie van het beenderweefsel eveneens niet tot de indicaties gerekend voor kyphoplastie.

Één van de redenen hiervoor is dat de meest verdienstelijke werking van de kyphoplastie niet een functionele recuperatie is door het remodelleren van de ingedeukte wervels, maar wel een stopzetten van de chronische ondraaglijke pijn die zich installeert bij patiënten met osteoporose en met de ziekte van Kahler en die niet kan verhinderd worden met een klassieke behandeling.

Een hoofdvoorwaarde voor de vergoeding van de ballonkyphoplastie is dat de patiënt lijdt van blijvende pijnklachten gedurende meer dan acht weken te wijten aan een osteoporotische fractuur en waarbij de medicamenteuze pijntherapie die gedurende minimaal acht weken uitgeprobeerd werd ofwel faalde ofwel aanleiding gaf tot al te hinderlijke nevenwerkingen (voor multiple myeloma wordt deze minimum duurtijd voor de periodes van pijnklachten en de behandeling ervan telkens teruggebracht op zes weken).

De ten laste neming van de traumafracturen van de wervels zal opnieuw besproken worden indien de litteratuur evolueert. In afwachting is het niet aangewezen om de criteria van de terugbetalingsmethode van de ballonkyphoplastie te herzien.