Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-2260

van Wouter Beke (CD&V) d.d. 12 januari 2009

aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen

Openbare gebouwen - toegankelijkheid - Verlaging van het BTW-tarief

openbaar gebouw
faciliteiten voor gehandicapten
lichamelijk gehandicapte
BTW-tarief

Chronologie

12/1/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 12/2/2009)
2/2/2009Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 4-1880

Vraag nr. 4-2260 d.d. 12 januari 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Een betere toegankelijkheid van openbare gebouwen voor personen met een beperkte mobiliteit is een bekommernis die ons allemaal na aan het hart ligt. Voor wat betreft de betere toegankelijkheid van de treinstations besteedde het beheerscontract 2008-2012 met de NMBS een apart onderdeel aan de betere toegankelijkheid voor reizigers met een beperkte mobiliteit. Niet enkel de federale overheid maar ook de plaatselijke overheden willen verhoogde inspanningen leveren om hun gebouwen beter toegankelijk te maken voor personen met een beperkte mobilitieit.

Overeenkomstig artikel 6, eerste lid, van het BTW-wetboek worden de Staat, de gewesten en de gemeenschappen, de provincies, de agglomeraties, de gemeenten en de openbare instellingen in beginsel niet als belastingplichtige beschouwd voor de werkzaamheden en handelingen die zij als overheid verrichten.

Het tweede lid van dat artikel bepaalt echter dat een overheid wel als BTW-plichtige kan worden beschouwd indien deze behandeling concurrentieverstorend is.

In de hypothese dat een gemeente BTW-plichtig zou zijn voor aanpassingswerken aan haar gebouwen is het normale tarief van 21% van toepassing.

Om deze redenen had ik van de geachte minister graag een antwoord gekregen op de volgende vragen:

1.)Wat is het standpunt van de geachte minister betreffende de toepassing van de BTW-plicht op de gemeentes met betrekking tot de aanpassingen die zij verrichten aan hun gebouwen met het oog op een betere toegankelijkheid voor personen met een beperkte mobiliteit? Wat moet worden verstaan onder concurrentieverstorend? Kunnen dergelijke aanpassingswerken als concurrentieverstorend worden aanzien?

2.)Voor private woningen ouder dan 5 jaar is voorzien in een verlaagd BTW-tarief van 6% indien aan bepaalde voorwaarden is voldaan. Zou er voor de openbare gebouwen die bepaalde aanpassingswerken uitvoeren ook niet voorzien kunnen worden in een verlaagd BTW-tarief?

3.)De zesde BTW-richtlijn voorziet niet in de mogelijkheid om een verlaagd BTW-tarief voor dergelijke aanpassingswerken? Is hij bereid om bij zijn Europese collega’s te pleiten om voor dergelijke werken een verlaagd BTW-percentage te voorzien?

Antwoord ontvangen op 2 februari 2009 :

1. Het geachte Lid wenst blijkbaar het standpunt van de administratie te kennen in verband met de toepassing van artikel 6 van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde (BTW) na de uitspraak van het Grondwettelijk Hof op 17 juli 2008.

De gevolgen van dit arrest worden momenteel nog onderzocht zodat het niet mogelijk is om nu reeds een standpunt in te nemen.

2. De aanpassing van openbare gebouwen met het oog op een betere toegan­kelijkheid van die gebouwen voor personen met een beperkte mobiliteit komt niet in aan­merking voor de toepassing van de verlaag­de BTW-tarieven van 6 % en 12 % in de onroerende sector, behoudens wanneer het gaat om bepaalde verblijfsinrichtingen (zie ko­ninklijk besluit nr. 20, inzake BTW-tarieven, bijlage, tabel A, rubriek XXXI, § 2, en ru­briek XXXIII, § 1, 2°, b, alsook tabel B, ru­briek X, § 1, A, d).

3. De verlaagde BTW-tarieven worden op Europees vlak immers geregeld door de bijlage III van de richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belastingen over de toegevoegde waarde. Categorie 10 van deze bij­lage III beoogt de levering, bouw, renovatie, en verbouwing van in het sociaal beleid ver­strekte huisvesting. De onderhouds- of restau­ratiewerken aan openbare gebouwen zijn als dusdanig niet bedoeld in voornoemde bepa­ling zodat een BTW-verlaging voor dergelijke handelingen thans niet in overweging kan worden genomen.

In het nieuwe voorstel van richtlijn van de Commissie van 7 juli 2008 tot wijzi­ging van voornoemde richtlijn, die in werking zou treden op 1 januari 2011, wordt cate­gorie 10 gewijzigd en categorie 10a, toege­voegd. Deze wijziging behelst een rationali­sering en uitbreiding van de keuzemogelijk­heid van de Lidstaten om verlaagde tarieven toe te passen in de woningsector. De be­perking dat de huisvesting in het kader van het sociaal beleid moet worden verstrekt zou worden geschrapt en de toepassing van het verlaagd BTW-tarief zou eventueel worden uit­gebreid tot werken verricht aan bepaalde ge­bedshuizen, culturele erfgoederen en histori­sche monumenten.

Dit voorstel dient echter nog una­niem te worden goedgekeurd door de Raad. Bij goedkeuring van dit voorstel door de Raad zou een verlaging van het toepasselijk BTW-tarief op het onderhoud en de restau­ratie van bepaalde openbare gebouwen in overweging kunnen worden genomen indien er voldoende budgettaire ruimte is.