Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-1329

van Martine Taelman (Open Vld) d.d. 24 juli 2008

aan de vice-eersteminister en minister van Justitie en Institutionele Hervormingen

Ieper - Rechtbank van eerste aanleg - Gerechtelijke achterstand

gerechtelijke achterstand
judiciële rechtspraak

Chronologie

24/7/2008Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 29/8/2008)
12/9/2008Antwoord

Vraag nr. 4-1329 d.d. 24 juli 2008 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Gerechtelijke achterstand is een probleem dat de laatste decennia niet van de agenda is geweest. Er zijn verschillende initiatieven genomen door de recente ministers van Justitie om hieraan te verhelpen. Globaal genomen kan men stellen dat de achterstand zich de laatste jaren nog in hoofdzaak concentreerde bij de hoven van beroep, doch dat in de meeste van die hoven, zoals bijvoorbeeld in Antwerpen en Gent, grote vooruitgang werd geboekt.

Thans leeft er echter opnieuw het gevoel, zoals in enkele recente persberichten vermeld, dat er meer vertraging optreedt in de behandeling van rechtszaken op niveau van de rechtbanken van eerste aanleg. Er wordt verwezen naar de recente wetten inzake de hervorming van de echtscheiding en tot terugdringen van de gerechtelijke achterstand.

Om inzicht te krijgen over deze problematiek, of er mogelijke regionale verschillen zijn, en mogelijke tendensen in de tijd, en om deze te vergelijken met de perceptie die leeft bij de bevolking ten opzichte van het gerecht, wens ik de geachte minister volgende vragen te stellen:

1. Wat was de gemiddelde behandelingstermijn van rechtszaken voor de rechtbank van eerste aanleg te Ieper in 2007 en 2006 en in de periode tussen 1 januari 2008 en 30 juni 2008?

2. Wat was de gemiddelde wachttijd (tijd tussen neerleggen van het dossier en de eerste behandeling door de rechtbank) eer een proces begon voor de rechtbank van eerste aanleg te Ieper in 2007 en 2006 en in de periode tussen 1 januari 2008 en 30 juni 2008?

3. Welke was deze wachttijd voor echtscheidingszaken, inclusief echtscheidingen met onderlinge toestemming?

4. Welke conclusies trekt de geachte minister uit deze cijfers?

Antwoord ontvangen op 12 september 2008 :

Ik verwijs u naar het antwoord gegeven op de schriftelijke vraag nr. 4-1308.