SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2019-2020 Zitting 2019-2020
________________
18 juin 2020 18 juni 2020
________________
Question écrite n° 7-598 Schriftelijke vraag nr. 7-598

de Bert Anciaux (sp.a)

van Bert Anciaux (sp.a)

à la première ministre, chargée de Beliris et des Institutions culturelles fédérales

aan de eerste minister, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen
________________
Crise du coronavirus - Avions - Assouplissement des mesures de sécurité - Santé des passagers - Mesures (Covid-19) Coronacrisis - Vliegtuigen - Verzachte veiligheidsmaatregelen - Gezondheid van de passagiers - Maatregelen (Covid-19) 
________________
épidémie
transport aérien
prévention des maladies
assainissement
avion
transport de voyageurs
droits des passagers
epidemie
luchtvervoer
voorkoming van ziekten
zuivering
vliegtuig
reizigersvervoer
rechten van passagiers
________ ________
18/6/2020Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 23/7/2020)
23/7/2020Antwoord
18/6/2020Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 23/7/2020)
23/7/2020Antwoord
________ ________
Question n° 7-598 du 18 juin 2020 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 7-598 d.d. 18 juni 2020 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

La pandémie à laquelle nous sommes confrontés affecte tous les habitants et les gouvernements du pays. Il est difficile de trouver une matière plus transversale. Les mesures et décisions prises à un échelon politique influencent fortement les conséquences et les situations vécues à un autre échelon.

Le Conseil national de sécurité a été institué afin de permettre une approche coordonnée.

Quelques règles de base s'appliquent à tous les secteurs. Deux d'entre elles sont le lavage et la désinfection très fréquents des mains, une troisième consigne étant le respect de la distance de sécurité nécessaire.

Ces mesures ne semblent s'assouplir que pour les avions. L'intérêt économique et financier de l'aviation semble, en particulier, primer sur la santé des passagers. Comme c'est déjà souvent le cas pour les riverains de l'aéroport, l'intérêt des compagnies aériennes passe à nouveau devant les critères sanitaires.

Comment est-il possible que le gouvernement fédéral et les gouvernements des entités fédérées imposent des mesures aux transports publics, aux transports privés par bus et en imposent beaucoup moins aux compagnies aériennes?

Les passagers des avions restent longtemps serrés les uns contre les autres comme des sardines en boîte. Seul le masque buccal, obligatoire, est imposé.

La première ministre sait parfaitement que celui-ci ne protège que partiellement les passagers. Si le port du masque était accompagné de règles de distanciation, la situation serait acceptable. Or celles-ci ne sont pas imposées, pour garantir le bénéfice du secteur.

Il devrait être normal qu'au moins un siège sur trois soit laissé libre et que les gens ne soient pas collés les uns contre les autres ; un contact physique est en effet inévitable.

Il faut aussi que les rangées soient davantage séparées pour que les passagers ne sentent pas le souffle de la personne assise derrière eux.

1) Le gouvernement fédéral et donc la première ministre cèdent-ils à l'énorme pouvoir économique et financier du secteur de l'aviation? Quelles mesures seront imposées pour que les passagers puissent prendre l'avion en toute sécurité?

2) Le secteur n'est-il pas conscient qu'en ne prenant pas de mesures tout à fait sûres, il met sa survie en danger? Le secteur n'est-il pas conscient qu'il s'agit ici du respect des passagers?

 

De gezondheidspandemie waar we vandaag mee geconfronteerd worden treft alle inwoners en overheden van het land. Het is moeilijk om een meer transversaal probleem te vinden. Maatregelen en beslissingen op het ene niveau beïnvloeden sterk de gevolgen en situaties op het andere beleidsniveau.

Gelukkig werd daarvoor de Nationale Veiligheidsraad in het leven geroepen zodat een gecoördineerde aanpak mogelijk is.

Voor zowat alle sectoren gelden daarom enkele vuistregels die overal gelden. Twee daarvan zijn het zeer veelvuldig wassen en ontsmetten van handen en een derde is het bewaren van de nodige en veilige afstand.

Enkel voor vliegtuigen lijken die maatregelen te vervagen en lijkt vooral het economisch en financieel belang van de luchtvaart opnieuw te primeren boven de gezondheid van de passagiers. Zoals dit al zo vaak het geval is voor de omwonenden van de luchthaven, is opnieuw het eigenbelang van de luchtvaartmaatschappijen prioritair op alle andere gezondheidscriteria.

Hoe is het mogelijk dat de federale en de deelstaatregeringen maatregelen opleggen op het openbaar vervoer, op het privé transport met bussen, maar veel minder maatregelen oplegt aan de luchtvaartmaatschappijen?

In vliegtuigen worden de mensen voor een zeer lange termijn als sardienen in een doosje op elkaar gestapeld. Enkel het verplicht mondmasker wordt opgelegd.

De geachte eerste minister weet perfect dat dit slechts deels de passagiers beschermt. Indien dit gepaard zou gaan met afstandsregels zou dit al aanvaardbaar zijn. Maar net dat, voor de sector enig criterium om hun winst te waarborgen, wordt niet opgelegd.

Het zou toch heel normaal moeten zijn dat minstens een zetel op drie vrij wordt gehouden en dat mensen niet tegen elkaar worden geplakt, zodat zelfs daadwerkelijk lijfelijk contact onvermijdbaar is.

Het is toch noodzakelijk dat ook de rijen meer uit elkaar worden gehaald zodat men de hete adem van diegene die achter u zit niet voelt.

1) Zwicht de federale regering en dus ook de geachte eerste minister voor de enorme economische en financiële macht van de luchtvaartsector? Welke maatregelen zullen worden opgelegd zodat mensen op een veilige manier een vliegtuig kunnen nemen?

2) Beseft de sector niet dat ze door geen echt veilige maatregelen te nemen hun voortbestaan in gevaar brengt? Beseft de sector niet dat het hier gaat over respect voor passagiers?

 
Réponse reçue le 23 juillet 2020 : Antwoord ontvangen op 23 juli 2020 :

La question est transmise au ministre de la Mobilité dès lors que cette matière relève de ses compétences.

De vraag is overgemaakt aan de minister van Mobiliteit gezien deze aangelegenheid tot zijn bevoegdheden behoort.