SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2019-2020 Zitting 2019-2020
________________
2 avril 2020 2 april 2020
________________
Question écrite n° 7-465 Schriftelijke vraag nr. 7-465

de Nadia El Yousfi (PS)

van Nadia El Yousfi (PS)

à la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, et de l'Asile et la Migration

aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, en van Asiel en Migratie
________________
Congé parental - Extension - Position - Allocations - Chiffres Ouderschapsverlof - Uitbreiding - Standpunt - Uitkeringen - Cijfers 
________________
congé parental
ouderverlof
________ ________
2/4/2020Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 7/5/2020)
1/10/2020Dossier gesloten
2/4/2020Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 7/5/2020)
1/10/2020Dossier gesloten
________ ________
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 7-466
Heringediend als : schriftelijke vraag 7-746
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 7-466
Heringediend als : schriftelijke vraag 7-746
________ ________
Question n° 7-465 du 2 avril 2020 : (Question posée en français) Vraag nr. 7-465 d.d. 2 april 2020 : (Vraag gesteld in het Frans)

Le congé parental donne la possibilité aux travailleurs de réduire ou de suspendre temporairement leurs prestations de travail pour leur permettre de consacrer davantage de leur temps à l'éducation de leur(s) enfant(s).

La transversalité de la question est démontrée dans la mesure où la réglementation est différente en fonction du secteur dont dépend l'employeur. Ainsi, les travailleurs du secteur privé sont ceux occupés chez un employeur tombant dans le champ d'application de la loi du 5 décembre 1968 relative aux conventions collectives de travail et aux commissions paritaires tandis que pour le secteur public, le droit au congé parental est prévu par l'arrêté dont dépend l'autorité de tutelle de l'administration ou du service public qui en dépend, c'est-à-dire, selon le cas, l'autorité fédérale, l'autorité régionale ou l'autorité communautaire. Dernier exemple, pour le secteur de l'enseignement, le droit au congé parental est prévu par l'arrêté en vigueur au sein de la Communauté dont dépend l'école ou le centre psycho-médico-social (PMS), c'est-à-dire, selon le cas, la Fédération Wallonie-Bruxelles, la Communauté flamande ou la Communauté germanophone.

Le travailleur a droit au congé parental à partir de la naissance de son enfant jusqu'à ce que l'enfant ait atteint l'âge de douze ans. Le droit au congé parental est accordé tant que l'enfant n'a pas atteint l'âge de douze ans à la date de prise de cours de l'interruption demandée, sauf lorsque l'enfant est atteint d'une incapacité physique ou mentale; la limite d'âge est alors fixée à vingt-et-un ans.

Aujourd'hui plusieurs acteurs de terrain plaident en faveur d'une extension de cette limite d'âge. Ils reconnaissent que si la présence des parents est importante pendant la petite enfance, leur présence est également importante tout au long de la jeunesse. La transition entre l'enfance et l'âge adulte est bien souvent difficile à gérer du côté des parents et à vivre du côté du jeune.

Àun âge plus avancé, les jeunes peuvent, par exemple, rencontrer des problèmes que la présence des parents pourrait contribuer à résoudre ou pour lesquels cette présence libérerait le temps nécessaire à la recherche et à la mise en œuvre d'une solution.

D'aucuns plaident dès lors pour une extension du droit au congé parental jusqu'aux dix-huit ans de l'enfant.

1) Une réflexion sur l'extension du droit au congé parental dans ce sens a-t-elle déjà eu lieu?

2) Quel est votre position sur la question?

3) Disposez-vous de chiffres globaux concernant le nombre d'allocations versées en fonction de l'âge de l'enfant au moment de la prise du congé parental?

 

Ouderschapsverlof biedt werknemers de mogelijkheid hun arbeidsprestaties tijdelijk te verminderen of op te schorten om meer tijd te kunnen besteden aan de opvoeding van hun kind(eren).

Deze vraag heeft een transversaal karakter omdat de reglementering verschilt naargelang de sector waarvan de werkgever afhangt. De regeling van de privésector geldt voor werknemers die tewerkgesteld zijn bij een werkgever die onder het toepassingsveld valt van de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. Voor de overheidssector is het recht op ouderschapsverlof geregeld door het besluit waarvan de voogdijoverheid van de administratie afhangt of van de openbare dienst die ervan afhangt, dat wil zeggen, naargelang van het geval de federale overheid, de regionale overheid of de gemeenschapsoverheid. Voor de onderwijssector wordt in het recht op ouderschapsverlof voorzien door het besluit dat van kracht is binnen de gemeenschap waarvan de school of het centrum voor leerlingenbegeleiding (CLB) afhangt, dat wil zeggen, naargelang van het geval, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap of de Duitstalige Gemeenschap.

De werknemer heeft recht op ouderschapsverlof vanaf de geboorte van zijn of haar kind tot het kind de leeftijd van twaalf jaar heeft bereikt. Het recht op ouderschapsverlof wordt toegekend zolang het kind de leeftijd van twaalf jaar niet heeft bereikt op de datum dat het gevraagde verlof ingaat, behalve wanneer het kind een fysieke of mentale handicap heeft; dan geldt 21 jaar als leeftijdsgrens.

Vandaag pleiten verschillende actoren op het terrein voor het optrekken van die leeftijdsgrens. Ze erkennen dat de aanwezigheid van de ouders, ook al is die belangrijk bij jonge kinderen, gedurende heel de jeugd belangrijk blijft. De overgang van kind naar volwassene is zowel voor de jongeren als voor hun ouders vaak een moeilijke periode.

Iets oudere jongeren kunnen bijvoorbeeld met problemen kampen waarbij de aanwezigheid van de ouders tot een oplossing kan bijdragen. Die aanwezigheid kan het mogelijk maken om te zoeken naar een oplossing en om die oplossing in gang te zetten.

Sommigen pleiten daarom voor een uitbreiding van het recht op ouderschapsverlof tot wanneer het kind achttien jaar is.

1) Werd er al nagedacht over een uitbreiding van het recht op ouderschapsverlof in die zin?

2) Wat is uw standpunt daarover?

3) Beschikt u over globale cijfers over het aantal toegekende uitkeringen volgens de leeftijd van het kind op het moment van het ouderschapsverlof?