SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2019-2020 Zitting 2019-2020
________________
30 janvier 2020 30 januari 2020
________________
Question écrite n° 7-327 Schriftelijke vraag nr. 7-327

de Guy D'haeseleer (Vlaams Belang)

van Guy D'haeseleer (Vlaams Belang)

au vice-premier ministre et ministre de la Justice, chargé de la Régie des bâtiments, et ministre des Affaires européennes

aan de vice-eersteminister en minister van Justitie, belast met de Regie der gebouwen, en minister van Europese Zaken
________________
Clubs de tir - Sécurité des membres - Interdiction de port de couvre-chefs Schietclubs - Veiligheid leden - Verbod van het dragen van hoofddeksels 
________________
vêtement
sport
arme personnelle
équipement sportif
organisation sportive
arme à feu et munitions
arme de petit calibre
kledingstuk
sport
persoonlijk wapen
sportaccommodatie
sportorganisatie
vuurwapen
handvuurwapens
________ ________
30/1/2020Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 5/3/2020)
10/3/2020Antwoord
30/1/2020Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 5/3/2020)
10/3/2020Antwoord
________ ________
Question n° 7-327 du 30 janvier 2020 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 7-327 d.d. 30 januari 2020 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Clubs de tir - Sécurité des membres - Interdiction de port de couvre-chefs

La loi oblige les clubs de tir à garantir la sécurité de leurs membres et de leurs infrastructures, et leur responsabilité peut être engagée en cas de manquement à cette obligation. À cet égard, certains clubs de tir prévoient dans leur règlement l'interdiction de porter des couvre-chefs, de quelque nature qu'ils soient, pendant la pratique du tir sportif. Ils estiment en effet que cette interdiction est nécessaire pour garantir la sécurité de leurs membres sur le champ de tir. D'autres clubs s'interrogent toutefois sur l'opportunité d'une telle mesure d'interdiction.

Est-il légitime et conforme aux dispositions légales que des clubs sportifs prévoient, dans leur règlement, une disposition interdisant le port de couvre-chefs sur le stand de tir (et uniquement là) lorsqu'ils estiment cette mesure nécessaire pour la sécurité de leurs membres et de leurs infrastructures ?

 

Schietclubs zijn wettelijk verplicht om voor de veiligheid van hun leden en infrastructuur in te staan en kunnen verantwoordelijk worden gesteld indien zij op dat vlak nalatig zouden zijn. Een aantal schietclubs verbieden in dat verband in hun reglement het dragen van hoofddeksels, van welke aard dan ook, wanneer hun leden op de schietbaan hun schietsport beoefenen omdat zij van oordeel zijn dat dit noodzakelijk is om de veiligheid van hun leden te verzekeren. Sommigen stellen echter vragen bij de opportuniteit van een dergelijke maatregel.

Is het legitiem en in overeenstemming met de wettelijke bepalingen dat sportclubs in hun reglement een bepaling opnemen die stelt dat het dragen van hoofdeksels verboden is op de schietstand (en alleen daar), wanneer zij van oordeel zijn dat dit noodzakelijk is voor de veiligheid van hun leden en van hun infrastructuur?

 
Réponse reçue le 10 mars 2020 : Antwoord ontvangen op 10 maart 2020 :

L’arrêté royal du 13 juillet 2000 déterminant les conditions d’agrément des stands de tir règle les particularités de la procédure d’agrément des stands de tir.

Conformément à l’article 3, 11°, de cet arrêté royal, l’exploitant est tenu d’établir un règlement d’ordre intérieur. Il doit également veiller au respect dudit règlement. Le but est de garantir la sécurité des usagers et des visiteurs. C’est pourquoi au moins les points suivants doivent y être réglés:

–  tout ce qui a trait à l’entretien préventif des différents locaux et à l’entretien chaque fois que ceux-ci ont été utilisés, comme l’élimination de produits dangereux et de déchets, ce bien entendu en accord avec les dispositions réglementaires locales en vigueur en matière d’environnement, de sécurité incendie, etc.;

–  la procédure d’utilisation des armes à feu dans le stand (port, chargement, armement, drills des tireurs);

–  les personnes autorisées à se trouver dans le stand de tir (nombre maximum et qualité des personnes, ce pour chaque local distinct);

–  les instructions relatives aux mesures d’urgence (incendie, incidents de tir…);

–  les limitations en vigueur dans le stand de tir concernant les techniques de tir, l’utilisation des armes, les munitions et leur fabrication éventuelle, les cibles et les écrans de tir.

Bien entendu, l’exploitant est libre de fixer des règles supplémentaires dans le règlement d’ordre intérieur.

Het koninklijk besluit van 13 juli 2000 tot bepaling van de erkenningsvoorwaarden van schietstanden regelt de bijzonderheden van de procedure van erkenning van schietstanden.

Ingevolge artikel 3, 11° van dit koninklijk besluit is de uitbater van een schietstand gehouden tot het opstellen van een huishoudelijk reglement. Hij moet eveneens toezicht houden op de naleving van dit reglement. Het doel ervan is waarborgen te bieden voor de veiligheid van de gebruikers en bezoekers en daarom moeten minstens de volgende punten erin worden geregeld:

–  alles wat behoort tot het preventief onderhoud van de verschillende lokalen en tot het onderhoud na elk gebruik ervan, zoals de verwijdering van gevaarlijke stoffen en afval, dit uiteraard in overeenstemming met de geldende plaatselijke regelgeving inzake milieu, brandveiligheid, enz.;

–  de manier waarop vuurwapens in de schietstand mogen worden gebruikt (dragen, laden, wapenen, drills van de schutters);

–  wie zich in de schietstand mag bevinden (maximaal aantal personen en hun hoedanigheid, dit voor elke ruimte apart);

–  instructies over maatregelen bij noodgevallen (brand, schietincidenten, enz.);

–  de in de schietstand geldende beperkingen op het vlak van schiettechnieken, wapengebruik, munitie en eventueel de aanmaak daarvan, doelwitten en schietschermen.

–  Het staat de uitbater uiteraard vrij om verdere regels te bepalen in het huishoudelijk reglement.