SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2019-2020 Zitting 2019-2020
________________
28 novembre 2019 28 november 2019
________________
Question écrite n° 7-227 Schriftelijke vraag nr. 7-227

de Guy D'haeseleer (Vlaams Belang)
van Guy D'haeseleer (Vlaams Belang)

à la ministre de l'Emploi, de l'Economie et des Consommateurs, chargée de la Lutte contre la pauvreté, de l'Egalité des chances et des Personnes handicapées
aan de minister van Werk, Economie en Consumenten, belast met Armoedebestrijding, Gelijke Kansen en Personen met een beperking
________________
Office national de l'Emploi (ONEm) - Chômage - Contrôle de la situation familiale - Contrôles à domicile - Médiateur fédéral - Réclamations - Nombre - Contenu - Traitement - Procédure - Délai Rijksdienst voor arbeidsvoorziening (RVA) - Werkloosheid - Controle op gezinstoestand - Thuiscontroles - Federale ombudsman - Klachten - Aantal - Inhoud - Behandeling - Procedure - Termijn 
________________
Office national de l'emploi
prestation familiale
médiateur
assurance chômage
situation de famille
Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening
gezinsuitkering
bemiddelaar
werkloosheidsverzekering
gezinssituatie
________ ________
28/11/2019Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 2/1/2020)
3/2/2020Antwoord
28/11/2019Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 2/1/2020)
3/2/2020Antwoord
________ ________
Question n° 7-227 du 28 novembre 2019 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 7-227 d.d. 28 november 2019 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

L'emploi est une matière régionale ; par conséquent, cette question concerne une compétence transversale.

La procédure à suivre pour contrôler la situation familiale des chômeurs a été modifiée par la loi du 6 décembre 2000 modifiant l'article 23 de la loi du 14 février 1961 d'expansion économique, de progrès social et de redressement financier. Cette modification légale prévoit que l'assuré social doit être informé de la possibilité d'introduire une réclamation écrite ou orale auprès du médiateur fédéral compétent au sujet de l'intervention de l'Office national de l'Emploi (ONEM) en matière de contrôle de la situation familiale.

Pouvez-vous répondre aux questions suivantes, pour les années 2016, 2017 et 2018, et pour chaque Région :

1) Combien de réclamations ont-elles été introduites ?

2) Quel était le contenu des réclamations les plus fréquentes ?

3) Comment ces réclamations ont-elles été traitées ?

4) a) Combien de réclamations étaient-elles fondées ?

b) Que se passe-t-il lorsque la réclamation est fondée ?

5) a) Combien de réclamations étaient-elles infondées ?

b) Que se passe-t-il lorsque la réclamation est infondée ?

6) Quel est le délai de traitement de ces réclamations ?

 

Werk is een gewestelijke bevoegdheid en bijgevolg betreft deze vraag een transversale aangelegenheid.

Door de wet van 6 december 2000 tot wijziging van artikel 23 van de wet van 14 februari 1961 voor economische expansie, sociale vooruitgang en financieel herstel, werd de procedure die moet gevolgd worden om de gezinstoestand van werklozen te controleren gewijzigd. Deze wetswijziging bepaalt dat de sociaal verzekerde wordt ingelicht over de mogelijkheid om een schriftelijke of mondelinge klacht bij de bevoegde federale ombudsman in te dienen aangaande het optreden van de Rijksdienst voor arbeidsvoorziening (RVA) inzake de controle op de gezinstoestand.

Kunt u meedelen op jaarbasis voor de jaren 2016, 2017 en 2018 en opgesplitst per Gewest :

1) Hoeveel klachten werden er ingediend ?

2) Wat was de inhoud van de meest voorkomende klachten ?

3) Hoe werden deze klachten behandeld ?

4) a) In hoeveel gevallen waren de klachten gegrond ?

b) Wat gebeurt er in geval van gegronde klachten ?

5) a) In hoeveel gevallen waren de klachten ongegrond ?

b) Wat gebeurt er in geval van ongegronde klachten ?

6) Binnen welke termijn worden deze klachten behandeld ?

 
Réponse reçue le 3 février 2020 : Antwoord ontvangen op 3 februari 2020 :

Je tiens tout d’abord à rappeler à l’honorable membre que les Régions disposent de compétences importantes dans le domaine de la politique du marché du travail mais que la réglementation du chômage est une compétence fédérale dont le contrôle est exercé par les services de contrôle de l’ONEM.

Remarques :

L'ONEM ne dispose pas d'un aperçu de toutes les questions posées au médiateur fédéral, étant donné que ce dernier ne demande pas toujours l'avis de l'ONEM pour répondre à une question/réclamation d'un citoyen. Il semble indiqué de poser cette question également au médiateur fédéral.

Les dossiers traités du médiateur fédéral ne concernent pas les visites à domicile, mais les enquêtes relatives au contrôle de la situation familiale, et ce indépendamment du fait qu'une visite à domicile a eu lieu ou pas lors de la procédure suivie. Le médiateur fédéral n'a pas transmis de réclamations portant en particulier sur des visites à domicile à l'ONEM.

1) 12 réclamations ont été introduites ;

•        2016 : 3

•        Flandre : 1

•        Bruxelles : 2

•        2017 : 6

•        Bruxelles : 3

•        Flandre : 3

•        2018 : 3

•        Bruxelles : 1

•        Flandre :2

2) L'interprétation de la réglementation relative à la situation familiale.

3) Il s'agissait de questions écrites du médiateur fédéral qui ont été transmises aux bureaux du chômage locaux de l'ONEM (selon le domicile des personnes qui ont introduit les dossiers). Les réponses ont été transmises, par le biais de l'Administration centrale, au médiateur fédéral.

4) Dans deux cas, la plainte était fondée ;

•        le médiateur fédéral a considéré que son intervention était « réussie »

•        le médiateur fédéral a considéré que le dossier était « résolu »

Lorsque la réclamation est fondée, la décision de l'ONEM est modifiée :

•        Code isolé après une nouvelle déclaration de l'intéressé

•        La décision (code isolé pour cohousing) a été revue à la suite d’un arrêt de la Cour de Cassation du 09.10.2017

5) Dans 7 cas, la plainte était non fondée. 2 dossiers sont restés sans appréciation du médiateur fédéral ou la décision a été suspendue/confirmée par le tribunal du travail.

Lorsque la réclamation n’est pas fondée, l'ONEM ne modifie pas sa décision.

6) On répond à toutes les réclamations du médiateur fédéral dans les 15 jours ouvrables, tel que prévu dans le protocole de coopération. Dans ces dossiers, le délai de réponse moyen était de 6,5 jours.

Allereerst wil ik het geachte lid eraan herinneren dat de gewesten over belangrijke bevoegdheden beschikken inzake het arbeidsmarktbeleid, maar dat de werkloosheidsreglementering een federale bevoegdheid is, waarvan de controle wordt uitgeoefend door de controlediensten van de RVA.

Opmerkingen:

RVA beschikt niet over een volledig beeld van de vragen die aan de ombudsman worden gericht omdat de ombudsman niet altijd het advies aan de RVA vraagt om te antwoorden op een vraag/klacht van een burger. Het lijkt aangewezen deze vraag ook aan de federale ombudsman te richten.

De behandelde dossiers van de ombudsman gaan niet over huisbezoeken maar over onderzoeken inzake controle op de gezinstoestand, los van het feit of er al dan niet een huisbezoek plaatsvond tijdens de gevolgde procedure. Specifiek over huisbezoeken werden er door de ombudsman geen klachten aan de RVA overgemaakt.

1) Er werden in totaal 12 klachten ingediend;

·         2016: 3

·   Vlaanderen: 1

·   Brussel: 2

·         2017: 6

·   Brussel: 3

·   Vlaanderen: 3

·         2018: 3

·   Brussel: 1

·   Vlaanderen: 2

2) Interpretatie reglementering over gezinstoestand.

3) Dit waren schriftelijke vragen van de ombudsman die bezorgd werden aan de plaatselijke RVA-kantoren (volgens de woonplaats van de indieners van de dossiers). De antwoorden werden via het hoofdbestuur van de RVA aan de ombudsman bezorgd.

4) In 2 gevallen was er sprake van een gegronde klacht;

·         De ombudsman beschouwde zijn tussenkomst als “geslaagd”

·         De ombudsman beschouwde het dossier als “opgelost”

In geval van gegronde klachten, wordt de beslissing van de RVA gewijzigd:

·         Code alleenstaande na een nieuwe aangifte van de betrokkene

·         Beslissing (code alleenstaande voor cohousing) werd herzien ingevolge een uitspraak van Cassatie dd. 9.10.2017

5) In 7 gevallen was er sprake van een ongegronde klacht. 2 dossiers bleven zonder beoordeling van de ombudsman of de beslissing werd opgeschort/beslissing bevestigd door de Arbeidsrechtbank.

In geval van ongegronde klachten, de beslissing werd door de RVA niet gewijzigd.

6) Alle klachten van de ombudsman worden binnen de 15 werkdagen beantwoord, zoals in het samenwerkingsprotocol voorzien is. In deze dossiers was de gemiddelde antwoordtermijn 6,5 dagen.