SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2021-2022 Zitting 2021-2022
________________
2 juin 2022 2 juni 2022
________________
Question écrite n° 7-1667 Schriftelijke vraag nr. 7-1667

de Stephanie D'Hose (Open Vld)

van Stephanie D'Hose (Open Vld)

au premier ministre, chargé des Affaires étrangères et des Affaires européennes

aan de eerste minister, belast met Buitenlandse Zaken en Europese Zaken
________________
Lutte contre le vol d'œuvres d'art - Convention de Nicosie - Ratification - État d'avancement Strijd tegen roofkunst - Conventie van Nicosia - Ratificering - Stand van zaken 
________________
oeuvre d'art
vol
convention internationale
ratification d'accord
bien culturel
commerce de l'art
trafic illicite
kunstvoorwerp
diefstal
internationale conventie
ratificatie van een overeenkomst
cultuurgoed
handel in kunstvoorwerpen
zwarte handel
________ ________
2/6/2022Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 7/7/2022)
24/11/2022Rappel
2/6/2022Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 7/7/2022)
24/11/2022Rappel
________ ________
Question n° 7-1667 du 2 juin 2022 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 7-1667 d.d. 2 juni 2022 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

La Convention de Nicosie a été adoptée, le 3 mai 2017, au Conseil de l'Europe dans le cadre de la lutte contre le vol d'œuvres d'art. Elle vise à prévenir et à combattre le commerce illégal et la destruction de biens culturels.

Cette Convention a vu le jour au terme d'une analyse du niveau de protection juridique déjà assuré par les Conventions de l'UNESCO et d'UNIDROIT. Elle vise

à combler les lacunes juridiques subsistantes au moyen de dispositions pénales.

Ainsi, la Convention de Nicosie définit un certain nombre d'infractions, détermine des circonstances aggravantes pour les contrevenants professionnels et prévoit plusieurs mesures préventives comme l'établissement d'inventaires du patrimoine culturel et l'archivage des transactions commerciales

Un atout de la Convention de Nicosie est son champ d'application matériel étendu : elle s'applique aux biens culturels meubles désignés par tout État partie à la Convention, mais aussi à tous les biens protégés par la Convention de l'UNESCO de 1970. Il en va de même pour les biens culturels immeubles, placés sur une liste conformément aux articles 1er et 11 de la Convention de l'UNESCO de 1972 relative à la protection du patrimoine mondial, culturel et naturel.

Cette convention a jusqu'à présent été signée par onze membres du Conseil de l'Europe. La Belgique ne l'a toujours pas signée.

Le rapport d'information concernant l'optimisation de la coopération entre l'autorité fédérale et les entités fédérées en matière de lutte contre le vol d'œuvres d'art (Doc. Sénat, n° 6 357/1-4), que le Sénat a adopté en 2018, recommande la ratification de la nouvelle Convention du Conseil de l'Europe sur les infractions visant des biens culturels, ouverte à la signature le 19 mai 2017 à Nicosie, sous réserve d'une analyse juridique préalable afin d'en étudier l'incidence et l'interaction avec d'autres instruments juridiques existants.

La présente question porte sur une matière transversale dont la compétence est partagée avec les Communautés. Ces dernières sont compétentes pour les arts, en particulier pour la protection de notre patrimoine culturel. Le gouvernement fédéral, quant à lui, est responsable d'une série de musées et établissements culturels fédéraux. La Convention de Nicosie est un traité mixte et doit être signée tant par l'autorité fédérale que par les entités fédérées.

Je souhaiterais vous poser les questions suivantes.

1) Où en est la signature de la Convention de Nicosie ? Subsiste-t-il des obstacles, selon vous, et si oui, quels sont-ils ? Pour quand prévoyez-vous la signature ?

2) A-t-on déjà procédé à une analyse juridique préalable afin d'étudier l'incidence de la convention et son interaction avec d'autres instruments juridiques existants ? Dans la négative, allez-vous entamer cette analyse et quel en sera le calendrier ? Dans l'affirmative, pouvez-vous en expliquer le résultat ? Tous les aspects ont-ils été tirés au clair ?

3) Une concertation est-elle organisée actuellement entre le niveau fédéral et les entités fédérées en vue de l'éventuelle signature de la convention et, si oui, quand et où ?

4) Quelle incidence la signature de la convention par notre pays aura-t-elle sur la politique et la législation fédérales ? Pouvez-vous détailler votre réponse ?

 

In de strijd tegen roofkunst werd op 3 mei 2017 de Conventie van Nicosia van de Raad van Europa aangenomen, die de preventie en bestrijding van illegale handel in en de vernietiging van cultuurgoederen beoogt.

Deze Conventie kwam tot stand na een analyse van de juridische dekkingsgraad die reeds tot stand werd gebracht door de UNESCO-Conventie en het UNIDROIT-Verdrag. Zij beoogt de overgebleven juridische leemten op te vullen door strafrechtelijke bepalingen toe te voegen.

Het Verdrag van Nicosia definieert een aantal misdrijven, bepaalt verzwarende omstandigheden voor professionele overtreders en voorziet in een aantal preventieve maatregelen onder de vorm van inventarissen van cultureel erfgoed en archivering van handelstransacties.

Een troef van het Verdrag van Nicosia is het uitgebreide materiële toepassingsveld: het is niet alleen van toepassing op roerende cultuurgoederen die worden aangewezen door elke Staat die partij is bij het Verdrag, maar ook op alle goederen die beschermd worden door het UNESCO-Verdrag van 1970. Hetzelfde geldt voor de onroerende cultuurgoederen, die op een lijst staan overeenkomstig de artikelen 1 en 11 van het UNESCO-Verdrag van 1972 betreffende de bescherming van het mondiaal cultureel en natuurlijk erfgoed.

Momenteel werd deze Conventie door elf leden van de Raad van Europa ondertekend. België heeft de Conventie nog niet ondertekend.

Het in de Senaat in 2018 aangenomen informatieverslag betreffende de optimalisering van de samenwerking tussen de federale overheid en de deelstaten inzake de bestrijding van kunstroof (doc. Senaat, nr. 6-357/1 tot 4) beveelt de ratificering van het nieuwe Verdrag van de Raad van Europa (de «Convention on Offences relating to Cultural Property»), opengesteld voor ondertekening op 19 mei 2017 in Nicosia, aan onder voorbehoud van een voorafgaand juridisch onderzoek dat de impact en de interactie met de andere bestaande juridische instrumenten nagaat.

Deze vraag betreft een transversale aangelegenheid met de Gemeenschappen. De Gemeenschappen zijn bevoegd voor de kunsten, in het bijzonder wat de bescherming van ons cultureel erfgoed betreft. Daarnaast is de federale regering bevoegd voor een rits federale Musea en cultuurinstellingen. De Conventie van Nicosia is een gemengd verdrag en moet zowel door de federale overheid als door de deelstaten worden ondertekend.

Graag had ik u dan ook volgende vragen voorgelegd:

1) Wat is de stand van zaken wat betreft het ondertekenen van de Conventie van Nicosia? Ziet u nog bepaalde knelpunten en zo ja, welke zijn deze? Tegen wanneer voorziet u de ondertekening?

2) Vond er reeds een voorafgaand juridisch onderzoek plaats dat de impact en de interactie met de andere bestaande juridische instrumenten nagaat? Zo neen, gaat u dit opstarten en wat is de kalender? Zo ja, kan u toelichten wat hiervan het resultaat was? Werd alles uitgeklaard?

3) Wordt er thans overlegd tussen het federaal niveau en de deelstaten met oog op een eventuele ondertekening, en zo ja, waar en wanneer?

4) Welke impact zal de ondertekening door ons land hebben op het federale beleid en de federale wetgeving? Kan u dit gedetailleerd toelichten?