| SÉNAT DE BELGIQUE | BELGISCHE SENAAT | ||||||||||||
| ________ | ________ | ||||||||||||
| Session 2015-2016 | Zitting 2015-2016 | ||||||||||||
| ________ | ________ | ||||||||||||
| 20 avril 2016 | 20 april 2016 | ||||||||||||
| ________ | ________ | ||||||||||||
| Question écrite n° 6-912 | Schriftelijke vraag nr. 6-912 | ||||||||||||
de Bert Anciaux (sp.a) |
van Bert Anciaux (sp.a) |
||||||||||||
au ministre de la Justice |
aan de minister van Justitie |
||||||||||||
| ________ | ________ | ||||||||||||
| Radicalisation - Lutte - Mosquées - Optimalisation de la procédure de reconnaissance - Mesures - Coopération entre l'État fédéral et les Communauté et Régions | Radicalisering - Strijd - Moskeeën - Gestroomlijnde erkenningsprocedure - Maatregelen - Samenwerking tussen de federale overheid en de Gemeenschappen en de Gewesten | ||||||||||||
| ________ | ________ | ||||||||||||
| statistique officielle islam religion intégrisme religieux formalité administrative coopération institutionnelle sûreté de l'Etat extrémisme radicalisation |
officiële statistiek islam godsdienst religieus conservatisme administratieve formaliteit institutionele samenwerking staatsveiligheid extremisme radicalisering |
||||||||||||
| ________ | ________ | ||||||||||||
|
|
||||||||||||
| ________ | ________ | ||||||||||||
| Question n° 6-912 du 20 avril 2016 : (Question posée en néerlandais) | Vraag nr. 6-912 d.d. 20 april 2016 : (Vraag gesteld in het Nederlands) | ||||||||||||
La lutte contre la radicalisation doit être menée par l'autorité fédérale, les Régions et Communautés et les autorités locales. Il s'agit d'une matière transversale par excellence, pour laquelle tous les pouvoirs institutionnels doivent assumer une part de responsabilité. La reconnaissance des cultes est une compétence fédérale. À la suite de cette reconnaissance, le gouvernement fédéral paie les traitements et pensions des ministres des cultes reconnus. Il assure la prise en charge des ministres des cultes reconnus qui sont nommés par leur autorité religieuse dans une zone déterminée. Les Régions sont compétentes pour organiser les établissements chargés de la gestion du temporel d'un culte, régler leur fonctionnement et les contrôler (les réglementations adoptées à ce sujet sont différentes dans les trois Régions). En Région flamande, le décret du 7 mai 2004 relatif à l'organisation matérielle et au fonctionnement des cultes reconnus est en vigueur depuis le 1er mars 2005. En Région bruxelloise, la législation fédérale reste applicable, même si l'ordonnance du 18 juillet 2002 portant diverses réformes en vertu de la loi spéciale du 13 juillet 2001 portant transfert de diverses compétences aux Régions et Communautés, y a apporté une série de modifications. En Région wallonne également, c'est toujours la législation fédérale qui s'applique. Les Régions sont également compétentes pour l'établissement de «communautés» concernant les cultes reconnus par l'autorité fédérale. Une coopération est nécessaire entre les Régions et l'autorité fédérale pour la reconnaissance des mosquées. C'est là que le bât blesse. Le processus de reconnaissance est boiteux et lent. La procédure n'est absolument pas claire. Pourtant, la reconnaissance et le financement des mosquées représente un précieux moyen de lutte contre la radicalisation. Le fonctionnement des mosquées reconnues est en outre bien mieux contrôlé. 1) Combien de mosquées ont-elles été reconnues en 2015, 2014, 2013, 2012 et 2011 ? Je souhaiterais obtenir des chiffres par Région. 2) Pour combien de dossiers de reconnaissance la Sûreté de l'État a-t-elle rendu un avis favorable ? 3) Combien de dossiers en cours y a-t-il à la Sûreté de l'État ? 4) Depuis combien de temps ces dossiers attendent-ils un avis de la Sûreté de l'État ? 5) Combien d'avis négatifs la Sûreté de l'État a-t-elle délivrés en 2015, 2014, 2013, 2012 et 2011 ? J'aimerais également obtenir des chiffres par Région. 6) Combien de mosquées dans chaque Région sont-elles aujourd'hui financées par la SPF Justice ? 7) Quelle est la durée moyenne de traitement d'un dossier de reconnaissance de mosquée ? Quelles sont les démarches à accomplir et quelle est la durée moyenne de ces différentes étapes ? 8) Les Régions conservent-elles le pouvoir de coordonner les dossiers de reconnaissance pendant la procédure de reconnaissance ? Quel rôle les autorités locales jouent-elles ? 9) Combien de personnes et combien de moyens le SPF Justice affecte-t-il à la reconnaissance des mosquées ? Combien au rôle spécifique de l'Exécutif des musulmans ? Combien aux avis de la Sûreté de l'État ? Combien à la reconnaissance finale par la Justice et combien au versement des moyens publics aux mosquées reconnues ? |
De strijd tegen radicalisering is een strijd die dient gevoerd te worden door de federale overheid, de gewesten en gemeenschappen en de lokale overheden. Het is bij uitstek een transversale aangelegenheid, waarvoor alle institutionele overheden een deel van de verantwoordelijkheid moeten nemen. De bevoegdheid om erediensten te erkennen is federaal. Ingevolge deze erkenning betaalt de federale overheid de wedden en pensioenen van de bedienaren van de erkende godsdiensten. Zij neemt die bedienaren van de erediensten ten laste die door de religieuze overheid in een bepaald gebied worden benoemd. De gewesten zijn bevoegd om de instellingen belast met het beheer van de goederen van een eredienst te organiseren, hun werking te regelen en hierop toezicht uit te oefenen (verschillend geregeld in de drie gewesten). Zo is in het Vlaams Gewest is, sinds 1 maart 2005, het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en de werking van de erkende erediensten van toepassing. In het Brusselse Gewest blijft de federale wetgeving van toepassing maar zijn er wel een aantal wijzigingen aangebracht door de ordonnantie van 18 juli 2002 houdende diverse hervormingen krachtens de bijzondere wet van 13 juli 2001 houdende overdracht van diverse bevoegdheden aan de gewesten en de gemeenschappen. In het Waals Gewest geldt nog steeds de federale wetgeving. De gewesten zijn eveneens bevoegd voor de oprichting van "gemeenschappen" van de door de federale overheid erkende godsdiensten. Voor de erkenning van moskeeën is een samenwerking nodig tussen de gewesten en de federale overheid. Daar wringt ook het schoentje. De erkenning verloopt bijzonder mank en traag. De procedure is geenszins duidelijk. Nochtans is de erkenning en financiering van moskeeën een enorm belangrijk middel in de strijd tegen radicalisering. Er is tevens een veel betere controle op de werking van de erkende moskeeën. 1) Hoeveel moskeeën werden er erkend in 2015, 2014, 2013, 2012 en 2011? Graag een opsplitsing per gewest. 2) Voor hoeveel erkenningsdossiers werd er een gunstig advies uitgevaardigd door de Staatsveiligheid ? 3) Hoeveel hangende dossiers zijn er bij de Staatsveiligheid? 4) Hoelang wachten deze dossiers al op een advies van de Staatsveiligheid ? 5) Hoeveel negatieve adviezen werden er afgeleverd door de Staatsveiligheid in de jaren 2015, 2014, 2013, 2012 en 2011? Graag tevens een opsplitsing per gewest. 6) Hoeveel moskeeën, per gewest, worden er vandaag gefinancierd door FOD Justitie ? 7) Wat is de gemiddelde duurtijd van een erkenningsdossier voor moskeeën? Welke stappen dienen gezet te worden en wat is de gemiddelde duur van deze verschillende stappen? 8) Behouden de gewesten de coördinatie over de erkenningsdossiers tijdens de erkenningsprocedure? Wat is de rol van de plaatselijke overheden? 9) Hoeveel mensen en hoeveel middelen stelt FOD Justitie ter beschikking voor de erkenning van moskeeën? Hoeveel voor de specifieke rol van de Moslimexecutieve? Hoeveel voor de adviezen van de Staatsveiligheid? Hoeveel voor de uiteindelijke erkenning door Justitie en hoeveel voor de uitbetaling van de overheidsmiddelen aan de erkende moskeeën? |
||||||||||||
| Réponse reçue le 14 septembre 2017 : | Antwoord ontvangen op 14 september 2017 : | ||||||||||||
1) À ce jour, 80 communautés islamiques sont reconnues. Ces communautés se répartissent comme suit : – 39 communautés islamiques pour la Région wallonne ; – 26 communautés islamiques pour la Région flamande ; – 18 communautés islamiques pour la Région de Bruxelles-Capitale. 2) à 5) Il est renvoyé à la réponse fournie à la question parlementaire écrite n° 1615 du député Hans Bonte (Chambre, QRVA 54-104 du 3 février 2017, p. 38). 6) & 8) Il est renvoyé aux Régions étant donné que ces dernières sont compétentes en matière de financement de mosquées et de reconnaissance effective des communautés religieuses locales. 7) Les différents délais applicables pour la procédure de reconnaissance sont contenus dans l’article 3, alinéa 1er, de l’accord de coopération relatif aux cultes du 2 juillet 2008 et dans les décrets régionaux qui s’y rapportent. 9) Le service des Cultes et de la Laïcité du service public fédéral (SPF) Justice emploie 7,3 ETP. |
1) Thans zijn er 80 erkende islamitische gemeenschappen. Die gemeenschappen zijn ingedeeld als volgt : – 39 islamitische gemeenschappen voor het Waals Gewest ; – 26 islamitische gemeenschappen voor het Vlaams Gewest ; – 18 islamitische gemeenschappen voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. 2) tot 5) Er wordt verwezen naar het antwoord dat wordt gegeven op schriftelijke vraag nr. 1615 van de volksvertegenwoordiger Hans Bonte (Kamer, QRVA 54-104 van 3 februari 2017, blz. 38). 6) & 8) Er wordt verwezen naar de Gewesten, gelet op hun bevoegdheid ter zake van de financiering van moskeeën en van de feitelijke erkenning van lokale geloofsgemeenschappen. 7) De diverse toepasselijke termijnen inzake de erkenningsprocedure zijn vervat in artikel 3, lid 1, van het samenwerkingsakkoord inzake erediensten van 2 juli 2008 en de desbetreffende gewestelijke decreten ter zake. 9) De dienst Erediensten – Vrijzinnigheid binnen de federale overheidsdienst (FOD) Justitie beschikt over 7,3 VTE. |