SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2014-2015 Zitting 2014-2015
________________
24 avril 2015 24 april 2015
________________
Question écrite n° 6-624 Schriftelijke vraag nr. 6-624

de Lode Vereeck (Open Vld)

van Lode Vereeck (Open Vld)

à la secrétaire d'État à la Lutte contre la pauvreté, à l'Égalité des chances, aux Personnes handicapées, et à la Politique scientifique, chargée des Grandes Villes, adjointe au Ministre des Finances

aan de staatssecretaris voor Armoedebestrijding, Gelijke Kansen, Personen met een beperking, en Wetenschapsbeleid, belast met Grote Steden, toegevoegd aan de Minister van Financiën
________________
Belspo - Crédits budgétaires publics fédéraux annuels de recherche et développement (CBPRD) - Nombre de fonctionnaires - Étudiants étrangers en Belgique - Chiffres - Moyens dépensés en Wallonie et en Flandre Belspo - Jaarlijkse federale budgettaire overheidskredieten voor onderzoek en ontwikkeling (BOKOO) - Aantal ambtenaren - Buitenlandse studenten in België - Cijfers - Uitgegeven middelen in Wallonië en Vlaanderen 
________________
politique de la recherche
recherche et développement
budget de la recherche
répartition des compétences
réforme institutionnelle
régions et communautés de Belgique
répartition géographique
observation de la Terre
onderzoeksbeleid
onderzoek en ontwikkeling
onderzoeksbegroting
verdeling van de bevoegdheden
institutionele hervorming
gewesten en gemeenschappen van België
geografische spreiding
aardobservatie
________ ________
24/4/2015Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 28/5/2015)
19/6/2015Rappel
29/7/2015Antwoord
24/4/2015Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 28/5/2015)
19/6/2015Rappel
29/7/2015Antwoord
________ ________
Question n° 6-624 du 24 avril 2015 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 6-624 d.d. 24 april 2015 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Le SPP Politique scientifique, Belspo en abrégé, gère différents programmes de recherche pluriannuels et multidisciplinaires comme la Station polaire belge en Antarctique et la Plateforme belge biodiversité. La contribution belge à l'Agence spatiale européenne relève aussi de la gestion de Belspo. Grâce au réseau national de la recherche BELNET, Belspo offre des connexions internet rapides aux universités, hautes écoles, centres de recherche et services publics belges. En exécution de la sixième réforme de l'État, Belspo, en tant que direction générale, sera hébergé par un autre service public fédéral. Les dix institutions scientifiques fédérales actuelles, dont les Musées royaux d'art et d'histoire, l'Institut royal météorologique de Belgique et le Musée royal de l'Afrique centrale deviennent des entités distinctes. Les pôles d'attraction interuniversitaires sont régionalisés.

Par les grands programmes de recherche, Belspo offre «au gouvernement des données fiables, validées, lui permettant de prendre des décisions en connaissance de cause dans des domaines tels que le développement durable, la lutte contre les changements climatiques, la biodiversité, l’énergie, la santé, la mobilité ou la société de l’information». C'est que l'on peut lire sur le site www.belspo.be. Enfin, le SPP Politique scientifique coordonne les efforts de recherche de toutes les autorités de notre pays. Le SPP compte 2 800 collaborateurs.

De Tijd a publié le 9 avril 2015 un article sur une éventuelle querelle communautaire à propos du SPP Politique scientifique. La répartition des dépenses de Belspo entre les différentes Communautés retient particulièrement l'attention. Selon le journal, il est impossible de dire comment les budgets ont été répartis entre la Flandre et la Wallonie.

Les dépenses fédérales pour la recherche et le développement (R&D) comprennent les crédits publics budgétaires pour la R&D (CBPRD), d'une part, et les dépenses fédérales fiscales, d'autre part. La politique Recherche et Innovation est essentiellement (pour 90 %) une matière des entités fédérées. Il y a un flux de moyens de Belspo vers les trois Communautés en Belgique. Étant donné cette interaction financière entre les niveaux de pouvoir et comme l'Europe réunit les efforts de la R&D des différentes autorités afin de vérifier si la norme de Barcelone est respectée, cette question concerne clairement une matière transversale.

1) On peut lire sur le site web de Belspo que la politique scientifique fédérale représente quasi 30 % du budget total de la Belgique en matière de recherche. Dans sa réponse à ma question écrite n° 6-248 du 27 novembre 2014, la secrétaire d'État m'a communiqué les crédits budgétaires publics pour la R&D (CBPRD) pour la période 2008-2013.

Quelle part du CBPRD annuel a-t-elle été octroyée à Belspo durant cette période?

J'aimerais obtenir un aperçu des crédits annuels pour Belspo durant la période 2008-2013, exprimé en euros et en part du CBPRD total.

2) On peut lire sur le site web de Belspo que l'institution occupe 2 800 fonctionnaires. De Tijd parlait dans son article du 9 avril 2015 de 2 500 fonctionnaires.

a) Combien de fonctionnaires le SPP Politique scientifique occupe-t-il actuellement?

b) La secrétaire d'État peut-elle donner, pour l'effectif total de Belspo, un aperçu des institutions ou départements au sein desquels ce personnel travaille?

c) À combien évalue-t-on le nombre de travailleurs qui seront occupés par Belspo après que l'institution aura été réformée conformément à la sixième réforme de l'État?

3) Selon l'article du journal De Tijd du 9 avril 2015, 75 millions de la dotation totale, qui s'élève à 112 millions et que l'institution attribue pour les étudiants étrangers en Belgique, vont vers la partie francophone du pays.

La secrétaire d'État peut-elle donner un aperçu de la dotation de Belspo pour les étudiants étrangers en Belgique pour la période 2008-2013?

Quelle partie de ce montant allait-elle chaque année respectivement vers la partie francophone du pays et la Flandre? J'aimerais obtenir une répartition des moyens en fonction de la nationalité des étudiants étrangers.

Quelle clé a-t-elle été appliquée pour la répartition de la dotation de Belspo pour les étudiants étrangers en Belgique?

4) La secrétaire d'État peut-elle donner un aperçu des moyens dépensés chaque année par Belspo pour la période 2008-2013, respectivement en Wallonie et en Flandre? J'aimerais obtenir un aperçu avec indication du programme, du projet ou du poste de dépense relatif aux moyens, ainsi que les clés de répartition qui sont appliquées.

 

De POD Wetenschapsbeleid, kortweg Belspo, beheert verschillende meerjarige, multidisciplinaire onderzoeksprogramma's, zoals het Belgisch Poolplatform op Antarctica en het Belgisch Biodiversiteitsplatform. De Belgische bijdrage aan de Europese Ruimtevaartorganisatie valt tevens onder het beheer van Belspo. Met het nationaal onderzoeksnetwerk BELNET biedt Belspo snelle internetlijnen aan Belgische universiteiten, hogescholen, onderzoekscentra en overheidsdiensten. In uitvoering van de zesde staatshervorming zal Belspo als directoraat-generaal worden ondergebracht in een andere federale overheidsdienst. De huidige tien federale wetenschappelijke instellingen, waaronder de Koninklijke Musea voor kunst en geschiedenis, het Koninklijk Meteorologisch Instituut van België en het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika, worden aparte entiteiten. De interuniversitaire attractiepolen worden geregionaliseerd.

Belspo wil met de onderzoeksprogramma's de federale regering "betrouwbare en valabele gegevens aanreiken waarmee zij onderbouwde beslissingen kan nemen op het gebied van duurzame ontwikkeling, strijd tegen de klimaatwijzigingen, biodiversiteit, energie, gezondheid, mobiliteit en de informatiemaatschappij ". Zo staat het te lezen op www.belspo.be. Tot slot coördineert de POD Wetenschapsbeleid de onderzoeksinspanningen van alle overheden van ons land. De POD telt 2800 telt medewerkers.

De Tijd berichtte op 9 april 2015 over een mogelijke communautaire strijd rond de POD Wetenschapsbeleid. In het bijzonder de verdeling van de Belspo-uitgaven over de verschillende Gemeenschappen trekt de aandacht. "Het valt onmogelijk te zeggen hoe de budgetten tussen Vlaanderen en Wallonië verdeeld zijn.", schrijft de krant.

De federale uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling (O&O) bestaan uit de budgettaire overheidskredieten voor O&O (BOKOO), enerzijds, en de federale fiscale uitgaven, anderzijds. Het onderzoeks- en innovatiebeleid is overwegend (voor 90 %) een aangelegenheid van de deelstaten. Vanuit Belspo stromen er middelen naar de drie Gemeenschappen in België. Gelet op deze financiële verwevenheid tussen de overheidsniveaus en vermits Europa de O&O-inspanningen van de verschillende overheden samenvoegt om na te gaan of de Barcelonanorm gehaald wordt, is het duidelijk dat deze vraag een transversale aangelegenheid betreft.

1) Het Federaal Wetenschapsbeleid vertegenwoordigt bijna 30 % van het totale Belgisch budget inzake onderzoek, staat te lezen op de website van Belspo. In het antwoord op mijn schriftelijke vraag nr. 6-248 van 27 november 2014 heeft de staatssecretaris mij de federale budgettaire overheidskredieten voor O&O (BOKOO) over de periode 2008-2013 meegedeeld.

Hoeveel van het jaarlijks BOKOO werd in deze periode besteed aan Belspo?

Graag een overzicht van de jaarlijkse kredieten voor Belspo over de periode 2008-2013, uitgedrukt in euro en in aandeel van het totale BOKOO.

2) Volgens de informatie op de website van Belspo stelt de instelling 2800 ambtenaren te werk. De Tijd sprak in het artikel van 9 april 2015 over 2500 ambtenaren.

a) Hoeveel ambtenaren telt de POD Wetenschapsbeleid op dit moment?

b) Kan de staatssecretaris voor het totale personeelsbestand van Belspo een overzicht geven van de instellingen of afdelingen waarbinnen zij zijn tewerkgesteld?

c) Hoeveel medewerkers zal Belspo naar schatting tellen nadat de hervorming van de instelling volgens de zesde staatshervorming is afgerond?

3) Volgens het krantenbericht van De Tijd van 9 april 2015 gaat 75 miljoen euro van de totale dotatie van 112 miljoen die de instelling toekent voor buitenlandse studenten in België, naar het Franstalige landsdeel.

Kan de staatsecretaris voor de periode 2008-2013 een overzicht geven van de dotatie van Belspo voor buitenlandse studenten in België?

Hoeveel hiervan ging jaarlijks naar respectievelijk het Franstalige landsdeel en Vlaanderen? Graag een opdeling van de middelen naar de nationaliteit van de buitenlandse studenten.

Welke verdeelsleutel wordt er toegepast voor de verdeling van de Belspodotatie voor buitenlandse studenten in België?

4) Kan de staatssecretaris voor de periode 2008-2013 een overzicht geven van de middelen die Belspo jaarlijks uitgeeft in respectievelijk Wallonië en Vlaanderen? Graag een overzicht met opgave van het programma, project of uitgavenpost waarbinnen de middelen kaderen en de verdeelsleutels die hierbij worden toegepast.

 
Réponse reçue le 29 juillet 2015 : Antwoord ontvangen op 29 juli 2015 :

1)

Aperçu des crédits budgétaires de R&D (CBPRD) par Autorité et par exercice en milliers d'euros et à prix courants

AUTORITÉ

2008

2009

2010

2011

2012

2013

2014 (i)

AUTORITE FEDERALE

593 173

515 269

563 458

569 171

591 368

601 232

596 725

dont la Politique scientifique fédérale

441 096

349 281

389 271

398 432

408 555

413 131

411 420

Autorité flamande

1 121 429

1 130 072

1 224 024

1 227 577

1 236 008

1 243 635

1 354 381

Communauté française

272 768

288 057

290 091

305 202

313 010

309 345

311 782

Région wallonne

332 113

326 748

263 577

262 197

312 220

338 569

320 644

Région de Bruxelles-Capitale

24 988

29 225

33 896

31 404

36 947

29 812

36 886

TOTAL

2 344 471

2 289 370

2 375 046

2 395 551

2 489 552

2 522 593

2 620 418



Aperçu des crédits budgétaires de R&D (CBPRD) par Autorité et par exercice (importance en %)

AUTORITÉ

2008

2009

2010

2011

2012

2013

2014 (i)

AUTORITE FEDERALE

25,3

22,5

23,7

23,8

23,8

23,8

22,8

part (%) de la Politique scientifique fédérale

74,4

67,8

69,1

70,0

69,1

68,7

68,9

part (%) Belspo dans le total belge des CBPRD

18,8

15,3

16,4

16,6

16,4

16,4

15,7

Autorité flamande

47,8

49,4

51,5

51,2

49,6

49,3

51,7

Communauté française

11,6

12,6

12,2

12,7

12,6

12,3

11,9

Région wallonne

14,2

14,3

11,1

10,9

12,5

13,4

12,2

Région de Bruxelles-Capitale

1,1

1,3

1,4

1,3

1,5

1,2

1,4

TOTAL

118,8

115,3

116,4

116,6

116,4

116,4

115,7

(i) sur la base des données budgétaires initiales.

Source : Commission Coopération fédérale. Groupe de concertation CFS/STAT. Comptes de la Politique scientifique fédérale.

2) a) 2 414,18 équivalents temps plein sont actuellement employées au sein du département Politique scientifique. Ce chiffre des équivalents temps plein représente le nombre de personnes travaillant tant au sein de l'administration centrale (le SPP Politique scientifique) qu'au sein des différents ESF et organisations associées.

2) b)

Le SPP Politique scientifique : 271,55 (les services centraux et le SEG Belnet)

Le Secrétariat polaire : 1

Les établissements scientifiques fédéraux :

– les Archives générales du Royaume : 192,98 ;

– la Bibliothèque royale de Belgique : 252,76 ;

– les Musées royaux des Beaux-Arts de Belgique : 212,70 ;

– les Musées royaux d'Art et d'Histoire : 263,26 ;

– l'Institut royal de Patrimoine artistique : 125,68 ;

– le Musée royal d'Afrique centrale : 179,43 ;

–l'Institut royal des Sciences naturelles de Belgique : 383,12 ;

– l'Institut royal météorologique de Belgique : 194,50 ;

– l'Institut royal d'Aéronomie spatiale de Belgique : 146,40 ;

– l'Observatoire royal de Belgique : 158,20 ;

– le Centre d'études et de documentation Guerre et Sociétés contemporaines : 32,60.

2) c)Parmi les effectifs du SPP Politique scientifique, 4,5 équivalents temps pleins sont chargés du suivi des PAI qui seront régionalisés.

3) Selon l'article 62 de la loi spéciale du 16 janvier 1989 relative au financement des Communauté et des Régions, il est prévu annuellement, à charge du budget de l'État, un crédit destiné aux Communautés pour le financement de l'enseignement universitaire dispensé aux étudiants étrangers.

Pour l'année budgétaire 1989 (communautarisation de l'enseignement), ces montants étaient respectivement de 1 200 millions pour la Communauté française et de 300 millions pour la Communauté flamande. Pour chacune des années budgétaires suivantes, les montants mentionnés ont été adaptés au taux de fluctuation de l'indice moyen des prix à la consommation.

4) En ce qui concerne la recherche et les applications spatiales :

Budget spatial belge (millions d'euros) :

2008

2009

2010

2011

2012

2013

148

172

176

181

195

203

Le budget n'est pas réparti selon les Régions. 92 % de ce budget représentent la contribution belge aux différentes activités (programmes obligatoires et optionnels) de l'ESA. 6 % sont attribués au CNES (Centre national d’études spatiales) dans le cadre de la coopération bilatérale avec la France pour les programmes d’observation de la Terre : SPOT, VEGETATION et Pléiades. 1 % sert à couvrir les activités de recherche concernant STEREO, le programme national d’observation de la Terre. Le solde est destiné à couvrir les frais de gestion.

Le retour sur investissement se fait sous forme de contrats passés par l’ESA et le CNES avec des acteurs industriels et scientifiques belges. Pour le programme national d'observation de la terre, la Politique scientifique fédérale (BELSPO) passe directement des contrats de recherche avec les universités et les centres de recherche.

Période : 2008-mi 2013

Contrats industriels - Retour par Région :

Total des contrats

Région flamande

Région wallonne

Région de Bruxelles-Capitale

755 millions d'euros

40 %

49 %

11 %



Période: 2008-medio 2013

Activités scientifiques - Retour par Communauté :

Total des contrats

Communauté flamande

Communauté française

ESF

Institutions internationales

184 millions d'euros

40 %

34 %

23 %

3 %



En ce qui concerne les autres programmes de recherche nationaux et internationaux :

Les programmes et actions de recherche finançant des activités de recherche sur la période 2008-2013 sont les suivants : SSD - Science pour un développement durable (fin 2011), TA - Société et Avenir (fin 2011), AGORA (fin 2011), BRAIN-be (Belgian Research Action through Interdisciplinary Networks - à partir de 2012), Drogues, Chercheurs supplémentaires, BCCM (Belgian Coordinated Collections of Micro-organisms), Appel ESF, Appels dans le cadre de la coopération bilatérale, Mandats de retour, Bourses post-doc, PAI (Pôles d'attraction interuniversitaires), DIGIT, DEMOCRITOS (à partir de 2011).

Période 2008-2013 :

Budget global pour les activités de recherche (en millions d'euros) :

2008

2009

2010

2011

2012

2013

70,1

70,8

68,2

67,9

71,6

70,6

La clé de répartition pour deux programmes (« Pôles d'attraction interuniversitaires » et « Chercheurs supplémentaires ») est définie entre les Communautés. Les autres programmes et activités de recherche sont soit ouverts à l'ensemble de la communauté scientifique, soit dirigés vers certains acteurs nommément spécifiés dans la note au Conseil des ministres approuvant le programme.

Pôles d'attraction interuniversitaires :

Pour les Pôles d'attraction interuniversitaires, la clé de répartition intercommunautaire est restée inchangée lors des différentes phases des PAI (56 %Nl / 44 %Fr). Le pourcentage maximum du budget réservé pour la participation des établissements scientifiques fédéraux, de l’École royale militaire et de l’Institut des maladies tropicales était de 3 % lors de la sixième phase (2007–2011) et de 7 % lors de la septième phase (2012–2016).

Période: 2008-medio 2013 :

Pôles d'attraction interuniversitaires – Répartition :

Total des contrats

Communauté flamande

Communauté française

ESF

Institutions internationales

172,1 millions d'euros

53,3 %

41,9 %

3,4 %

1,3 %



Chercheurs supplémentaires :

Selon l'article 3 de l'arrêté royal du 19 août 1997 fixant les modalités d'engagement de chercheurs scientifiques au bénéfice d'établissements d'enseignement universitaire et d'établissements scientifiques fédéraux, des subsides sont destinés dans la proportion maximale de 10 % du crédit budgétaire concerné, aux établissements scientifiques et culturels fédéraux, sur la base des demandes introduites par ceux-ci.

Le solde des crédits budgétaires, après déduction des 10 % mentionnés, est réparti de la manière suivante :

a) 44 % au bénéfice des institutions francophones ;

b) 66 % au bénéficie des institutions néerlandophones.

Période: 2008- 2013 :

Chercheurs supplémentaires :

Total

Communauté flamande

Communauté française

ESF

89,3 millions d'euros

50,4 %

39,6 %

10,0 %



Autres programmes en activités de recherche :

Période: 2008-medio 2013 :

SDD, Société et Avenir, AGORA, BRAIN-be, Drogues, BCCM, Appel ESF, Appels dans le cadre de la coopération bilatérale, Mandats de retour, Bourses post-doc, DIGIT, DEMOCTRITOS

Répartition par catégorie de bénéficiaires :

Total

Institutions flamandes

Institutions francophones

Établissements fédéraux (ESF et autres)

Institutions étrangères

157,8 millions d'euros

41 %

29 %

29 %

1 %



1)

Overzicht van de budgettaire overheidskredieten voor O&O (BOKOO) per overheid en per dienstjaar in duizend euro en in lopende prijzen :

OVERHEID

2008

2009

2010

2011

2012

2013

2014 (i)

FEDERALE OVERHEID

593 173

515 269

563 458

569 171

591 368

601 232

596 725

waarvan Federaal Wetenschapsbeleid

441 096

349 281

389 271

398 432

408 555

413 131

411 420

Vlaamse Overheid

1 121 429

1 130 072

1 224 024

1 227 577

1 236 008

1 243 635

1 354 381

Franse Gemeenschap

272 768

288 057

290 091

305 202

313 010

309 345

311 782Waals

Waals Gewest

332 113

326 748

263 577

262 197

312 220

338 569

320 644

Brussels Hoofdstedelijk Gewest

24 988

29 225

33 896

31 404

36 947

29 812

36 886

TOTAAL

2 344 471

2 289 370

2 375 046

2 395 551

2 489 552

2 522 593

2 620 418



Overzicht van de budgettaire overheidskredieten voor O&O (BOKOO) per Overheid en per dienstjaar (% belang) :

OVERHEID

2008

2009

2010

2011

2012

2013

2014 (i)

FEDERALE OVERHEID

25,3

22,5

23,7

23,8

23,8

23,8

22,8

aandeel (%) Federaal Wetenschapsbeleid

74,4

67,8

69,1

70,0

69,1

68,7

68,9

aandeel (%) Belspo in totaal Belgische BOKOO

18,8

15,3

16,4

16,6

16,4

16,4

15,7

Vlaamse Overheid

47,8

49,4

51,5

51,2

49,6

49,3

51,7

Franse Gemeenschap

11,6

12,6

12,2

12,7

12,6

12,3

11,9

Waals Gewest

14,2

14,3

11,1

10,9

12,5

13,4

12,2

Brussels Hoofdstedelijk Gewest

1,1

1,3

1,4

1,3

1,5

1,2

1,4

TOTAAL

118,8

115,3

116,4

116,6

116,4

116,4

115,7

(i) op basis van de initiële begrotingsgegevens.

Bron : Commissie Federale Samenwerking. Overleggroep CFS/STAT. Berekeningen Federaal Wetenschapsbeleid.

2) a) Binnen het departement Wetenschapsbeleid zijn op dit ogenblik 2 414,18 VTE tewerk gesteld. Dit totaal aantal VTE heeft betrekking op het personeel dat is tewerkgesteld binnen zowel de centrale administratie (de POD Wetenschapsbeleid) als binnen de verschillende FWI en verbonden organisaties.

2) b)

De POD Wetenschapsbeleid : 271,55 (de centrale diensten en de SAB Belnet).

Het Poolsecretariaat : 1

De federale wetenschappelijke instellingen :

– het Algemeen Rijksarchief : 192,98 ;

– de Koninklijke Bibliotheek van België : 252,76 ;

– de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België : 212,70 ;

– de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis : 263,26 ;

– het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium : 125,68 ;

– het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika : 179,43 ;

– het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen : 383,12 ;

– het Koninklijk Meteorologisch Instituut van België : 194,50 ;

– het Belgisch Instituut voor Ruimte-Aëronomie : 146,40 ;

– de Koninklijke Belgische Sterrenwacht : 158,20 ;

– het Studie- en Documentatiecentrum Oorlog en Hedendaagse Maatschappij : 32,60.

2) c) 4,5 VTE van het personeelsbestand van de POD Wetenschapsbeleid worden vandaag ingezet voor de opvolging van de IUAP die worden geregionaliseerd.

3) Volgens artikel 62 van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten werd jaarlijks, in de Rijksbegroting, voor de Gemeenschappen een krediet vastgesteld voor de financiering van het universitair onderwijs dat aan buitenlandse studenten wordt verstrekt.

Voor het begrotingsjaar 1989 (communautarisering van het onderwijs) waren deze bedragen respectievelijk 1 200 miljoen voor de Franse Gemeenschap en 300 miljoen voor de Vlaamse Gemeenschap. Voor de volgende begrotingsjaren worden de bedragen zijn aangepast aan de procentuele verandering van het gemiddelde indexcijfer van de consumptieprijzen.

4) Wat betreft de Ruimteonderzoek en – toepassingen :

Belgisch ruimtebudget (in miljoen euro) :

2008

2009

2010

2011

2012

2013

148

172

176

181

195

203

Het budget is niet verdeeld volgens de Gewesten. 92 % van dit budget vertegenwoordigen de Belgische bijdrage in de verschillende activiteiten (verplichte en optionele programma's) van ESA. 6 % worden toegewezen aan CNES (Centre national d'études spatiales) als onderdeel van de bilaterale samenwerking met Frankrijk voor de Aardobservatieprogramma's : SPOT, VEGETATION, Pléiades. 1 % wordt gebruikt voor de onderzoeksactiviteiten betreffende STEREO, het nationale programma inzake Aardobservatie. Het saldo is bestemd ter dekking van de beheerskosten.

De investeringsreturn bestaat uit ESA en CNES-contracten met industriële actoren en Belgische wetenschappers. Voor het nationale programma inzake Aardobservatie worden onderzoekscontracten met universiteiten en onderzoekscentra rechtstreeks gesloten door het Federaal Wetenschapsbeleid (BELSPO) wat betreft het nationale programma inzake Aardobservatie.

Periode: 2008-medio 2013 :

Industriële contracten - Return per Gewest :

Totaal van contracten

Vlaams Gewest

Waals Gewest

Brussels Hoofdstedelijk Gewest

755 miljoen euro

40 %

49 %

11 %



Periode: 2008-medio 2013 :

Wetenschappelijke werkzaamheden - Return per Gemeenschap :

Totaal van contracten

Vlaamse Gemeenschap

Franse Gemeenschap

FWI's

Internationale instellingen

184 miljoen euro

40 %

34 %

23 %

3 %



Wat betreft de andere nationale en internationale onderzoeksprogramma's :

Programma's en onderzoeksactiviteiten ter financiering van onderzoeksactiviteiten zijn de volgende voor de periode 2008-2013 : SSD : Wetenschap voor een duurzame ontwikkeling (Einde 2011) ; TA : Samenleving en Toekomst (Einde 2011) AGORA (Einde 2011), BRAIN-be: Belgian Research Action through Interdisciplinary Networks (vanaf 2012), Drugs, Bijkomende onderzoekers, BCCM (Belgian Co-ordinated Collections of Micro-organisms), Oproep FWI's, Oproepen in het kader van de bilaterale samenwerking, Terugkeermandaten, Postdocbeurzen, IUAP : Interuniversitaire attractiepolen, DIGIT, Democritos (vanaf 2011).

Periode 2008-2013 :

Totaal budget voor onderzoeksactiviteiten (in miljoen euro) :

2008

2009

2010

2011

2012

2013

70,1

70,8

68,2

67,9

71,6

70,6

De verdeelsleutel voor twee programma's (« Interuniversitaire attractiepolen » en « Bijkomende onderzoekers ») wordt gedefinieerd tussen de Gemeenschappen. De andere programma's en onderzoeksactiviteiten zijn ofwel open voor de hele wetenschappelijke gemeenschap, ofwel gericht op bepaalde actoren namelijk vermeld in de nota aan de Raad van ministers ter goedkeuring van het programma.

Interuniversitaire attractiepolen :

Voor de Interuniversitaire attractiepolen, de sleutel voor de intercommunautaire verdeling wordt onveranderd gebleven tijdens de verschillende IUAP-fasen (56 % N / 44 % F). Het maximale percentage van budget uitgetrokken voor de deelname van de federale wetenschappelijke instellingen, de Koninklijke Militaire Academie en het Instituut voor tropische geneeskunde was van 3 % tijdens de zesde fase (2007–2011) en van 7 % tijdens de zevende fase (2012–2016).

Periode: 2008- 2013 :

Interuniversitaire attractiepolen – Verdeling :

Totaal van contracten

Vlaamse Gemeenschap

Franse Gemeenschap

FWI's

Internationale instellingen

172,1 miljoen euro

53,3 %

41,9 %

3,4 %

1,3 %



Bijkomende onderzoekers :

Volgens artikel 3 van het koninklijk besluit van 19 augustus 1997 tot vaststelling van de modaliteiten voor de aanwerving van wetenschappelijke onderzoekers in de universitaire onderwijsinrichtingen en in de federale wetenschappelijke instellingen zijn subsidies - in een maximale verhouding van 10 % van het begrotingskrediet - bestemd voor de federale wetenschappelijke en culturele instellingen, op basis van de door die instellingen ingediende aanvragen.

Het restant van de begrotingskredieten, na aftrek van vermelde 10 %, wordt verdeeld op de volgende manier :

a) 44 % ten voordele van de Franse instellingen ;

b) 56 % ten voordele van Vlaamse instellingen.

Periode: 2008- 2013 :

Bijkomende onderzoekers :

Totaal

Vlaamse Gemeenschap

Franse Gemeenschap

FWI's

89,3 miljoen euro

50,4 %

39,6 %

10,0 %



Andere programma's en onderzoekactiviteiten :

Periode: 2008-medio 2013 :

SDD, Samenleving en Toekomst, AGORA, BRAIN-be, Drugs, BCCM, Oproep FWI's, Oproepen in het kader van bilaterale samenwerking, Terugkeermandaten, Postdocbeurzen, DIGIT, DEMOCTRITOS :

Verdeling per categorie van begunstigden :

Totaal

Vlaamse Instellingen

Franse Instellingen

Federale Instellingen (FWI'S en anderen)

Buitenlandse instellingen

157,8 miljoen euro

41 %

29 %

29 %

1 %