SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2014-2015 Zitting 2014-2015
________________
18 mars 2015 18 maart 2015
________________
Question écrite n° 6-491 Schriftelijke vraag nr. 6-491

de Bert Anciaux (sp.a)

van Bert Anciaux (sp.a)

au vice-premier ministre et ministre de la Sécurité et de l'Intérieur, chargé de la Régie des bâtiments

aan de vice-eersteminister en minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, belast met de Regie der gebouwen
________________
Région de Bruxelles-Capitale - Possibilité d’imposer le respect de la législation sur l'emploi des langues Brussels Hoofdstedelijk Gewest - Mogelijkheid tot het verplichten van het naleven van de taalwetgeving 
________________
Région de Bruxelles-Capitale
emploi des langues
fonction publique
commune
infraction
Hoofdstedelijk Gewest Brussels
taalgebruik
overheidsapparaat
gemeente
overtreding
________ ________
18/3/2015Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 16/4/2015)
28/4/2015Antwoord
18/3/2015Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 16/4/2015)
28/4/2015Antwoord
________ ________
Question n° 6-491 du 18 mars 2015 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 6-491 d.d. 18 maart 2015 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

La législation sur l'emploi des langues est d'ordre public et doit être observée en permanence par les communes et leurs fonctionnaires.

Le gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale est chargé du contrôle administratif du respect de la législation sur l’emploi des langues.

L’autorité fédérale a la possibilité d'intervenir par voie légale à l'échelon de la Région de Bruxelles-Capitale.

Il s’agit indubitablement d’une compétence transversale.

La législation sur l'emploi des langues est constamment violée, non seulement par les communes bruxelloises, mais aussi par les services de la Région de Bruxelles-Capitale et par les services et institutions relevant de la Commission communautaire commune.

Les violations de cette législation se poursuivent sans que personne n'y remédie vraiment.

Une intervention fédérale s’impose. Quoique la législation sur l'emploi des langues soit d’ordre public, elle n’est clairement respectée ni par les communes ni par leurs fonctionnaires ni par les institutions bruxelloises.

1) Que compte faire le ministre pour imposer le respect de cette loi d’ordre public?

2) Le ministre se concertera-t-il à ce sujet avec les responsables dans la Région de Bruxelles-Capitale?

3) Le ministre enverra-t-il une circulaire ministérielle pour attirer l'attention de la Région et des communes bruxelloises sur la nécessité de respecter en permanence la législation sur l’emploi des langues?

4) Si cette législation est encore violée, le ministre envisagera-t-il d'autres démarches pour obliger les communes bruxelloises et les services régionaux à la respecter?

5) Fera-t-on intervenir la police pour constater les infractions à cette loi d'ordre public?

6) Compte tenu de l'importance de cette législation, le ministre inscrira-t-il cette problématique à l'ordre du jour du comité de concertation entre les gouvernements fédéral, communautaires et régionaux?

 

De taalwetgeving is van openbare orde en dient permanent nageleefd te worden door de gemeenten en hun ambtenaren.

De regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is bevoegd voor het administratief toezicht op de naleving van de taalwetgeving.

De federale overheid heeft de mogelijkheid om via een wet in te grijpen binnen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Het gaat hier onbetwistbaar over een transversale bevoegdheid.

Er zijn voortdurend schendingen van de taalwetgeving, door de Brusselse gemeenten, maar ook door de diensten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en door de diensten en instellingen die onder de gemeenschappelijke gemeenschapscommissie vallen .

Steeds opnieuw kan vastgesteld worden dat de schendingen van de taalwetgeving voortduren en dat niemand hier echt iets aan doet.

Een federaal ingrijpen is aan de orde. Ook al is de taalwetgeving van openbare orde, ze wordt duidelijk niet nageleefd door de gemeenten en hun ambtenaren en door de Brusselse instellingen.

1) Wat zal de minister doen om deze wet van openbare orde toch te laten naleven?

2) Zal de minister hierover overleg plegen met de verantwoordelijken binnen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest?

3) Zal de minister via een ministeriële rondzendbrief het gewest en de Brusselse gemeenten er op attent maken dat de taalwetgeving permanent dient nageleefd te worden?

4) Zal de minister, bij verdere schending van de taalwetgeving, andere stappen overwegen die de Brusselse gemeenten en de gewestelijke diensten verplichten om de taalwetgeving te doen naleven?

5) Zal ook de politie ingeschakeld worden om vaststellingen te doen over de schending van deze wet van openbare orde?

6) Zal de minister, gelet op het belang van deze wetgeving, deze problematiek agenderen op het overlegcomité tussen de federale en de gemeenschaps- en gewestregeringen?

 
Réponse reçue le 28 avril 2015 : Antwoord ontvangen op 28 april 2015 :

L’honorable membre trouvera ci-après la réponse à ses questions :

1), 3), 4) & 5)

La législation sur l’emploi des langues est d’ordre public et doit être respectée en permanence par chaque administration et chaque fonctionnaire. Par contre en application de l’article 7 de la loi spéciale de réformes institutionnelles du 7 août 1980, les Régions sont compétentes en ce qui concerne le contrôle administratif ordinaire du respect de la législation sur l’emploi des langues. Dans ce cas, le gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale est concrètement compétent.

2) & 6)

Il va y avoir une concertation avec les responsables de la Région de Bruxelles-Capitale.

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vragen :

1), 3), 4) & 5)

De taalwetgeving is van openbare orde en moet permanent nageleefd worden door iedere administratie en ambtenaar. In toepassing echter van artikel 7 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen zijn de Gewesten bevoegd voor het gewoon administratief toezicht op de naleving van de taalwetgeving. In dit geval is in concreto de regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd.

2) & 6)

Er zal overleg gepleegd worden met de verantwoordelijken van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.