SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2014-2015 Zitting 2014-2015
________________
18 mars 2015 18 maart 2015
________________
Question écrite n° 6-489 Schriftelijke vraag nr. 6-489

de Bert Anciaux (sp.a)

van Bert Anciaux (sp.a)

au ministre de la Justice

aan de minister van Justitie
________________
Prisons - Activités familiales - Collaboration avec les Communautés Gevangenissen - Familiale activiteiten en gezinsactiviteiten - Samenwerking met de Gemeenschappen 
________________
communautés de Belgique
statistique officielle
établissement pénitentiaire
détenu
politique familiale
intégration sociale
gemeenschappen van België
officiële statistiek
strafgevangenis
gedetineerde
gezinsbeleid
sociale integratie
________ ________
18/3/2015Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 16/4/2015)
7/4/2015Antwoord
18/3/2015Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 16/4/2015)
7/4/2015Antwoord
________ ________
Question n° 6-489 du 18 mars 2015 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 6-489 d.d. 18 maart 2015 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Le soutien aux activités familiales relève de la compétence des Communautés mais il s'agit aussi, comme le montre cette question, d'une responsabilité partagée. L'État fédéral, à savoir le ministre de la Justice, est responsable des établissements pénitentiaires. Rien ne peut s'y faire sans l'accord des services et fonctionnaires relevant de la Justice, qui exercent bien entendu des responsabilités aussi importantes que les Communautés dans ce domaine. Les activités familiales nécessitent dès lors la collaboration et l'approbation de la Justice.

Il est essentiel que des activités familiales soient organisées dans les établissements pénitentiaires qui dépendent de la Justice. Elles sont un élément essentiel du processus de resocialisation. Les détenus doivent être préparés à une réinsertion ultérieure dans la société, raison pour laquelle de telles activités constituent une mission essentielle des établissements pénitentiaires. Une collaboration entre les services judiciaires et les Communautés est donc indispensable et doit constituer une priorité pour les établissements pénitentiaires.

D'où les questions suivantes:

1) Combien d'activités familiales ont-elles été organisées en 2012, 2013 et 2014? J'aimerais obtenir ces données détaillées par établissement pénitentiaire.

2) À quels organismes d'aide sociale ces activités familiales ont-elles été confiées? Je souhaiterais obtenir des données ventilées par année et par établissement.

3) Le SPF Justice encourage-t-il les prisons à organiser des activités familiales? Des moyens de fonctionnement sont-ils dégagés à cet effet? Je souhaiterais en recevoir le relevé par prison et par année.

4) Combien de détenus et d'internés ont-ils pris part à ces activités? J'aimerais obtenir des données ventilées par prison et par année.

5) Des personnes extérieures au monde carcéral ont-elles été invitées à participer à ces activités ou à y assister? Si oui, où et quand? Combien de personnes ont-elles été invitées?

6) Remarque-t-on de grandes différences entre les établissements pénitentiaires et, si cela s'avère, à quoi sont-elles dues?

7) Le ministre pense-t-il comme moi que ces activités familiales peuvent contribuer à augmenter les chances de réinsertion des détenus et des internés?

 

Het ondersteunen van familiale- en gezinsactiviteiten behoort tot de bevoegdheid van de Gemeenschappen, maar in wat volgt gaat het vanzelfsprekend eveneens over een gedeelde verantwoordelijkheid. De federale overheid, en in concreto de minister van Justitie, is verantwoordelijk voor de penitentiaire instellingen. Er kan niets gebeuren zonder de goedkeuring van de diensten en de ambtenaren die vallen onder Justitie. Naast de Gemeenschappen draagt Justitie natuurlijk een even grote verantwoordelijkheid en vereisen familiale- en gezinsactiviteiten de medewerking en goedkeuring van Justitie.

Het is van wezenlijk belang dat in de penitentiaire instellingen die onder Justitie vallen ook activiteiten van familiale en gezinsaard georganiseerd worden. Het is een wezenlijk onderdeel van een resocialiseringsproces. De gedetineerden dienen voorbereid te worden om later terug te kunnen keren in de samenleving. Daarom zijn zulke activiteiten een opdracht en een wezenlijk onderdeel van de taken van het gevangeniswezen. Samenwerking tussen Justitie en de Gemeenschappen is dus essentieel en noodzakelijk voor de gerechtelijke diensten en moeten een prioriteit zijn voor het gevangeniswezen.

Vandaar wens ik volgende vragen te stellen:

1) Hoeveel familiale activiteiten en gezinsactiviteiten werden er georganiseerd in de jaren 2012, 2013 en 2014? Graag ontving ik een overzicht van deze gegevens opgesplitst per gevangenis.

2) Welke welzijnsorganisaties stonden in voor deze familiale activiteiten en gezinsactiviteiten? Graag kreeg ik een overzicht van deze gegevens per jaar en per instelling.

3) Geeft de FOD Justitie stimulansen aan de gevangenissen om familiale activiteiten en gezinsactiviteiten te organiseren? Worden hiervoor werkingsmiddelen uitgetrokken? Graag ontving ik een overzicht per gevangenis en per jaar.

4) Hoeveel gedetineerden en hoeveel geïnterneerden namen deel aan deze activiteiten? Graag ontving ik een overzicht per gevangenis en per jaar.

5) Werden er mensen van buiten de gevangenissen uitgenodigd om aan deze activiteiten deel te nemen of om ernaar te komen kijken? Zo ja, waar en wanneer? Over hoeveel genodigden ging het?

6) Zijn er grote verschillen merkbaar tussen de verschillende strafinrichtingen en, zo ja, waaraan is dit te wijten?

7) Is de minister het met mij eens dat deze familiale activiteiten en gezinsactiviteiten een positieve impuls kunnen vormen voor de herintegratiekansen van de gedetineerden en geïnterneerden?

 
Réponse reçue le 7 avril 2015 : Antwoord ontvangen op 7 april 2015 :

1) à 6) Les données demandées relèvent de la compétence des Communautés. L'Office de la naissance et de l’enfance (ONE) est l’instance qui peut fournir ces informations.

7) En tant que ministre de la Justice, j’attache une grande importance à la préservation de la famille et des relations familiales par les détenus. C’est souvent auprès de ces personnes que les détenus trouvent un appui lors de leur réintégration.

1) tot 6) De gevraagde gegevens behoren tot de bevoegdheid van de Gemeenschappen. Kind & Gezin is de instantie die u deze informatiegegevens kan verschaffen.

7) Als minister van Justitie hecht ik een groot belang aan het in standhouden van familiale- en gezinsbanden door gedetineerden. Vaak zijn dat de personen waar gedetineerden bij hun re-integratie steun vinden.