SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2014-2015 Zitting 2014-2015
________________
13 février 2015 13 februari 2015
________________
Question écrite n° 6-448 Schriftelijke vraag nr. 6-448

de Petra De Sutter (Ecolo-Groen)

van Petra De Sutter (Ecolo-Groen)

à la ministre de la Mobilité, chargée de Belgocontrol et de la Société nationale des chemins de fer belges

aan de minister van Mobiliteit, belast met Belgocontrol en de Nationale Maatschappij der Belgische spoorwegen
________________
Trafic aérien - Impact sur la santé des riverains Luchtverkeer - Impact op de gezondheid van de omwonenden 
________________
circulation aérienne
aéroport
bruit
pollution atmosphérique
risque sanitaire
luchtverkeer
luchthaven
lawaai
luchtverontreiniging
gevaren voor de gezondheid
________ ________
13/2/2015Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 19/3/2015)
30/3/2015Antwoord
13/2/2015Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 19/3/2015)
30/3/2015Antwoord
________ ________
Question n° 6-448 du 13 février 2015 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 6-448 d.d. 13 februari 2015 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Le 11 février 2015, ma collègue députée Anne Dedry a posé une question orale à votre collègue, la ministre Marghem, sur l’impact du trafic aérien sur la santé des riverains des aéroports (Chambre, question orale n° 54-1468, CRIV 54 COM 092, p. 8).

Dans sa réponse, elle renvoie à vous et à votre collègue, le ministre de l'Emploi. Elle fait également référence aux entités fédérées sur la base de la loi spéciale du 18 août 1980 qui a transféré la majeure partie de la politique environnementale aux Régions.

En ce qui concerne l'exploitation des aéroports, la gestion de l'espace aérien et l’impact environnemental de la circulation aérienne, elle affirme qu’un accord de coopération sera conclu avec les Régions.

Madame la ministre, permettez-moi – étant donné le caractère transversal de votre réponse – de vous poser les trois questions suivantes :

1) Avez-vous déjà pris une initiative en vue de la mise en œuvre de cet accord de coopération? Quel est l’avancement de cet accord? Pouvez-vous avancer un calendrier?

2) Ferez-vous – avec vos collègues – examiner de plus près l’impact du trafic aérien à proximité des aéroports de Zaventem, de Charleroi, etc.?

3) Quelles mesures concrètes prendrez-vous - avec vos collègues - pour vraiment limiter les conséquences d’une plus forte exposition aux particules ultrafines résultant du trafic aérien?

 

Mijn collega volksvertegenwoordiger Anne Dedry stelde op 11 februari 2015 een mondelinge vraag aan uw collega-minister Marghem over de impact van het luchtverkeer op de gezondheid van de omwonenden van luchthavens (Kamer, mondelinge vraag nr. 54-1468, CRIV 54 COM 092, blz. 8).

In haar antwoord verwijst ze door naar u en naar uw collega-minister van Werk. Ze verwijst ook door naar de deelstaten op basis van de bijzondere wet van 18 augustus 1980, die het grootste deel van het milieubeleid doorgeschoven heeft naar de Gewesten.

Wat de uitbating van de luchthaven, het beheer van het luchtruim en de milieu-impact van het luchtverkeer betreft, zegt zij dat er een samenwerkingsakkoord met de Gewesten komt.

Mevrouw de minister, sta mij toe – gezien het transversale karakter van uw antwoord – hier drie vragen over te stellen:

1) Hebt u al een initiatief genomen om dit samenwerkingsakkoord uit te voeren? Hoever staat het hier precies mee? Tegen wanneer mogen we het verwachten?

2) Zult u – samen met uw collega's – de impact van het luchtverkeer rond onze luchthavens in Zaventem, Charleroi, enz. nader laten onderzoeken?

3) Welke concrete maatregelen zult u - samen met uw collega's - treffen om de gevolgen van de verhoogde blootstelling aan ultrafijn stof van het luchtverkeer daadwerkelijk terug te dringen?

 
Réponse reçue le 30 mars 2015 : Antwoord ontvangen op 30 maart 2015 :

1) Même si la compétence de l'État fédéral dans l’exploitation de Bruxelles-National est exclusive, cela n’exclut pas que la Région bruxelloise décide d’édicter des normes environnementales relatives aux nuisances sonores provoquées par le trafic aérien résultant de l’exploitation de l’aéroport. Nous devons donc continuer à privilégier des espaces de concertation avec les Régions, mais je ne m’enfermerai pas dans un calendrier.

2) Je n’agirai que dans les limites de mes compétences qui portent sur l’Aéroport de Bruxelles-National avec les éléments que j’ai exposés ci-dessus.

3) La répartition géographique de la charge sonore issue des routes d'arrivée et de départ sur un aéroport correspond quasi linéairement aux émissions des réacteurs des avions.

Si les gaz émis restent en suspension et en concentration variables impliquant une dispersion en dehors de la proximité de l'aéroport considéré, les particules fines par contre tendent à s'accumuler dans la zone d'émission, induisant une accumulation de polluants. Pratiquement, le cadre d'un futur accord de coopération devra fixer des normes d'émission que les moteurs des avions opérant sur le site devront respecter.

1) Ook al heeft de federale overheid een exclusieve bevoegdheid met betrekking tot de uitbating van Brussel-Nationaal, dit sluit niet uit dat het Brusselse Gewest zou beslissen om milieunormen uit te vaardigen met betrekking tot de geluidshinder die door het luchtverkeer wordt veroorzaakt als gevolg van de uitbating van de luchthaven. Bijgevolg moeten wij voorkeur blijven geven aan overlegruimtes met de Gewesten, maar ik zal mij niet vastpinnen op een timing.

2) Ik zal enkel handelen binnen de perken van mijn bevoegdheden met betrekking tot de luchthaven van Brussel-Nationaal met de elementen die ik hierboven heb aangehaald.

3) De geografische spreiding van de geluidsbelasting die afkomstig is van de vertrek- en aankomstroutes van een luchthaven, is bijna recht evenredig met de uitstoot van de vliegtuigmotoren.

Deze gasuitstoot blijft in variabele suspensie en concentratie, waardoor er een verspreiding plaatsvindt buiten de nabijheid van de luchthaven in kwestie. Fijn stof daarentegen gaat zich opstapelen in de emissiezone. Er is dan ook sprake van een opeenhoping van de vervuilende stoffen. In de praktijk zal het kader van een toekomstig samenwerkingsakkoord moeten bepalen aan welke emissienormen de motoren van vliegtuigen op de site van de luchthaven moeten voldoen.