SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2014-2015 Zitting 2014-2015
________________
10 février 2015 10 februari 2015
________________
Question écrite n° 6-433 Schriftelijke vraag nr. 6-433

de Ann Brusseel (Open Vld)

van Ann Brusseel (Open Vld)

à la secrétaire d'État à la Lutte contre la pauvreté, à l'Égalité des chances, aux Personnes handicapées, et à la Politique scientifique, chargée des Grandes Villes, adjointe au Ministre des Finances

aan de staatssecretaris voor Armoedebestrijding, Gelijke Kansen, Personen met een beperking, en Wetenschapsbeleid, belast met Grote Steden, toegevoegd aan de Minister van Financiën
________________
Institut fédéral pour l’égalité des femmes et des hommes - Interfédéralisation Federaal Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen - Interfederalisering 
________________
intégration des questions d'égalité entre les hommes et les femmes
Institut pour l'égalité des femmes et des hommes
égalité homme-femme
régions et communautés de Belgique
gendermainstreaming
Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen
gelijke behandeling van man en vrouw
gewesten en gemeenschappen van België
________ ________
10/2/2015Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 12/3/2015)
15/6/2015Antwoord
10/2/2015Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 12/3/2015)
15/6/2015Antwoord
________ ________
Question n° 6-433 du 10 février 2015 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 6-433 d.d. 10 februari 2015 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Cette question concerne l’égalité des chances entre les hommes et les femmes et relève dès lors de la compétence du Sénat, conformément à l’article 79 du Règlement. Elle porte également sur une matière transversale (Communautés). En outre, cette question a trait à une éventuelle « interfédéralisation », laquelle est une compétence par excellence du Sénat.

On entend régulièrement que l’Institut fédéral pour l’égalité des femmes et des hommes va suivre l’exemple du Centre pour l’égalité des chances et la lutte contre le racisme en s’interfédéralisant. En juillet 2012, le gouvernement fédéral, les Régions et les Communautés ont conclu un accord de coopération au sujet de l’« interfédéralisation » de l’actuel Centre fédéral pour l’égalité des chances et la lutte contre le racisme: les compétences en matière de lutte contre la discrimination ont été étendues à celles des Régions et des Communautés.

J'aimerais vous poser les questions suivantes:

1) Pouvez-vous indiquer si l’« interfédéralisation » de l’Institut fédéral pour l’égalité des femmes et des hommes deviendra effective au cours de cette législature? Si oui, une date peut-elle être avancée? Dans la négative, pouvez-vous indiquer comment l’Institut peut-il coopérer plus étroitement avec les Communautés et les Régions en ce qui concerne l’égalité des femmes et des hommes? Pouvez-vous fournir des explications concrètes à ce sujet?

2) Quels sont les écueils possibles d'une éventuelle « interfédéralisation » de l'Institut pour l'égalité des femmes et des hommes?

3) Ne craignez-vous pas une nouvelle condamnation de la Belgique à l’initiative de la Commission européenne dans le cas où l’« interfédéralisation » de l’Institut pour l'égalité des femmes et des hommes ne deviendrait pas effective? Si oui, pouvez-vous fournir des explications à ce sujet et indiquer les mesures prises pour empêcher ce scénario? Dans la négative, pouvez-vous nous expliquer votre point de vue?

 

Deze vraag betreft gelijke kansen van vrouwen en mannen en valt aldus onder de bevoegdheid van de Senaat overeenkomstig artikel 79 van het reglement. Het betreft tevens een transversale aangelegenheid (Gemeenschappen). Bovendien handelt deze vraag over een eventuele 'interfederalisering', wat bij uitstek tot de bevoegdheden van de Senaat hoort.

Regelmatig duikt het bericht op dat het federaal Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen gaat 'interfederaliseren' naar het voorbeeld van het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding. In juli 2012 kwamen de federale regering, de Gewesten en de Gemeenschappen tot een samenwerkingsakkoord over de 'interfederalisering' van het huidige federale Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding: de bevoegdheden inzake de strijd tegen discriminatie werden uitgebreid tot die van de Gewesten en Gemeenschappen.

Graag had ik u dan ook volgende vragen voorgelegd:

1) Kan u aangeven of de 'interfederalisering' van het federaal Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen tijdens deze legislatuur zal worden uitgevoerd? Zo ja, kunt u de timing toelichten? Zo neen, kunt u aangeven hoe het instituut nauwer kan samenwerken met de Gemeenschappen en de Gewesten voor wat betreft de gelijkheid van vrouwen en mannen? Kunt u dit concreet toelichten?

2) Wat zijn de mogelijke struikelblokken bij een eventuele 'interfederalisering' van het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen?

3) Vreest u niet dat er bij het uitblijven van een 'interfederalisering' van het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen een nieuwe veroordeling van België op initiatief van de Europese Commissie kan komen? Zo ja, kunt u toelichten en aangeven hoe u dit probeert te voorkomen? Zo neen, kunt u dit toelichten?

 
Réponse reçue le 15 juin 2015 : Antwoord ontvangen op 15 juni 2015 :

L’accord de gouvernement ne mentionne rien au sujet de l’interfédéralisation de l’Institut pour l’égalité des femmes et des hommes. Cela ne signifie pas que nous ne recherchions pas de solutions pour satisfaire aux directives européennes en question. À cette fin, des concertations ont lieu avec les entités fédérales afin d’examiner ensemble quelle est la meilleure solution en vue de développer une entité « genre » pour l’ensemble du pays. Concernant votre dernière question, je peux vous communiquer que la concertation au niveau européen est en cours.

Over de interfederalisering van het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen is er niets opgenomen in het regeerakkoord. Dat wil niet zeggen dat we niet naar oplossingen zoeken om te voldoen aan de desbetreffende Europese richtlijnen. Daarom wordt overlegd met de deelstaten om samen na te gaan wat de beste oplossing is opdat er een genderorgaan zou zijn voor het gehele land. Wat betreft uw laatste vraag kan ik u melden dat er ook Europees niveau overleg plaatsheeft.