SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2014-2015 Zitting 2014-2015
________________
18 décembre 2014 18 december 2014
________________
Question écrite n° 6-341 Schriftelijke vraag nr. 6-341

de Bert Anciaux (sp.a)

van Bert Anciaux (sp.a)

à la ministre de l'Énergie, de l'Environnement et du Développement durable

aan de minister van Energie, Leefmilieu en Duurzame Ontwikkeling
________________
Politique du gouvernement fédéral en matière d'énergie - Répercussions des économies des Régions et des Communautés Federaal beleid voor energie - Invloed van de besparingen van de Gewesten en Gemeenschappen 
________________
régions et communautés de Belgique
budget régional
politique d'austérité
politique énergétique
gewesten en gemeenschappen van België
provinciebegroting
bezuinigingsbeleid
energiebeleid
________ ________
18/12/2014Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 22/1/2015)
19/3/2015Antwoord
18/12/2014Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 22/1/2015)
19/3/2015Antwoord
________ ________
Question n° 6-341 du 18 décembre 2014 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 6-341 d.d. 18 december 2014 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Le gouvernement flamand a annoncé bon nombre de mesures d'économie qui touchent tant aux compétences des Communautés qu'à celles des Régions. Il ne fait dès lors aucun doute que certains accords de coopération conclus antérieurement ne pourront plus être appliqués de manière identique. À la suite des sérieuses économies dans les universités et hautes écoles, certains projets ne pourront pas non plus être poursuivis. Les économies imposées aux communes auront aussi des conséquences.

1) La ministre peut-elle me donner un aperçu détaillé des projets de coopération qui existent en matière d'énergie entre l'autorité fédérale et les Régions et les Communautés, ou les institutions qui en dépendent, comme les universités, les hautes écoles, les communes et les provinces?

2) Quels projets doivent-ils être adaptés à la suite des économies imposées par les Régions et les Communautés?

3) Quels sont les projets qui doivent être arrêtés?

4) Quelles répercussions les mesures d'austérité des Communautés et des Régions ont-elles sur la politique du gouvernement fédéral en matière d'énergie?

 

De Vlaamse regering heeft tal van besparingsmaatregelen aangekondigd, zowel op het vlak van de gemeenschapsbevoegdheden als op het vlak van de gewestbevoegdheden. Hierdoor kunnen zonder twijfel bepaalde vroegere samenwerkingsakkoorden niet langer op een identieke wijze voortgezet worden. Ook ingevolge ernstige besparingen binnen de universiteiten en hogescholen, zullen sommige projecten niet voortgezet kunnen worden. Ook besparingen die opgelegd worden aan de gemeenten zullen gevolgen hebben.

1) Kan de minister me een gedetailleerd overzicht geven van de samenwerkingsprojecten die er bestaan op het vlak van het energiebeleid tussen de federale overheid en de gewesten of gemeenschappen, of instellingen die daarvan afhangen zoals universiteiten, hogescholen en gemeenten en provincies?

2) Welke projecten dienen aangepast te worden door de besparingen die de Gewesten en Gemeenschappen opleggen?

3) Welke projecten dienen te worden stopgezet?

4) Wat is de invloed van de besparingspolitiek van de Gewesten en Gemeenschappen binnen het beleid voor energie?

 
Réponse reçue le 19 mars 2015 : Antwoord ontvangen op 19 maart 2015 :

1) Concertation entre l'État et les Régions en matière d’énergie (CONCERE).

La concertation entre l'État et les Régions en matière d’énergie (CONCERE, en néerlandais : ENOVER) se fait sur une base mensuelle. Les cabinets et les administrations chargées de l'énergie y sont représentées. En outre, il existe plusieurs groupes de travail CONCERE traitant plus en détail certaines questions, dossiers ou projets spécifiques.

Le travail de ces groupes consiste à :

– coordonner la position belge dans les questions européennes ;

– transposer des directives européennes ;

– répartir les tâches et fixer la composition des délégations auprès d'organisations internationales ;

– coordonner et compiler des données (statistiques, bilans) sur l'énergie.

Les groupes de travail CONCERE qui se sont réunis le plus souvent au cours de l'année 2014 sont les suivants :

– groupe de travail CONCERE UE (dossiers européens de l'énergie) ;

– groupe de travail sur l'efficacité énergétique ;

– groupe de travail sur les bilans énergétiques ;

– groupe de travail mixte CONCERE-Transport (carburants alternatifs).

Agence internationale de l'énergie (AIE).

La représentation belge auprès de l'AIE relève principalement du niveau fédéral en ce qui concerne les Standing Groups et les comités permanents. Les Régions sont bien informées via CONCERE.

Au niveau des groupes de travail de l'AIE (Working Parties) et les Implementing Agreements (IA), les Régions sont bien impliquées.

Dans les groupes de travail, la Belgique est généralement représentée par des experts nationaux et régionaux. La préparation et l'échange d'informations ont lieu grâce aux groupes de travail CONCERE.

Ces groupes de travail sont les suivants :

Working Party on Energy End-Use Technologies (EUWP) ;

Working Party on Renewable Energy Technologies (REWP) ;

Working Party on Energy Efficiency (EEWP).

Un Implementing Agreement (appelé également Multilateral Technology Initiative) est une collaboration internationale en matière de technologie de l'énergie rassemblant des ressources. Les autorités, les universités et les entreprises peuvent y participer.

À la plupart des Implementing Agreements (IA) participent soit les Régions, soit l’autorité fédérale, en fonction de la matière. En ce qui concerne l'IA Wind, il est actuellement examiné si les Régions sont intéressées à participer avec l’autorité fédérale qui en est déjà membre.

Projet de simplification administrative.

En termes de permis d'autorisation, l’autorité fédérale et les Régions collaborent dans le cadre du Comité de coordination et de facilitation, lequel est presque opérationnel. Cet organisme doit délivrer des permis pour les grands projets énergétiques, et en particulier pour ceux qui sont désignés par l'Union européenne. Il s’agit de projets d'intérêt commun, à coordonner avec toutes les autorités compétentes afin de faciliter et d'accélérer leur réalisation. Cet organisme entrera en fonctionnement dès que le Parlement de la Région de Bruxelles-Capitale aura donné son approbation à l'accord de coopération.

2) Il n'y a pas d'effets connus de ces économies sur des projets en matière énergétique dans lesquels le gouvernement fédéral est impliqué.

3) À ce jour, aucun projet dans lesquels le gouvernement fédéral est impliqué n'a été arrêté en raison d’ économies au niveau des Régions et des Communautés.

4) Les économies des Régions et Communautés n'ont pas d'impact direct sur la politique de l'énergie fédérale.

1) Energieoverleg tussen de Staat en de Gewesten (ENOVER).

Het energieoverleg tussen de Staat en de Gewesten (ENOVER, in het Frans CONCERE) gebeurt op maandelijkse basis. Hierin zetelen zowel de kabinetten als de administraties bevoegd voor energie. Daarnaast zijn er verschillende ENOVER-werkgroepen die bepaalde onderwerpen, dossiers of projecten meer in detail behandelen.

De werkzaamheden van deze groepen bestaan uit :

– het coördineren van een Belgisch standpunt in Europese dossiers ;

– het omzetten van Europese richtlijnen ;

– het verdelen van taken en het bepalen van de samenstelling van de delegaties bij internationale organisaties ;

– het coördineren en samenstellen van gegevens (statistieken, balansen) over energie.

De ENOVER-werkgroepen die in het jaar 2014 het meest vergaderden, zijn :

– werkgroep ENOVER EU (Europese energiedossiers) ;

– werkgroep Energie-efficiëntie ;

– werkgroep Energiebalansen ;

– gemengde werkgroep ENOVER-Transport (alternatieve transportbrandstoffen).

Internationaal Energieagentschap (IEA).

De Belgische vertegenwoordiging bij het IEA gebeurt voornamelijk op federaal niveau voor wat betreft de Standing Groups en de Comités. De Gewesten worden wel op de hoogte gehouden via ENOVER.

Op het niveau van de IEA-werkgroepen (Working Parties) en de Implementing Agreements (IA) zijn de Gewesten wel betrokken.

In de werkgroepen wordt België gewoonlijk vertegenwoordigd door zowel nationale als gewestelijke experten. Voorbereiding en uitwisseling van informatie gebeurt via de ENOVER werkgroepen.

Deze werkgroepen zijn :

Working Party on Energy End-Use Technologies (EUWP) ;

Working Party on Renewable Energy Technologies (REWP) ;

Working Party on Energy Efficiency (EEWP).

Een Implementing Agreement (ook Multilateral Technology Initiative genoemd) is een internationaal samenwerkingsverband inzake energietechnologie waarbij de middelen gebundeld worden. Hieraan kunnen zowel overheden, universiteiten als ondernemingen deelnemen.

Aan de meeste Implementing Agreements (IA) nemen deel ofwel de Gewesten, ofwel de federale overheid, afhankelijk van de materie. Wat de IA Wind betreft wordt momenteel bekeken of de gGwesten interesse hebben om deel te nemen met de federale overheid die al lid is.

Project administratieve vereenvoudiging.

Op het vlak van vergunningsverlening werken de federale overheid en de Gewesten samen binnen het kader van het bijna operationele Vergunningscoördinerend en -faciliterend Comité. Dit orgaan heeft tot doel het afleveren van vergunningen voor grootschalige energieprojecten, en in het bijzonder deze die door de Europese Unie als projecten van algemeen belang worden bestempeld, te coördineren tussen alle betrokken overheden om zo de aflevering ervan te faciliteren en te versnellen. Dit orgaan zal operationeel zijn zodra het Brussels Hoofdstedelijk Parlement instemming heeft verleend aan het samenwerkingsakkoord.

2) Er zijn geen gevolgen gekend van deze besparingen op projecten op het vlak van energie waarbij de federale overheid betrokken is.

3) Tot op heden, zijn er geen projecten, waarbij de federale overheid betrokken is, gestopt omwille van besparingen op het niveau van de Gewesten en de Gemeenschappen.

4) De besparingen bij de Gewesten en de Gemeenschappen hebben geen rechtstreekse impact op het federale energiebeleid.