SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2014-2015 Zitting 2014-2015
________________
27 novembre 2014 27 november 2014
________________
Question écrite n° 6-244 Schriftelijke vraag nr. 6-244

de Rik Daems (Open Vld)

van Rik Daems (Open Vld)

au ministre des Finances, chargé de la Lutte contre la fraude fiscale

aan de minister van Financiën, belast met de Bestrijding van de fiscale fraude
________________
Innovation - Entrepreneuriat - Spin-offs - Précompte mobilier Innovatie - Ondernemerschap - Spin-offs - Roerende voorheffing 
________________
innovation
impôt sur les revenus de capitaux
scission d'entreprises
vernieuwing
belasting op inkomsten uit kapitaal
splitsing van onderneming
________ ________
27/11/2014Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 1/1/2015)
21/1/2015Antwoord
27/11/2014Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 1/1/2015)
21/1/2015Antwoord
________ ________
Question n° 6-244 du 27 novembre 2014 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 6-244 d.d. 27 november 2014 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Cette question porte sur une matière transversale : l'innovation, la recherche et l'économie sont des compétences régionales.

De plus en plus d'entreprises se scindent, comme par exemple la néerlandaise Phillips qui s'est séparée de sa division éclairage. Dans les universités également, on assiste fréquemment à la création de spin-offs qui jouent un rôle majeur dans l'innovation et le développement des régions.

Assez bizarrement, le fisc prélève un précompte mobilier de 25 % sur les nouvelles actions émises par une spin-off. Ce n'est pas équitable, car il ne s'agit nullement d'un dividende et donc pas d'un revenu. En principe, ce papier ne rend pas plus riche l'actionnaire. Si l'entreprise, cotée en bourse, est scindée, l'actionnaire perd d'un coup 25 % de son avoir. Une conséquence fréquente est que les actionnaires vendent leurs parts avant la scission pour les racheter ensuite. À mes yeux, ce prélèvement est injustifié et injuste. La « Vlaamse Beleggersfederatie » s'en est elle aussi déjà émue.

1) Le ministre estime-t-il légitime qu'un précompte mobilier de 25 % soit retenu en cas de scission d'une entreprise ? Ne serait-il pas indiqué de mettre les choses au point une fois pour toutes, étant donné qu'il s'agit d'un frein à l'entrepreneuriat et à l'innovation ?

2) Le ministre peut-il dire s'il va supprimer ce prélèvement inéquitable ? Si oui, peut-il fournir des précisions de fond ? Quand cette mesure produira-t-elle ses effets ?

 

Deze vraag betreft een transversale aangelegenheid: innovatie, onderzoek en economie zijn gewestelijke bevoegdheden .

Steeds meer bedrijven splitsen zich op. Zo heeft het Nederlandse Phillips zijn verlichtingsdivisie afgesplitst. Ook aan universiteiten worden geregeld spin-offs opgericht. Deze spin-offs vervullen een sleutelrol bij innovatie en ontwikkeling in de regio's.

De fiscus houdt vreemd genoeg een roerende voorheffing van 25 % in op de nieuwe aandelen die uit een spin-off ontstaan. Dat is onterecht. Het betreft immers geen dividend en het vormt dus ook geen inkomen. De aandeelhouder wordt er op papier in principe niet rijker van. Indien het bedrijf beursgenoteerd is en opgesplitst wordt, verliest de aandeelhouder in één klap 25 % van de waarde. Dat leidt er dikwijls toe dat de aandeelhouders hun aandelen vóór de splitsing verkopen om ze vervolgens achteraf terug te kopen. Deze heffing is mijns inziens zonder grond en unfair. Ook de Vlaamse Beleggersfederatie kaartte dit reeds eerder aan.

1) Vindt de minister het legitiem dat bij een bedrijfssplitsing een roerende voorheffing van 25 % wordt ingehouden? Is het niet aangewezen om dit eens en voor altijd uit te klaren, aangezien het ondernemerschap en innovatie afremt?

2) Kan de minister aangeven of hij deze onterechte heffing in de toekomst zal schrappen? Zo ja, kan hij dat inhoudelijk toelichten? Wanneer zal die maatregel van kracht worden?

 
Réponse reçue le 21 janvier 2015 : Antwoord ontvangen op 21 januari 2015 :

En réponse à ses questions et sur le principe, je renvoie l'honorable membre à la réponse que mon prédécesseur a fournie à l’époque à la question parlementaire n° 26 du 14 janvier 2009 de M: le député Jenne de Potter (voir bull. Questions et réponses n°047 du 2 février 2009, QRVA 52-47, pp. 12 à 16).

En outre, je peux indiquer que mon administration a par le passé déjà publié une circulaire relative au régime fiscal qui est d’application pour l’attribution de dividendes sous la forme de titres dans le cadre d’opérations de restructuration d’une société dite « spin off ». Cette circulaire peut être consultée dans la base de données fiscales Fisconetplus sur le site internet du Service Public Fédéral Finances (réf. n° Ci.RH.231/620.626, AGFisc N°38/2012 du 3 décembre 2012).

En dépit du fait que ce type de précompte mobilier est conforme au cadre légal actuel, je comprends que, dans certaines situations, cela débouche sur l’application d’un précompte mobilier alors qu’il n’y a pas d’enrichissement.

Mon administration examinera s’il est possible de remédier à cette situation sans toutefois exclure injustement des revenus du principe de dividend.

In antwoord op zijn vragen meen ik er goed aan te doen het geachte lid op het principiële vlak te verwijzen naar het antwoord dat mijn voorganger destijds heeft verstrekt op de parlementaire vraag nr. 26 van 14 januari 2009 van de heer volksvertegenwoordiger Jenne De Potter (zie bull. Vragen en antwoorden nr. 047 van 2 februari 2009, QRVA 52-47, blz. 12 tot 16).

Daarnaast kan ik meedelen dat mijn administratie in het verleden reeds een circulaire heeft gepubliceerd omtrent het belastingstelsel dat van toepassing is op de toekenning van dividenden onder de vorm van aandelen in het kader van de herstructurering van een vennootschap, de zogenaamde “spin off”. Die administratieve circulaire kan worden geraadpleegd in de fiscale gegevensbank Fisconetplus op de webstek van de Federale Overheidsdienst Financiën (ref. nr. Ci.RH.231/620.626, AAFisc Nr. 38/2012 van 3 december 2012).

Ondanks het feit dat dergelijke roerende voorheffing in overeenstemming is met het huidige wettelijke kader, begrijp ik dat hierdoor in sommige situaties roerende voorheffing wordt toegepast ondanks het feit dat er geen verrijking is.

Mijn administratie zal onderzoeken of hieraan verholpen kan worden zonder evenwel inkomsten onterecht uit het dividendbegrip uit te sluiten.