SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2018-2019 Zitting 2018-2019
________________
18 février 2019 18 februari 2019
________________
Question écrite n° 6-2360 Schriftelijke vraag nr. 6-2360

de Rik Daems (Open Vld)

van Rik Daems (Open Vld)

au ministre des Classes moyennes, des Indépendants, des PME, de l'Agriculture, et de l'Intégration sociale, chargé des Grandes villes

aan de minister van Middenstand, Zelfstandigen, KMO's, Landbouw en Maatschappelijke Integratie, belast met Grote Steden
________________
Obligations à impact social - Étude - Projets pilotes - Facilitateur - Conditions préalables Social impact bonds - Onderzoek - Pilootprojecten - Facilitator - Randvoorwaarden 
________________
financement de l'entreprise
obligation financière
problème social
impact social
création d'entreprise
financement
jeune pousse
bedrijfsfinanciering
obligatie
sociaal probleem
sociaal effect
oprichting van een onderneming
financiering
startende onderneming
________ ________
18/2/2019Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 21/3/2019)
8/4/2019Antwoord
18/2/2019Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 21/3/2019)
8/4/2019Antwoord
________ ________
Aussi posée à : question écrite 6-2356
Aussi posée à : question écrite 6-2357
Aussi posée à : question écrite 6-2358
Aussi posée à : question écrite 6-2359
Aussi posée à : question écrite 6-2356
Aussi posée à : question écrite 6-2357
Aussi posée à : question écrite 6-2358
Aussi posée à : question écrite 6-2359
________ ________
Question n° 6-2360 du 18 février 2019 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 6-2360 d.d. 18 februari 2019 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Ces dernières années, les obligations à impact social (OIS) ont rencontré un très grand succès, mais surtout à l'étranger, malheureusement. Actuellement, on compte plus de soixante OIS à travers le monde parmi lesquelles le projet " Duo for a job " en Belgique. Les OIS sont en train de faire leurs preuves en tant qu'initiatives " bottom-up " où la relation horizontale entre les autorités publiques et les citoyens donne de bons résultats. Si ces investissements sont si précieux, c'est parce qu'ils produisent des résultats mesurables sur le plan social. Ces dernières années, nous avons discuté et approfondi ces OIS, tant au niveau flamand qu'au niveau fédéral.

Actuellement, l'autorité ne peut plus faire face seule. Nous souhaitons investir dans ce domaine avec des entrepreneurs et des investisseurs engagés sur le plan social. Nous devons également développer et favoriser chez nous un instrument qui a prouvé son efficacité à l'étranger, à savoir les obligations à impact social. Le principe " no cure no pay " est important à cet égard.

En 2016, une proposition de résolution visant à soutenir des instruments d'investissement social innovants, en particulier les obligations à impact social, a été déposée au Sénat (document Sénat n° 6 271/1) ; elle demande de concrétiser les points suivants :

1) inventorier les domaines dans lesquels ces OIS sont souhaitables ;

2) élaborer un cadre régulateur et fiscal en vue de faciliter l'instauration des OIS dans notre pays ;

3) charger la Banque nationale de Belgique de de réaliser une étude sur les conditions qui facilitent la mise en place des OIS et d'informer le Parlement des résultats de cette étude ;

4) mettre en place des projets pilotes concrets basés sur le modèle des obligations à impact social, en mettant l'accent sur la lutte contre la pauvreté.

Dans quelle mesure ces propositions sont-elles aujourd'hui réalisées ?

Il s'agit d'une matière transversale relevant aussi des Communautés. La concrétisation des objectifs sur le plan du bien-être, de l'enseignement, de la formation des jeunes, etc., relève des compétences des Communautés. La concrétisation des objectifs en matière de justice, d'administration pénitentiaire et de réinsertion relève des autorités fédérales. De plus, les OIS sont l'instrument idéal pour attirer des financements externes en faveur de la prévention, qui est surtout une compétence des Communautés.

Je souhaiterais vous poser les questions suivantes :

1) Pouvez-vous m'indiquer si l'autorité fédérale a déjà inventorié les domaines dans lesquels les obligations à impact social et les obligations à impact sur la santé peuvent être mises en place ? Dans l'affirmative, pouvez-vous indiquer où celles-ci sont actuellement lancées ? Dans la négative, pourquoi ? Êtes-vous aujourd'hui disposé à examiner cette question de manière plus approfondie ?

2) Êtes-vous disposé à charger la Banque nationale de Belgique de réaliser une étude sur les conditions d'une mise en œuvre plus facile des OIS, pouvant également être utile aux Communautés et aux entreprises d'économie sociale ? Le problème avec les obligations à impact social est en effet que pour chaque projet, il faut à nouveau mettre en place un processus d'apprentissage. Un facilitateur de projet peut faire en sorte de réduire considérablement les coûts de la mise en œuvre d'une obligation à impact social.

3) Pouvez-vous indiquer s'il existe déjà, au sein de l'autorité fédérale, des projets pilotes en matière d'obligations à impact social et d'obligations à impact sur la santé ? Pouvez-vous fournir des explications détaillées ? Dans la négative, pourquoi ?

 

Social impact bonds (SIB) waren de afgelopen jaren zeer succesvol maar jammer genoeg vooral in het buitenland. Momenteel zijn er wereldwijd meer dan zestig SIB, waaronder in België het project "Duo for a Job". De SIB zijn zich aan het bewijzen als "bottom up" initiatieven waarin er een horizontale verhouding tussen overheid en burgers aanwezig is die duidelijk resultaten levert. Deze investeringen zijn zo waardevol omdat ze gebonden zijn aan meetbare resultaten op sociaal vlak. Deze SIB hebben we zowel op het Vlaamse niveau als op het federale niveau de laatste jaren besproken en uitgediept.

In deze tijd kan de overheid het niet meer alleen. Wij zijn vragende partij om samen met maatschappelijk bewogen ondernemers en investeerders hier op in te zetten. Het instrument dat zijn deugdelijkheid heeft bewezen in het buitenland, de social impact bonds, moeten wij ook hier uitrollen en stimuleren. Belangrijk daarbij is het "no cure no pay" beginsel.

In 2016 werd in de Senaat een voorstel van resolutie ingediend ter ondersteuning van innovatieve maatschappelijke investeringsinstrumenten, in het bijzonder Social Impact Bonds (stuk Senaat nr. 6 271/1) die vraagt om de volgende verwezenlijkingen te realiseren :

1) de domeinen waarin deze SIB wenselijk zijn op te lijsten;

2) er een regulerend fiscaalkader wordt opgesteld om de SIB in ons land te faciliteren;

3) de Nationale Bank van België (NBB) de opdracht te geven om een onderzoek te voeren naar de voorwaarden om SIB te faciliteren en dit te rapporteren aan het Parlement;

4) concrete pilootprojecten op te zetten op basis van het social impact bond model met de nadruk op armoedebestrijding.

In welke mate zijn deze voorstellen momenteel gerealiseerd ?

Het betreft een transversale aangelegenheid met de Gemeenschappen. Het realiseren van doelstellingen op vlak van welzijn, onderwijs, opleiding van jongeren, enz., behoort tot de bevoegdheden van de Gemeenschappen. Het realiseren van doelstellingen op vlak van Justitie, gevangeniswezen en herintegratie zijn federale bevoegdheden. SIB zijn bovendien het instrument bij uitstek om externe financiering aan te trekken voor preventie, wat grotendeels een bevoegdheid van de Gemeenschappen is.

Graag kreeg ik een antwoord op volgende vragen :

1) Kan u meedelen of de federale overheid reeds de domeinen heeft opgelijst waar de social impact bonds en de health impact bonds kunnen worden ingezet ? Zo ja, kan u meedelen waar deze reeds in uitrol zijn ? Zo neen, waarom niet ? Bent u vandaag bereid dit nader te onderzoeken ?

2) Bent u bereid de Nationale Bank van België de opdracht te geven om een onderzoek te voeren naar de voorwaarden om SIB te faciliteren die ook ten dienste kan staan van de Gemeenschappen en de sociale entrepreneurs ? Het probleem bij social impact bonds is immers dat men bij elk project telkens opnieuw een leercurve moet opzetten. Een facilitator kan ervoor zorgen dat de kosten voor het opzetten van een SIB drastisch kan dalen.

3) Kan u meedelen of er reeds pilootprojecten bestaan inzake social impact bonds en social health bonds binnen de federale overheid ? Kan u dit toelichten ? Zo neen, waarom niet ?

 
Réponse reçue le 8 avril 2019 : Antwoord ontvangen op 8 april 2019 :

Je vous informe que la réponse à cette question relève des compétences d’Alexander De Croo, vice-premier ministre et ministre des Finances, chargé de la Lutte contre la fraude fiscale, et ministre de la Coopération au développement.

Ik deel u mee dat het antwoord op deze vraag tot de bevoegdheden van Alexander De Croo, vice-eersteminister en minister van Financiën, belast met Bestrijding van de fiscale fraude, en minister van Ontwikkelingssamenwerking behoort.