SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2014-2015 Zitting 2014-2015
________________
3 novembre 2014 3 november 2014
________________
Question écrite n° 6-199 Schriftelijke vraag nr. 6-199

de Bert Anciaux (sp.a)

van Bert Anciaux (sp.a)

à la secrétaire d'État à la Lutte contre la pauvreté, à l'Égalité des chances, aux Personnes handicapées, et à la Politique scientifique, chargée des Grandes Villes, adjointe au Ministre des Finances

aan de staatssecretaris voor Armoedebestrijding, Gelijke Kansen, Personen met een beperking, en Wetenschapsbeleid, belast met Grote Steden, toegevoegd aan de Minister van Financiën
________________
Lutte contre Ebola - Participation des Communautés Strijd tegen Ebola - Betrokkenheid van de gemeenschappen 
________________
maladie infectieuse
épidémie
prévention des maladies
recherche médicale
relation État-région
coopération institutionnelle
infectieziekte
epidemie
voorkoming van ziekten
medische research
verhouding land-regio
institutionele samenwerking
________ ________
3/11/2014Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 4/12/2014)
10/4/2015Antwoord
3/11/2014Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 4/12/2014)
10/4/2015Antwoord
________ ________
Question n° 6-199 du 3 novembre 2014 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 6-199 d.d. 3 november 2014 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

La lutte contre Ebola commence enfin à être prise au sérieux. Le fait que quelques cas (mortels) d'Ebola soient apparus en Occident, en Europe et aux États-Unis, a brusquement suscité l'intérêt international et l'Organisation mondiale de la santé (OMS) annonce que, par le biais de la recherche scientifique, on disposera peut-être d'un traitement Ebola dans quelques mois. Des milliers de morts en Afrique ne poussent pas le monde scientifique à accélérer le mouvement. Quelques malades en Occident entraînent une mobilisation générale.

Dans notre pays aussi, quelques mesures ont été prises afin d'éviter qu'Ebola ne se propage chez nous. En Belgique, les Communautés ont d'importantes compétences en matière de santé, en particulier sur le plan de la prévention. Elles doivent par conséquent être étroitement associées à l'élaboration de la politique de lutte contre Ebola. La recherche scientifique est également, en grande partie, une compétence des Communautés. Il paraît évident que les établissements scientifiques peuvent apporter une énorme contribution sur ce plan.

1) A-t-on déjà pris contact avec les Communautés, en ce qui concerne tant les aspects liés à la santé publique (prévention) que ceux liés à la recherche scientifique ?

2) Les communautés ont-elles un rôle à jouer dans l'approche de l'épidémie Ebola ? Dans quelle mesure a-t-on réellement convenu d'une coopération ?

 

De strijd tegen Ebola begint eindelijk enige sérieux te krijgen. Nu er enkele (dodelijke) gevallen van Ebola in het Westen opduiken, binnen Europa en binnen de Verenigde Staten, is er plots internationale interesse en kondigt de World Health Organisation (WHO) aan dat er via wetenschappelijk onderzoek binnen enkele maanden wellicht een Ebola-geneesmiddel zal zijn. Duizenden doden in Afrika doen de wetenschappelijke wereld niet in een hogere snelheid rijden. Enkele zieken in het Westen zorgen voor een algemene mobilisatie.

Ook in ons land zijn er enkele maatregelen genomen om te voorkomen dat Ebola hier een kans maakt. De gemeenschappen in ons land hebben grote bevoegdheden op het vlak van gezondheidsbeleid en zeker op het vlak van preventie. Ze moeten bijgevolg zeer nauw betrokken worden bij het uit te stippelen Ebola-beleid. Ook het wetenschappelijk onderzoek is in grote mate een bevoegdheid van de gemeenschappen. Het lijkt vanzelfsprekend dat de universitaire instellingen op dat vlak een enorme bijdrage kunnen leveren.

1) Werd er reeds contact opgenomen met de gemeenschappen, zowel op het vlak van (preventieve) volksgezondheid als op het vlak van wetenschappelijk onderzoek?

2) Hebben de gemeenschappen een rol in de aanpak van de Ebola-epidemie? In hoeverre is er echt een samenwerking afgesproken?

 
Réponse reçue le 10 avril 2015 : Antwoord ontvangen op 10 april 2015 :

Cette matière relève des compétences du ministre chargé de la Santé publique.

Deze aangelegenheid behoort tot de bevoegdheid van de minister belast met Volksgezondheid.