SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2017-2018 Zitting 2017-2018
________________
31 mai 2018 31 mei 2018
________________
Question écrite n° 6-1895 Schriftelijke vraag nr. 6-1895

de Martine Taelman (Open Vld)

van Martine Taelman (Open Vld)

au ministre de la Justice

aan de minister van Justitie
________________
Enlèvement international d'enfants - Rapt parental international - Saisie pour pension alimentaire - Médiateur familial international Internationale kinderontvoering - Internationale parentele ontvoering - Alimentatiebeslag - Internationale gezinsbemiddelaar 
________________
séquestration de personnes
enfant
divorce
Centre pour enfants disparus
statistique officielle
obligation alimentaire
médiateur
vrijheidsberoving
kind
echtscheiding
Centrum voor Vermiste Kinderen
officiële statistiek
alimentatieplicht
bemiddelaar
________ ________
31/5/2018Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 5/7/2018)
6/9/2018Antwoord
31/5/2018Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 5/7/2018)
6/9/2018Antwoord
________ ________
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-1894 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-1894
________ ________
Question n° 6-1895 du 31 mai 2018 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 6-1895 d.d. 31 mei 2018 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Le nombre d'enfants enlevés aux Pays-Bas et conduits dans d'autres pays a augmenté pour la troisième année de suite. En 2017, on a recensé non seulement davantage d'enlèvements effectifs mais également davantage de menaces d'enlèvement. C'est ce que révèlent les chiffres du Centrum Internationale Kinderontvoering (Centre IKO). La plupart des enlèvements sont des rapts parentaux.

Le Centre IKO a recensé, en 2017, 288 enlèvements d'enfants et près de 500 cas de menaces d'enlèvement d'enfant. En 2016, il y a eu 251 enfants enlevés et 443 menaces, et en 2015, 237 enlèvements et 375 menaces. Le nombre de dossiers d'enlèvement n'a pas augmenté autant que le nombre d'enfants enlevés parce qu'en 2017, les auteurs enlevaient souvent plusieurs enfants en même temps.

Dans 70 % des cas, l'auteur de l'enlèvement est la mère des enfants.

Les enfants enlevés aux Pays-Bas sont le plus souvent emmenés en Allemagne et en Pologne (dans la même proportion), en Belgique, au Royaume-Uni, en Turquie et au Maroc. La plupart des enfants qui sont emmenés aux Pays-Bas ont été enlevés en Belgique, au Royaume-Uni et en Allemagne.

La moitié des enfants rentrent chez eux. Mais lorsqu'ils se trouvent dans des pays qui n'ont pas signé la Convention internationale sur l'enlèvement d'enfants, la situation est compliquée.

Selon Child Focus, on constate aussi une augmentation dans notre pays. En 2017, il y a eu 257 enlèvements effectifs contre 217 l'année précédente.

La question concerne une matière transversale avec les Communautés. La protection de la jeunesse, la politique de la jeunesse, la politique familiale et l'accueil des enfants sont en effet des compétences communautaires alors que la répression en matière d'enlèvements d'enfants relève de la Justice, des Affaires étrangères et de l'Intérieur. Le Point de contact fédéral « Enlèvement international d'enfants » a été créé le 27 janvier 2005 et est joignable 24 h sur 24 et 7 jours sur 7 (Voir [email protected]).

Je souhaiterais dès lors poser les questions suivantes au ministre :

1) Child Focus plaide pour la désignation d'un médiateur familial international. Pouvez-vous indiquer si vous êtes favorable à cette possibilité et, dans l'affirmative, pouvez-vous fournir des précisions sur le calendrier et le contenu ? Dans la négative, quelles mesures vous paraissent-elles susceptibles de mettre fin aux enlèvements internationaux d'enfants ?

2) Aux Pays-Bas, la Seconde Chambre s'est indignée parce que quelqu'un qui est (temporairement) séparé de son enfant à la suite d'un enlèvement international, peut par la suite être confronté à une saisie sur salaire pour pension alimentaire par le Fonds des créances alimentaires. Est-ce également le cas dans notre pays et pouvez-vous fournir des précisions ? Connaissez-vous des cas similaires ?

3) Le ministre néerlandais Sander Dekker (Protection juridique) examine s'il peut intervenir au niveau des demandes de pension alimentaire faites dans le cadre d'elèvements d'enfants vers l'étranger. Pouvez-vous indiquer si on peut s'attendre à une approche similaire dans notre pays ou ce problème ne se pose-t-il pas chez nous ? Dans l'affirmative, pouvez-vous fournir des explications ? Dans la négative, pourquoi ?

4) Pouvez-vous indiquer combien de fois par an le point de contact fédéral Enlèvements d'enfants est contacté pour des enfants retenus à l'étranger ? Pouvez-vous préciser votre réponse ?

5) En 2009, le gouvernement néerlandais a créé le 'Bureau de Médiation' qui organise et coordonne des médiations transfrontalières pour des dossiers d'enlèvements internationaux d'enfants, des dossiers internationaux relatifs aux relations personnelles et des dossiers concernant une autorisation de départ. Pouvez-vous indiquer si vous êtes disposé à prendre une initiative similaire, eu égard aux récentes statistiques, et pouvez-vous fournir des précisions en ce qui concerne le contenu et le calendrier ?

6) Diposez-vous de chiffres sur les rapts parentaux internationaux où l'enfant est enlevé d'un pays vers notre pays, étant donné que, selon les Pays-Bas, nous figurons dans le top trois des pays de destination s'agissant des rapts parentaux internationaux qui ont lieu au départ des Pays-Bas, et que dans l'autre sens, notre pays figure également dans le top trois ? Pouvez-vous me communiquer une liste des pays ainsi que les chiffres annuels par pays des enlèvements internationaux d'enfants vers notre pays (pays de destination) ? Pouvez-vous préciser ?

7) Êtes-vous disposé à vous concerter avec votre collègue néerlandais en vue d'élaborer rapidement une solution pour les enlèvements internationaux d'enfants qui ont lieu dans nos pays respectifs étant donné les chiffres communiqués récemment par le Centrum Internationale Kinderontvoering (Centre IKO) ?

 

Het aantal ontvoeringen van kinderen uit Nederland naar andere landen is voor het derde jaar op rij toegenomen. Er zijn in 2017 niet alleen meer daadwerkelijke ontvoeringen geteld, maar ook meer dreigende ontvoeringen. Dat blijkt uit cijfers van het Centrum Internationale Kinderontvoering (Centrum IKO). Het merendeel van de ontvoeringen zijn ouderontvoeringen.

Centrum IKO telde in 2017 288 ontvoerde kinderen. In bijna 500 gevallen dreigde een kind te worden ontvoerd. In 2016 ging het nog om 251 kinderen en 443 dreigingen, terwijl er in 2015 237 ontvoerde kinderen en 375 dreigingen werden geteld. Het aantal ontvoeringszaken steeg minder hard dan het aantal ontvoerde kinderen, omdat daders in 2017 vaak meerdere kinderen tegelijk ontvoerden.

In 70 procent van de gevallen is de ontvoerder de moeder van de kinderen.

Kinderen uit Nederland worden het vaakst meegenomen naar respectievelijk Duitsland en Polen (beide evenveel), België, het Verenigd Koninkrijk, Turkije en Marokko. De meeste kinderen worden naar Nederland ontvoerd uit België, het Verenigd Koninkrijk en Duitsland.

De helft van de kinderen keert terug naar huis. Maar vooral uit landen die niet het internationale Kinderontvoeringsverdrag hebben getekend, gaat dat moeizaam.

Luidens Child focus is er ook in ons land sprake van een toename. In 2017 waren er 257 effectieve ontvoeringen, tegenover 217 het jaar daarvoor.

De vraag betreft een transversale Gemeenschapsaangelegenheid. Jeugdbescherming, jeugdbeleid, gezinsbeleid en kinderopvang zijn immers Gemeenschapsbevoegdheden, terwijl de handhaving inzake kinderontvoering vallen onder Justitie, Buitenlandse Zaken en Binnenlandse zaken. Het federale aanspreekpunt Kinderontvoeringen werd opgericht op 27 januari 2005. Het federaal aanspreekpunt is 24/24 en 7 dagen op 7 bereikbaar (Zie [email protected] ).

Ik had dan ook volgende vragen voor de minister:

1) Child Focus pleit voor de aanstelling van een internationaal gezinsbemiddelaar. Kunt u aangeven of u deze piste genegen bent en zo ja, kunt u de timing en de inhoud toelichten? Zo neen, welke maatregelen acht u dan wel effectief om een einde te maken aan internationale kinderontvoeringen?

2) In Nederland is er heel wat verontwaardiging ontstaan in de Tweede Kamer omdat iemand die zijn kind (tijdelijk) verliest door een internationale kinderontvoering vervolgens geconfronteerd kan worden met beslaglegging op het loon voor alimentatie door het alimentatiefonds. Is dit ook bij ons mogelijk en kan u dit toelichten? Heeft u weet van gelijkaardige gevallen?

3) De Nederlandse Minister Sander Dekker (Rechtsbescherming) bekijkt of hij iets kan doen aan alimentatieverzoeken bij ontvoeringen naar het buitenland. Kunt u aangeven of er langs deze weg ook vanuit ons land een gelijkaardige aanpak kan worden verwacht of doet dit probleem zich bij ons niet voor? Zo ja, kan dit worden toegelicht? Zo neen, waarom niet?

4) Kunt u aangeven hoeveel maal op jaarbasis het federale aanspreekpunt Kinderontvoeringen wordt aangesproken voor kinderen die worden vastgehouden in het buitenland en dit op jaarbasis? Kunt u dit toelichten?

5) In 2009 is door de Nederlandse regering het 'Mediation Bureau' opgericht. Het Mediation Bureau organiseert en coördineert crossborder mediations voor internationale kinderontvoeringszaken, internationale omgangszaken en voor zaken omtrent toestemming voor vertrek. Kunt u aangeven of u bereid bent een gelijkaardig initiatief in ons land te nemen in het licht van de recente cijfers en kunt u gedetailleerd de inhoud en de timing toelichten?

6) Beschikt u over cijfers wat betreft internationale kinderontvoeringen waarbij het kind naar ons land werd ontvoerd vanuit andere landen, gezien wij voorkomen in de top drie wat betreft bestemmingslanden bij internationale kinderontvoeringen vanuit Nederland en ook in de andere richting staan wij in de top drie luidens Nederland. Kunt u een landenlijst vrijgeven alsook cijfers per land op jaarbasis wat betreft internationale kinderontvoeringen naar ons land (bestemmingsland)? Kunt u dit toelichten?

7) Bent u bereid met uw Nederlandse collega samen te zitten om een snelle oplossing uit te werken voor de internationale kinderontvoeringen die plaatsvinden tussen onze respectieve landen gezien de recente cijfers vanwege het Nederlandse Centrum Internationale Kinderontvoering (Centrum IKO)?

 
Réponse reçue le 6 septembre 2018 : Antwoord ontvangen op 6 september 2018 :

1) Pour l’instant, le point de contact fédéral Enlèvement international d’enfants participe à un projet-pilote de l’Union européenne (UE) mené au niveau de Child Focus concernant la création d’un Bureau de pré-médiation concernant les rapts parentaux internationaux.

Ce projet-pilote est à présent en cours d’évaluation.

Sur base des résultats de cette évaluation le point de contact fédéral Enlèvement international d’enfants pourra s’orienter.

2) Cela semble possible si un jugement belge ou étranger exécutable en Belgique existe. Le point de contact fédéral Enlèvement international d’enfants n’assure pas un suivi systématique des cas d’enlèvement international d’enfants où le salaire du parent resté au pays est saisi. Il n’en a pas non plus la compétence.

3) Les chiffres dont dispose le point de contact fédéral Enlèvement international d’enfants ne permettent pas de répondre à cette question.

4) Voici un aperçu du nombre de dossiers d’enlèvement parental international d’enfants et de droit de visite transfrontière ouverts au cours des dernières années par le point de contact fédéral Enlèvement international d’enfants dans le cadre des instruments de droit international qui sont d'application en matière d'enlèvement parental (la Convention de La Haye du 25 octobre 1980, la Convention de Luxembourg de 1980, le règlement (UE) n° 2201/2003 « Bruxelles II-bis » et les accords de coopération administrative conclus avec la Tunisie et le Maroc).

147 dossiers ont été ouverts en 2015, 134 dossiers en 2016 et 168 dossiers en 2017.

Parmi ces dossiers, il s’agissait respectivement dans 110,107 et 132 cas de dossiers sortants.

On parle de dossier sortant lorsque le point de contact fédéral adresse une demande (de retour / de droit de visite) à l’étranger dans le cadre des instruments de droit international qui sont d’application.

On peut constater qu’indépendamment de l’année, environ 75 % à 80 % de ces dossiers traités par le point de contact fédéral sont des dossiers sortants.

5) Il est renvoyé à ce sujet aux informations fournies au point 1).

6) Le tableau 1 indique, pour les dossiers entrants, les pays demandeurs et le nombre de dossiers par pays pour la période 2015-2017.

On parle de dossier entrant lorsque le point de contact fédéral reçoit une demande (de retour / de droit de visite) de la part de l’étranger dans le cadre des instruments de droit international qui sont d’application.

Il ressort de ces chiffres que le point de contact fédéral reçoit principalement des demandes des pays limitrophes et d’autres pays, ainsi que des États-Unis.

7) Pour les dossiers individuels, il y a une concertation permanente entre le point de contact fédéral Enlèvement international d’enfants et son pendant au sein du ministère néerlandais de la Sécurité et de la Justice.

Si ce dernier demande une rencontre avec le point de contact fédéral Enlèvement international d’enfants concernant les rapts parentaux internationaux, le point de contact fédéral y est ouvert.

L’expérience pratique du point de contact fédéral montre qu’il n’y a pas de problèmes systématiques entre la Belgique et les Pays-Bas concernant l’application de la Convention sur l’enlèvement d’enfants par les autorités belges et néerlandaises.

Il y a cependant une différence entre les compétences du point de contact fédéral et celles de son pendant néerlandais, ce qui a des conséquences pratiques pour l’assistance que reçoit le parent resté sur place qui séjourne à l’étranger.

Les deux services font des efforts notamment pour localiser l’enfant et le parent qui est avec ce dernier et les auditionner sur un retour volontaire de l’enfant vers le pays de résidence habituelle, et également pour fournir des informations sur la médiation.

Si un règlement à l’amiable entre les parents s’avère impossible et que la demande de retour ou la demande de droit de visite doit être présentée au tribunal du pays où l’enfant se trouve, la procédure aux Pays-Bas veut que le parent qui réside et qui est resté en Belgique engage son propre avocat aux Pays-Bas, dans le cadre de l’assistance judiciaire ou non. Cela s’explique par le fait que lors de la signature de la Convention sur l’enlèvement d’enfants, les Pays-Bas ont formulé une réserve sur les frais de procédure et de justice.

Par contre, lorsqu’une demande des Pays-Bas parvient au point de contact fédéral, la procédure judiciaire sera menée en Belgique par le biais du ministère public, ou dans des cas exceptionnels, par un avocat désigné par le point de contact fédéral (article 1322quinquies, du Code judiciaire), et ce sans frais à charge du parent qui réside et qui est resté aux Pays-Bas. En effet, la Belgique n’a pas émis de réserve quant aux frais.

Origine des demandes adressées au SPF Justice dans le période 2015-2017

Année

Nombre de demandes

État requérant

2015

9

France

5

Allemagne

3

Grand-duché de Luxembourg

Pays-Bas

Pologne

2

Italie

Royaume-Uni

1

Albanie

Brésil

Bulgarie

Danemark

Équateur

Israël

Lituanie

Maroc

Slovaquie

Suisse

2016

5

Pays-Bas

3

France

2

États-Unis

1

Argentine

Australie

Brésil

Bulgarie

Israël

Italie

Lituanie

Maroc

Maurice (île)

Ukraine

Pologne

Portugal

Slovénie

Espagne

Royaume-Uni

Suède

Suisse

2017

9

Pays-Bas

5

France

4

États-Unis

2

Italie

Turquie

Royaume-Uni

1

Arménie

Chili

Allemagne

Lituanie

Maroc

Ukraine

Autriche

Pérou

Pologne

Slovaquie

Tunisie

Suisse



1) Op dit moment neemt het federaal aanspreekpunt Kinderontvoeringen deel aan een EU-pilootproject dat loopt bij Child Focus inzake het inrichten van een Pre-Mediation Bureau betreffende internationale parentale kinderontvoering.

Dit pilootproject bevindt zich heden in de evaluatiefase.

Op basis van de resultaten hiervan zal het federaal aanspreekpunt Kinderontvoeringen zich verder kunnen oriënteren.

2) Dit lijkt mogelijk indien een Belgisch of buitenlands vonnis dat in België uitvoerbaar is, bestaat. Het federaal aanspreekpunt Kinderontvoeringen doet geen systematische opvolging van gevallen van internationale kinderontvoering waarin beslag wordt gelegd op het loon van de achtergebleven ouder, en heeft hierin evenmin een bevoegdheid.

3) De gegevens waarover het federaal aanspreekpunt Kinderontvoeringen beschikt, laten niet toe om te antwoorden op deze vraag.

4) Hierbij een overzicht van het aantal dossiers inzake internationale parentale ontvoering van kinderen en het grensoverschrijdend omgangsrecht die de voorbije paar jaar door het federaal aanspreekpunt Kinderontvoeringen werden geopend in het kader van de van toepassing zijnde internationaalrechtelijke instrumenten inzake parentale kinderontvoering (het Verdrag van ’s-Gravenhage van 1980, het Verdrag van Luxemburg van 1980, de EU verordening 2201/2003 « Brussel II-bis », en de administratieve samenwerkingsakkoorden met Tunesië en Marokko).

In 2015 werden 147 dossiers geopend, in 2016 134 dossiers, en in 2017 168 dossiers.

Van deze dossiers ging het in respectievelijk 110, 107, en 132 gevallen om uitgaande dossiers.

Men spreekt van een uitgaand dossier wanneer het federaal aanspreekpunt een verzoek (tot terugkeer / grensoverschrijdend omgangsrecht) naar het buitenland richt in het kader van de van toepassing zijnde internationaalrechtelijke instrumenten.

Er kan worden vastgesteld dat, afhankelijk van het jaar, tussen 75 % en 80 % van deze dossiers behandeld door het federaal aanspreekpunt uitgaande dossiers betreffen.

5) Hiervoor wordt verwezen naar de informatie gegeven in vraag 1).

6) Tabel 1 geeft, voor wat betreft inkomende dossiers, de verzoekende landen en het aantal dossiers per land weer voor de periode 2015-2017.

Men spreekt van een inkomend dossier wanneer het federaal aanspreekpunt Kinderontvoeringen een verzoek (tot terugkeer / grensoverschrijdend omgangsrecht) vanuit het buitenland ontvangt in het kader van de van toepassing zijnde internationaalrechtelijke instrumenten.

Uit deze cijfers blijkt dat het federaal aanspreekpunt vooral verzoeken ontvangt uit de Belgische buurlanden en andere Europese landen, alsook de Verenigde Staten.

7) Er is constant overleg in individuele dossiers tussen het federaal aanspreekpunt Kinderontvoeringen en diens tegenhanger bij het Nederlands ministerie voor Veiligheid en Justitie.

Indien dit laatste vragende partij zou zijn voor een bijeenkomst met het federaal aanspreekpunt Kinderontvoeringen betreffende internationale parentale kinderontvoeringen, zal het federaal aanspreekpunt daar uiteraard voor open staan.

Uit de praktijkervaring van het federaal aanspreekpunt blijkt dat er geen systematische problemen bestaan in België en Nederland voor wat betreft de toepassing van het Kinderontvoeringsverdrag door de Belgische en Nederlandse gerechtelijke autoriteiten.

Er bestaat wel een verschil in de bevoegdheden van het federaal aanspreekpunt en diens Nederlandse tegenhanger, wat in de praktijk gevolgen heeft voor de bijstand die de achtergebleven ouder die in het buitenland verblijft, krijgt.

Beide diensten leveren inspanningen om onder andere het kind en de ouder die het kind bij zich heeft te lokaliseren en deze laatste te verhoren over een vrijwillige terugkeer van het kind naar het land van gewoon verblijf, alsook om informatie te geven over mediation.

Indien geen minnelijke regeling tussen de ouders mogelijk blijkt, en het terugkeerverzoek, dan wel het verzoek tot grensoverschrijdend omgangsrecht, voorgelegd moet worden aan de rechtbank van het land waar het kind zich bevindt, is het wel zo dat de achtergebleven, in België verblijvende ouder, voor de Nederlandse procedure een eigen advocaat in Nederland dient in te schakelen, al dan niet in het systeem van rechtsbijstand. Dit omdat Nederland bij het ondertekenen van het Kinderontvoerings-verdrag een voorbehoud heeft gemaakt omtrent de procedure- en gerechtskosten.

Wanneer daarentegen het verzoek vanuit Nederland bij het federaal aanspreekpunt komt, zal de gerechtelijke procedure in België worden gevoerd door tussenkomst van het openbaar ministerie, of, in uitzonderlijke gevallen, een advocaat aangesteld door het federaal aanspreekpunt (artikel 1322quinquies van het GerechtelijkWetboek), en dit zonder kost voor de achtergebleven, in Nederland verblijvende, ouder. België heeft immers geen voorbehoud omtrent de kosten geformuleerd.

Herkomst van de verzoeken gericht aan de FOD Justitie in de periode 2015-2017

Jaar

Aantal verzoeken

Verzoekende Staat

2015

9

Frankrijk

5

Duitsland

3

Groothertogdom Luxemburg

Nederland

Polen

2

Italië

Verenigd Koninkrijk

1

Albanië

Brazilië

Bulgarije

Denemarken

Ecuador

Israël

Litouwen

Marokko

Slovakije

Zwitserland

2016

5

Nederland

3

Frankrijk

2

Verenigde Staten

1

Argentinië

Australië

Brazilië

Bulgarije

Israël

Italië

Litouwen

Marokko

Mauritius

Oekraïne 

Polen

Portugal

Slovenië

Spanje

Verenigd Koninkrijk

Zweden

Zwitserland

2017

9

Nederland

5

Frankrijk

4

Verenigde Staten

2

Italië

Turkije

Verenigd Koninkrijk

1

Armenië

Chili

Duitsland

Litouwen

Marokko

Oekraïne 

Oostenrijk

Peru

Polen

Slovakije

Tunesië

Zwitserland