SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2014-2015 Zitting 2014-2015
________________
23 octobre 2014 23 oktober 2014
________________
Question écrite n° 6-160 Schriftelijke vraag nr. 6-160

de Bert Anciaux (sp.a)

van Bert Anciaux (sp.a)

au ministre de la Justice

aan de minister van Justitie
________________
Agressivité au volant - Évolution - Politique de poursuites Verkeersagressie - Evolutie - Vervolgingsbeleid 
________________
sécurité routière
poursuite judiciaire
infraction au code de la route
verkeersveiligheid
gerechtelijke vervolging
overtreding van het verkeersreglement
________ ________
23/10/2014Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 27/11/2014)
10/3/2015Antwoord
23/10/2014Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 27/11/2014)
10/3/2015Antwoord
________ ________
Question n° 6-160 du 23 octobre 2014 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 6-160 d.d. 23 oktober 2014 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Des chiffres récents indiquent une forte augmentation des comportements agressifs au volant. En 2008, on enregistrait encore 24 victimes et en 2013, 51 dont un décès. Les chiffres indiquent également qu'un tiers des comportements agressifs au volant se produisent entre des cyclistes et des automobilistes, mais que les discussions pour des places de stationnement sont très fréquentes également.

D'où les questions suivantes.

1) La ministre confirme-t-elle une augmentation frappante du nombre de cas d'agressivité au volant ?

2) Comment explique-t-elle cette augmentation ?

3) Quelle politique mène-t-elle en matière de poursuite des comportements agressifs au volant ? Des directives particulières sont-elles applicables ?

4) La ministre s'est-elle concertée avec sa collègue de l'Intérieur sur la manière dont la police doit réagir par rapport à l'agressivité au volant ?

 

Recente cijfers geven aan dat verkeersagressie sterk toeneemt. In 2008 registreerde men nog 24 slachtoffers, in 2013 bleken dit er 51, waaronder één dode. De cijfers geven ook aan dat één derde van de gevallen van verkeersagressie zich voordoet tussen fietsers en auto's, maar ook de discussie over een parkeerplaats scoort bijzonder hoog.

Hierover de volgende vragen.

1) Bevestigt de minister een opvallende stijging van het aantal gevallen van verkeersagressie?

2) Hoe verklaart zij deze stijging?

3) Welk beleid voert zij met betrekking tot de vervolging van verkeersagressie? Gelden er bijzondere richtlijnen?

4) Pleegde zij hieromtrent overleg met haar collega van Binnenlandse Zaken over de wijze waarop de politie met verkeersagressie moet omgaan?

 
Réponse reçue le 10 mars 2015 : Antwoord ontvangen op 10 maart 2015 :

À la lecture de la question posée, il est difficile de déduire l'origine des chiffres avancés.

On peut supposer que les chiffres auxquels il est fait référence dans la question proviennent d'une enquête réalisée par Touring en 2012 (source : Touring : http://www.touring.be/fr/corporatesite/qui-sommes-nous/presse/communiques/public-policy/agressivite-route-double/index.asp). Ils permettent effectivement de constater que les cas d'agressivité ont augmenté, puisqu'ils sont passés de 24 en 2008 à 49 en 2012.

En janvier 2014, Touring a également publié les nouveaux chiffres pour 2013, à savoir 51 cas d'agressivité.

1) En ce qui concerne une ou plusieurs formes de comportement agressif au volant, la législation ne contient aucun article spécifique érigeant l'agressivité au volant en infraction. Il n'existe donc pas d'incrimination spécifique. L' « agressivité au volant » est un terme générique qui couvre différents agissements (infractionnels) (pouvant être) ressentis comme asociaux et agressifs.

Les sources d'informations policières ne permettent pas d'inventorier le nombre de cas d'agressivité au volant. Les sources de données judiciaires ne permettent pas non plus de générer des statistiques sur le nombre de condamnations ou de poursuites pour agressivité au volant.

2) Vu la médiatisation croissante du phénomène, on pourrait supposer, d'un point de vue subjectif, que le nombre de cas d'agressivité au volant est en augmentation.

Faute de données statistiques exactes, il n'est toutefois pas possible de confirmer ou d'infirmer ceci de façon objective.

3) et 4) Bien qu'il n'existe pas d'incrimination spécifique, il convient de souligner que l'agressivité au volant est un phénomène criminel pouvant être réprimé tant sur la base du Code pénal que des lois relatives à la police de circulation routière coordonnées le 16 mars 1968.

En outre, la directive du ministre de la Justice du 20 juillet 2000 relative à l'agressivité dans la circulation routière est toujours en vigueur. Cette directive définit la notion d' « agressivité dans la circulation routière » et détermine la politique en matière de verbalisation et de poursuites : elle vise en effet à attirer l'attention des forces de police et des magistrats du ministère public sur ce problème afin d'assurer une réaction uniforme et systématique.

Les ministres de la Justice et de l'Intérieur sont chargés – dans le respect des prérogatives des autorités compétentes – de coordonner la politique générale en matière de police et de coordonner la gestion de la police fédérale et de la police locale.

Pour soutenir l'harmonisation des politiques entre les forces de police et la justice, divers organes et plans stratégiques ont été créés à l'initiative des deux ministres et du Collège des procureurs généraux.

Si l'actualité nécessite une collaboration et une harmonisation plus poussées dans ce domaine, une concertation structurée avec les instances compétentes se tient par le biais de ces organes stratégiques.

Op basis van de vraagstelling, is het moeilijk om de herkomst van de aangehaalde cijfers af te leiden.

Het laat zich vermoeden dat de cijfers waaraan in de vraag gerefereerd wordt, komen uit een enquête, uitgevoerd door Touring, in 2012 (bron: Touring: http://www.touring.be/nl/corporatesite/wie-zijn-wij/pers/communiques/public-policy/verkeersagressie-verdubbelt/index.asp). Hieruit kan inderdaad een evolutie vastgesteld worden van 24 gevallen van agressie in 2008 tot 49 in 2012.

In januari 2014 heeft Touring ook de nieuwe cijfers voor 2013 bekendgemaakt, met name 51 gevallen van agressie.

1) In verband met een of meer vormen van agressief gedrag in het verkeer, bevat de wetgeving geen specifiek artikel dat verkeersagressie strafbaar stelt. Er bestaat hier dus geen specifieke tenlastelegging voor. “Verkeersagressie” is een algemene term welke verschillende (strafbare) handelingen verenigt, die als asociaal en agressief ervaren (kunnen) worden.

De politionele informatiebronnen laten geen inventarisering toe van het aantal gevallen van verkeersagressie. Ook op basis van de justitiële gegevensbronnen kunnen geen statistieken gegenereerd worden betreffende het aantal veroordelingen of vervolgingen voor verkeersagressie.

2) Door de toenemende media-aandacht voor het fenomeen, zou men subjectief een stijging van het aantal gevallen van verkeersagressie kunnen veronderstellen.

Gezien het ontbreken van exacte statistische gegevens, is het echter niet mogelijk dit objectief te bevestigen noch te ontkennen.

3) en 4) Hoewel er geen specifieke tenlastelegging bestaat, dient erop gewezen te worden dat verkeersagressie een crimineel fenomeen is dat, zowel via het Strafwetboek, als via de wetten betreffende de politie op het wegverkeer, gecoördineerd op 16 maart 1968, beteugeld kan worden.

Daarnaast is de Richtlijn van de minister van Justitie inzake verkeersagressie, de data. 20 juli 2000, nog steeds in voege. Deze richtlijn omschrijft het begrip “Verkeersagressie” en bepaalt het verbaliserings- en vervolgingsbeleid: ze strekt namelijk tot doel de aandacht van de politiediensten en de magistraten van het Openbaar ministerie te vestigen op de problematiek, om zo te komen tot een uniforme en stelselmatige reactie.

De ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken zijn – met inachtname van de prerogatieven van de bevoegde overheden - belast met de coördinatie van het algemeen politiebeleid, evenals met de coördinatie van het beheer van de federale politie en van de lokale politie.

Ter ondersteuning van de beleidsafstemming tussen politie en justitie, werden er, op initiatief van beide ministers en van het College van Procureurs-generaal, verscheidene beleidsorganen en beleidsplannen gecreëerd.

Indien de actualiteit zou nopen tot meer samenwerking en afstemming over deze materie, zal een gestructureerd overleg met de bevoegde instanties via deze beleidsorganen gehouden worden.