SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2017-2018 Zitting 2017-2018
________________
13 octobre 2017 13 oktober 2017
________________
Question écrite n° 6-1584 Schriftelijke vraag nr. 6-1584

de Bert Anciaux (sp.a)

van Bert Anciaux (sp.a)

au ministre de la Justice

aan de minister van Justitie
________________
Justice - Arrêts judiciaires - Possibilité de révision - Erreur judiciaire - Lutte Justitie - Gerechtelijke uitspraken - Mogelijkheid tot herziening - Gerechtelijke dwaling - Strijd 
________________
erreur judiciaire
jugement
gerechtelijke dwaling
vonnis
________ ________
13/10/2017Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 17/11/2017)
16/11/2018Rappel
17/11/2018Antwoord
13/10/2017Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 17/11/2017)
16/11/2018Rappel
17/11/2018Antwoord
________ ________
Question n° 6-1584 du 13 octobre 2017 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 6-1584 d.d. 13 oktober 2017 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Une décision judiciaire, qu'elle soit rendue par une justice de paix, un tribunal de police, un tribunal de première instance, une cour d'appel, voire une cour d'assises ou la Cour de cassation, a un impact considérable sur la vie de nombreux citoyens. Elle peut également avoir d'énormes conséquences sur les pouvoirs publics. En effet, toutes les autorités y sont confrontées : l'autorité fédérale directement chargée de la Justice, mais également tous les autres départements et services publics des Régions, des Communautés, des provinces et des communes. De plus, les Communautés sont compétentes pour les maisons de justice et sont concernées par l'administration pénitentiaire ou l'accueil d'ex-détenus ou de personnes internées. Mais cela va plus loin. Toutes les autorités travaillent avec des organes qui prennent des décisions et interviennent comme cours d'arbitrage, lesquelles sont d'ailleurs comparables à des cours et tribunaux. Bref, la lutte contre les erreurs judiciaires, ou pour la possibilité de revoir des décisions judiciaires, concerne toutes les autorités et est dès lors une matière transversale.

Contrairement à de nombreux autres pays, chez nous, on part du principe que les juges sont infaillibles. On leur attribue par conséquent un pouvoir et un caractère surhumain, ce qui est relativement hasardeux. Le pouvoir judiciaire est en outre un pilier de base dans la construction et le développement d'un État de droit. Sans ce troisième pouvoir, il n'y a pas de contrôle de l'exécution des lois et arrêtés et il n'y a pas non plus de contrôle indépendant sur d'éventuelles illégalités de la part du pouvoir exécutif. La force et le pouvoir des juges et des tribunaux, ou des tribunaux d'arbitrage et des tribunaux administratifs, sont par conséquent très importants et leur impact considérable.

Néanmoins, le risque d'erreur humaine, et donc d'erreur judiciaire, existe toujours. Des dizaines de personnes innocentes sont détenues en prison. Il est préférable de ne pas condamner des dizaines de coupables plutôt que de condamner un seul innocent, mais des erreurs se produisent souvent. De nombreux pays le reconnaissent et les organisations internationales en tiennent également compte.

C'est pourquoi il existe, dans plusieurs pays, des possibilités de revoir certaines décisions judiciaires, même si elles ont acquis force de chose jugée, lorsqu'il existe un motif pour ce faire et qu'il y a de bonnes raisons de croire qu'une erreur ou une méprise s'est produite.

1) Le ministre pense-t-il comme moi que de telles procédures de révision de décisions judiciaires douteuses sont souhaitables ?

2) Quels efforts la Justice entreprend-elle pour prévenir ces erreurs ou les réparer ?

3) N'est-il pas nécessaire qu'un dispositif soit mis en place et que, exceptionnellement, une décision judiciaire erronée puisse être rectifiée ?

4) Le ministre a entendu parler de jugements historiques dont tout le monde sait qu'ils étaient injustes, mais pour lesquels il n'existe, jusqu'à présent, aucune voie de recours qui permettrait de les corriger. S'emploiera-t-il à créer une telle voie de recours ?

5) Existe-t-il sur ce plan des exemples européens dont nous pouvons nous inspirer ?

6) Le ministre s'est-il déjà concerté à ce sujet avec d'autres autorités comme les Régions, les Communautés ou l'Union européenne ?

7) Puis-je attendre de sa part une initiative en la matière ?

 

De impact van een gerechtelijke uitspraak, of het nu gaat over vredegerechten, politierechtbanken, rechtbanken van eerste aanleg, beroepshoven of zelfs Assisenhoven of het Hof van Cassatie, is enorm in het leven van vele burgers. Ook voor overheden kan dit enorme consequenties hebben. Uiteraard worden ook alle overheden hiermee geconfronteerd. De federale overheid, die rechtstreeks bevoegd is voor Justitie, maar ook alle andere departementen en eveneens alle departementen en overheidsdiensten van de Gewesten, Gemeenschappen, provincies en gemeenten. Bovendien zijn de Gemeenschappen bevoegd voor de justitiehuizen en zijn ze betrokken bij het gevangeniswezen of bij de opvang van ex-gedetineerden of geïnterneerden. Maar het gaat over meer. Alle overheden werken met organen die beslissingen nemen en optreden als arbitragehoven die enigszins vergelijkbaar zijn met hoven en rechtbanken. Kortom, de strijd tegen gerechtelijke dwalingen of de mogelijkheid om gerechtelijke uitspraken te herzien, belangt alle overheden aan en is dus een transversale aangelegenheid.

In ons land, in tegenstelling tot vele andere landen, wordt ervan uitgegaan dat rechters, ook al zijn het maar mensen, onfeilbaar zijn. Rechters wordt bijgevolg een onmenselijke macht en eigenschap toegekend, hetgeen bijzonder risicovol is. De gerechtelijke macht is bovendien een basispijler in de opbouw en uitbouw van een rechtstaat. Zonder deze derde macht is er geen controle op de uitvoering van wetten en besluiten en is er ook geen onafhankelijke controle op eventueel onwettigheden van de uitvoerende macht. De kracht en de macht van rechters en rechtbanken of arbitragerechtbanken en administratieve rechtbanken is bijgevolg zéér groot en de impact is enorm.

Toch bestaat er steeds het risico op menselijke en dus ook gerechtelijke dwaling. Het aantal onschuldigen die in onze gevangenissen opgesloten zitten wil ik niet te eten geven. Het gaat over tientallen mensen. Ook al is het veel beter tientallen schuldigen niet te veroordelen in plaats van één onschuldige wel te veroordelen, toch zijn deze fouten veelvuldig. Dat wordt ook erkend door vele landen en ik denk ook dat internationale organisaties daarmee rekening houden.

In verschillende landen zijn er dan ook mogelijkheden om rechterlijke uitspraken, ook al zijn ze in kracht van gewijsde gegaan, te herzien indien daar aanleiding voor bestaat en indien er sterke vermoedens zijn dat er zich een dwaling of vergissing heeft voorgedaan.

1) Is de geachte minister het met me eens dat zulke procedures tot herziening van twijfelachtige rechterlijke uitspraken wenselijk zijn ?

2) Welke inspanningen worden er gedaan door Justitie om deze dwalingen te voorkomen of ongedaan te maken ?

3) Lijkt het niet noodzakelijk dat dit georganiseerd wordt en dat, uitzonderlijk, foute rechtspraak kan rechtgezet worden ?

4) Hij kent historische vonnissen waarvan vandaag iedereen weet dat ze onjuist waren maar waarvoor geen rechtsmiddel bestaat om ze vooralsnog te corrigeren. Zal hij van zulk een rechtsmiddel werk maken ?

5) Zijn er op dit vlak ook Europese voorbeelden waar we ons aan kunnen spiegelen ?

6) Heeft hij hierover al overleg gepleegd met andere overheden, zoals Gewesten, Gemeenschappen of de Europese Unie (EU) ?

7) Mag ik van hem ter zake een initiatief verwachten ?

 
Réponse reçue le 17 novembre 2018 : Antwoord ontvangen op 17 november 2018 :

La meilleure garantie pour éviter des erreurs judiciaires est bien évidemment que l’enquête pénale soit menée le mieux possible et de manière aussi approfondie que possible et que les poursuites ne soient engagées que lorsque les accusations portées peuvent également être prouvées dans les faits.

Des erreurs judiciaires ne peuvent cependant jamais être complètement exclues.

C’est la raison pour laquelle la procédure de révision existante du Code d’instruction criminelle a été adaptée par la loi du 11 juillet 2018.

Cette nouvelle loi permet un examen plus approfondi de la demande de révision, dans le cadre de laquelle une fonction d’avis importante est prévue pour la nouvelle Commission de révision en matière pénale qui doit être créée.

Cette instance indépendante, composée de cinq membres, dont deux magistrats, deux avocats, et un expert désigné sur la base de son expertise ou de son expérience dans les tâches confiées à la commission, conseillera la Cour de cassation sur la demande d’ouverture de la procédure de révision.

L’arrêté royal est en cours de préparation afin que la Commission susmentionnée puisse commencer ses travaux en temps voulu, au plus tard le 1er mars.

Il est important pour la confiance du citoyen en l’appareil judiciaire que les éventuelles erreurs puissent être analysées en profondeur lorsqu’il y a des motifs raisonnables et que le cas échéant, les erreurs puissent être effectivement rectifiées.

De beste garantie om gerechtelijke dwalingen te voorkomen is natuurlijk dat het strafrechtelijk onderzoek zo goed en grondig mogelijk wordt gevoerd en dat de vervolging pas wordt ingesteld wanneer de aangevoerde beschuldigingen ook in de feiten kunnen worden hard gemaakt.

Toch zijn gerechtelijke dwalingen nooit volledig uit te sluiten.

Daarom werd de bestaande herzieningsprocedure in het wetboek van strafvordering bij de wet van 11 juli 2018 aangepast.

Deze nieuwe wet laat een grondiger onderzoek van het verzoek tot herziening toe, waarbij een belangrijke adviesfunctie wordt voorzien voor de nieuw op te richten Commissie voor herziening in strafzaken.

Deze onafhankelijke instantie, samengesteld uit vijf leden, waarvan twee magistraten, twee advocaten en een expert die op grond van zijn deskundigheid of ervaring met betrekking tot de taken die de commissie worden toevertrouwd, wordt aangeduid, zal het Hof van Cassatie adviseren betreffende het verzoek om de herzieningsprocedure te openen.

Op dit ogenblik wordt het koninklijk besluit voorbereid teneinde de voormelde Commissie tijdig en uiterlijk op 1 maart te kunnen laten van start gaan.

Het is belangrijk voor het vertrouwen van de burger in het gerechtelijke apparaat dat mogelijke vergissingen grondig kunnen worden onderzocht wanneer daartoe gerede gronden zijn en dat gebeurlijke vergissingen effectief recht kunnen worden gezet.