SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2016-2017 Zitting 2016-2017
________________
14 avril 2017 14 april 2017
________________
Question écrite n° 6-1379 Schriftelijke vraag nr. 6-1379

de Jean-Jacques De Gucht (Open Vld)

van Jean-Jacques De Gucht (Open Vld)

au ministre de la Justice

aan de minister van Justitie
________________
Réseau d'aide à des terroristes condamnés - Appels à la libération de détenus - Contrôle - Sûreté de l'État Ondersteuningsnetwerk van veroordeelde terroristen - Oproepen tot het bevrijden van gedetineerden - Handhaving - Veiligheid van de Staat 
________________
financement du terrorisme
radicalisation
terrorisme
extrémisme
détenu
financement
intégrisme religieux
sûreté de l'Etat
financiering van terrorisme 
radicalisering
terrorisme
extremisme
gedetineerde
financiering
religieus conservatisme
staatsveiligheid
________ ________
14/4/2017Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 18/5/2017)
3/11/2017Rappel
9/1/2018Antwoord
14/4/2017Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 18/5/2017)
3/11/2017Rappel
9/1/2018Antwoord
________ ________
Aussi posée à : question écrite 6-1378 Aussi posée à : question écrite 6-1378
________ ________
Question n° 6-1379 du 14 avril 2017 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 6-1379 d.d. 14 april 2017 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Je vous renvoie à mes questions écrites nos 6-822 et 6-1161 que j'ai posées antérieurement à propos de l'ASBL Sanabil, qui a entretemps été dissoute, et à vos réponses circonstanciées.

Nous savons à présent que différents réseaux d'aide et mouvements sympathisants sont en contact avec des terroristes condamnés, par le biais de lettres, de littérature et de dons. L'ASBL française Sanabil, dont on a sait entretemps qu'elle s'est rendue coupable de prosélytisme et de valorisation du terrorisme, a ainsi envoyé des lettres à au moins 20 personnes détenues dans notre pays, et pour certaines d'entre elles, plusieurs fois. Cette ASBL s'adresse activement aux détenus condamnés pour terrorisme. Outre une « assistance religieuse », elle offre aux détenus et à leur famille des cadeaux sous forme d'argent, de vêtements et de lectures religieuses salafistes. L'organisation comptait 750 membres provenant de onze pays.

Le ministre français de l'Intérieur a dissous cette association par décret. Les administrateurs de l'ASBL ont été assignés à résidence.

Il ressort de votre réponse à ma question 6-1161 qu'il existe un réseau d'aide spécifique pour le prédicateur autoproclamé qui recrutait des combattants pour la Syrie, Fouad Belkacem (Free Abu Imran). Une visite du site web de ce réseau est éloquente. Ainsi, toutes sortes de tracts sont publiés régulièrement sous la forme d'un magazine. En annexe à cette question, vous trouverez un lien qui renvoie à une publication récente1. À la page 3, on appelle explicitement les lecteurs à « libérer les détenus (musulmans) des prisons des croisés ».

L'appel explicite à libérer de prison les terroristes condamnés me paraît une raison suffisante pour bloquer l'accès à ce(s) site(s), identifier les auteurs qui en sont à l'origine et les traduire en justice.

Quant au caractère transversal de cette question, l'accord de gouvernement flamand accorde une attention particulière à la prévention de la radicalisation. Il est question de la création d'une cellule regroupant des experts de divers domaines politiques afin de détecter et de prévenir la radicalisation et d'y remédier, qui comporterait un point de contact central et travaillerait en collaboration avec d'autres autorités. C'est l'Agence flamande de l'Intérieur qui est chargée de la coordination de cette cellule. L'autorité fédérale joue un rôle clé, en particulier en ce qui concerne l'approche proactive et le contrôle. À l'avenir, un fonctionnaire fédéral du SPF Intérieur fera également partie de cette cellule. Il s'agit dès lors d'une matière régionale transversale. Je me réfère également au plan d'action mis récemment sur pied par le gouvernement flamand en vue de prévenir les processus de radicalisation susceptibles de conduire à l'extrémisme et au terrorisme.

J'aimerais dès lors obtenir une réponse aux questions supplémentaires que voici :

1) Avec combien de terroristes condamnés et/ou de membres de leur famille le réseau d'aide « Free Abu Imran » est-il en contact ? Comment ces contacts se passent-ils ? Pouvez-vous préciser votre réponse ?

2) Avez-vous connaissance de visites menées dans les prisons par des membres d'organisations d'aide à des terroristes comme Free Abu Imran, Sanabil...?

3) Y a-t-il des mosquées reconnues qui font des dons à des détenus ou essaient d'entrer en contact avec eux par courrier ou usage du droit de visite, en visant particulièrement les détenus condamnés pour terrorisme ? Dans l'affirmative, de quelles mosquées ou organisations s'agit-il ? Je crois savoir que des mosquées et organisations salafistes sont également concernées. Est-ce exact ? Qu'en pensez-vous ?

4) Y a-t-il des mosquées non reconnues qui font des dons à des détenus ou essaient d'entrer en contact avec eux par courrier ou usage du droit de visite, en visant particulièrement les détenus condamnés pour terrorisme ? Dans l'affirmative, de quelles mosquées ou organisations s'agit-il ? Je crois savoir que des mosquées et organisations salafistes sont également concernées. Est-ce exact ? Qu'en pensez-vous ?

5) Comment réagissez-vous aux appels de sites web lancés par des réseaux d'aide et des « sympathisants » de terroristes condamnés qui exhortent ouvertement à la libération de ces détenus ? Quelles démarches peuvent-elles être entreprises contre ces agissements, sur la base de quels articles? Quelles démarches ont-elles été entreprises jusqu'à présent contre de tels sites et les organisations connexes ? Pouvez-vous préciser votre réponse ?

 

Ik verwijs naar mijn eerdere schriftelijke vragen nrs. 6-822 en 6-1161 betreffende de ondertussen ontbonden vzw Sanabil en uw uitgebreide antwoorden op mijn vragen.

Nu weten we dat diverse ondersteuningsnetwerken en sympathisantenbewegingen van veroordeelde terroristen via brieven, literatuur en giften met hen in contact staan. De Franse vzw Sanabil waarvan ondertussen geweten is dat zij zich schuldig maakten aan bekeringsdrang en het verheerlijken van terrorisme verzond aldus briefwisseling met minsten 20 gedetineerden in ons land, waarvan sommigen meerdere keren. Deze vzw richt zich actief tot voor terrorisme veroordeelde gedetineerden. Naast zogenaamde "religieuze bijstand" stelt deze organisatie giften ter beschikking van de veroordeelden en hun familie en dit onder de vorm van geld, kleren en religieuze Salafistische lectuur. De organisatie had 750 leden vanuit 11 landen.

De Franse minister van Binnenlandse Zaken heeft per Decreet deze vzw laten ontbinden. De bestuurders van de vzw hebben huisarrest gekregen.

Uit uw antwoord op mijn vraag nr. 6-1161 blijkt er een specifiek ondersteuningsnetwerk te bestaan voor de Syriëronselaar en zelfverklaarde prediker Fouad Belkacem (Free Abu Imran). Een bezoek aan de website van dit netwerk is veelzeggend. Zo worden regelmatig in magazine vorm allerlei traktaten gepubliceerd. Als bijlage bij deze vraag vindt u een link terug die verwijst naar een recente publicatie . Hierin wordt expliciet op p. 3 opgeroepen tot en ik citeer: "het bevrijden van de (moslim)gedetineerden uit de kruisvaardersgevangenissen".

Het expliciet oproepen tot het bevrijden van veroordeelde terroristen uit de gevangenis is me dunkt reden genoeg om deze website(s) te blokkeren en de auteurs achter deze website(s) in kaart te brengen en voor het gerecht te dagen.

Wat betreft transversaal karakter van deze vraag: in het Vlaams regeerakkoord wordt er aandacht besteed aan het voorkomen van radicalisering en is er sprake van 'het oprichten van een cel met experten uit de diverse beleidsdomeinen om radicalisering te voorkomen, te detecteren en te remediëren, met één centraal aanspreekpunt en in samenwerking met andere overheden. De coördinatie van deze cel ligt bij het Agentschap Binnenlands Bestuur. Vooral voor wat betreft de proactieve aanpak en de handhaving vervult de federale overheid een sleutelrol. In de toekomst zal ook een federale ambtenaar van de FOD Binnenlandse Zaken deel uitmaken van deze cel. Het betreft aldus een transversale Gewestaangelegenheid. Ik verwijs tevens naar het recente actieplan van de Vlaamse regering ter preventie van radicaliseringsprocessen die kunnen leiden tot extremisme en terrorisme.

Ik had dan ook graag een antwoord gekregen op de volgende aanvullende vragen:

1) Kan u aangeven met hoeveel veroordeelde terroristen en/of hun familieleden het steunnetwerk "Free Abu Imran" in contact stonden en staat? Op welke wijze verlopen deze contacten? Kan u dit toelichten?

2) Heeft u weet van gevangenisbezoeken van leden van ondersteuningsorganisaties van veroordeelde terroristen zoals Free Abu Imran, Sanabil of andere ondersteuningsnetwerken?

3) Zijn er erkende moskeeën die giften doen of contact zoeken via brief of via het bezoekrecht die specifiek gericht zijn aan gedetineerden die veroordeeld werden wegens terrorisme? Zo ja, dewelke en klopt mijn informatie als zouden er ook salafistische moskeeën en organisaties tussen zitten? Hoe gaat u hiermee om?

4) Zijn er niet-erkende moskeeën of groeperingen uit het buitenland die giften doen, contact zoeken via brief of via het bezoekrecht die specifiek gericht zijn aan gedetineerden die veroordeeld werden wegens terrorisme? Zo ja, dewelke en klopt mijn informatie als zouden er ook salafistische moskeeën en organisaties tussen zitten? Hoe gaat u hiermee om?

5) Hoe reageert u op oproepen van websites die worden opgezet door ondersteuningsnetwerken en "sympathisanten" van veroordeelde terroristen die openlijk oproepen tot het bevrijden van deze gedetineerden? Welke stappen kunnen hiertegen worden ondernomen op basis van welke artikelen en welke stappen werden tot op heden ondernomen tegen dergelijke websites en de achterliggende organisaties? Kan u dit gedetailleerd toelichten en werd dit reeds toegepast?

 
Réponse reçue le 9 janvier 2018 : Antwoord ontvangen op 9 januari 2018 :

La Sûreté de l’État (VSSE) prête depuis 2015 – en application du Plan d'action Radicalisation en prisons du service public fédéral (SPF) Justice – une attention particulière aux tendances relatives à la radicalisation islamique et à la détention de terroristes dans les prisons belges.

Toujours avec une finalité de renseignement, la VSSE tente d'être présente dans les établissements pénitentiaires afin de détecter à temps les prisonniers qui se radicalisent (ceux qui n'étaient pas connus comme extrémistes et / ou terroristes donc des détenus de droit communs).

Un autre groupe important est constitué par les dénommé détenus-terro (en détention ou condamné pour des faits légalement qualifiés comme des délits à caractère terroristes). Dans son analyse du phénomène de 2017, à propos de la radicalisation en prison, la VSSE estime le nombre de détenus appartenant à l'un de ces deux groupes à 450 détenus : approximativement 150 détenus-terro et 300 détenus qui présentent un risque de radicalisation.

Cette problématique spécifique est suivie, au sein de la VSSE, par une cellule Radicalisation en prison, laquelle a grandi, en un court laps de temps, de deux à dix collaborateurs.

En général, la VSSE estime que les réseaux de soutien des détenus-terro et / ou radicaux sont organisés sur une base principalement personnelle et familiale. Il existe, en effet, un certain nombre d'organisations connues qui cherchent spécifiquement à cibler les détenus musulmans (souvent mais pas exclusivement dirigé vers des détenus incarcérés dans un contexte terro), mais ces activités ne sont que très sporadiquement adoptées.

Mis à part une unique récolte de fond pour Mosa Zemmouri par l'organisation britannique Cage Prisoners (actuellement Cage, une organisation qui prête principalement une grande attention aux détenus de Guantanamo, où Zemmouri a été incarcéré), il y a eu, ces dernières années, relativement peu d'actions organisées qui étaient visibles dans le domaine public.

Une explication possible est peut-être le fait que la plupart de ces détenus peuvent être associés avec l’État islamique et qu'il n'y a, au sein de la communauté musulmane, que relativement peu de soutien pour la cause d'IS.

1) Le réseau Free (Aseer) Abu Imran semble actuellement à peine actif. La page Free Aseer Abu Imran sur Facebook a été récemment remplacée par une page similaire. En tant qu'organisation, elle a attiré l'attention de la VSSE pour la dernière fois en novembre 2014.

Fouad Belkacem séjourne actuellement dans l'aile spécialisée de la prison de Hasselt où il est suivi par la VSSE.

2) Le screening des visiteurs des détenus suivis par la VSSE fait partie de nos standard d'enquête. En fonction des régimes de détention appliqués, les détenus-terro ne peuvent pas placer n'importe qui sur leurs listes de visiteurs. La cellule Radicalisation en prison de la VSSE et la cellule Extrémisme (soutenu par DJSOC/Terro au sein de la police fédérale) effectuent des dizaines de vérifications de visiteurs (et de numéros de téléphones) chaque semaine.

Il y a effectivement déjà eu dans le passé des visites d'individus connus en raison de leur lien avec un certain nombre de réseaux de soutien salafiste-jihadiste. En complément à la réponse 1), la VSSE peut dire que ces réseaux de soutien ont plutôt une présence virtuelle pour ce qui concerne la question des détenus-terro.

Concernant Sanabil, les relations entre cette organisation et les détenus en question consistent en l'échange de correspondance et de soutien financier.

3) La VSSE ne détient actuellement pas d'informations qui indiqueraient qu'il existe, au sein de mosquées reconnues sur notre territoire, des récoltes d'argent pour des terroristes en détention. Bien sûr, elles peuvent être organisées au sein de réseaux informels (familles, amis et sympathisants), via une personne qui est au final responsable d'alimenter le compte cantine d'un détenu en particulier.

La VSSE enquête régulièrement sur les transactions financières des détenus, souvent aussi avec l'objectif de mettre en lumière le réseau existant autour d'un individu.

4) Au sein des prisons belges, ces contacts ont généralement lieu par téléphone ou sur les médias sociaux. L’usage illégal du GSM dans les prisons belges peut entraîner une problème de sécurité, tant pour la sécurité intérieure de la prison que pour la sécurité de l’État à long terme.

Depuis 2015, la VSSE a donc décidé de poursuivre beaucoup plus rapidement les détenus-terro, surtout en ce qui concerne leur communication avec le monde extérieur. Les prisons ne sont pas un vacuum et la plupart de ces détenus seront de nouveau remis en liberté d’ici 2020.

À la suite des instructions particulières dans le cadre du terrorisme, de l’extrémisme et du radicalisme édictées en 2016 par la direction générale des Établissements pénitentiaires (DG EPI), diverses mesures sont prises afin de contrer l’usage illégal du GSM.

5) La collusion, au sein des prisons, entre les milieux criminels et djihadistes (il est souvent question d'un passage de l'un à l'autre) est un des points d'attention de la VSSE.

Cette collaboration a, par exemple, déjà été établie dans le cadre de projets d'évasions.

À l'extérieur des murs des prisons, une attention est également portée, au sein des cercles djihadistes, aux frères incarcérés.

À la demande de la VSSE et de la DG EPI, l’OCAM a récemment mené une analyse de la menace concernant les détenus-terro musulmans dans nos prisons.

De Veiligheid van de Staat (VSSE) besteedt sedert 2015 – in uitvoering van het Actieplan Radicalisering in gevangenissen van de federale overheidsdienst (FOD) Justitie – een bijzondere aandacht aan de tendensen rond islamradicalisering en de detentie van terroristen in de Belgische gevangenissen.

Steeds vanuit een inlichtingenfinaliteit poogt de VSSE haar aanwezigheid binnen de penitentiaire instellingen op te drijven ten einde de gedetineerden die radicaliseren (zij die voorheen niet gekend waren als extremist en / of terrorist dus doorgaans gewone criminelen) tijdig op te sporen.

Een andere belangrijke groep zijn de zogenaamde terro-gedetineerden (in voorhechtenis of veroordeeld voor misdrijven die strafrechtelijk gekwalificeerd zijn als terroristische misdrijven). In haar fenomeenanalyse van 2017 over de radicalisering in de gevangenissen schat de VSSE dat beide groepen samen zo'n 450 gedetineerden uitmaken : bij benadering 150 terro-gedetineerden en 300 gedetineerden die een risico op radicalisering inhouden.

Deze specifieke problematiek wordt opgevolgd door een cel Radicalisering in gevangenissen binnen de VSSE die op korte tijd werd uitgebreid van twee naar tien personeelsleden.

Over het algemeen stelt de VSSE vast dat de ondersteuningsnetwerken van radicale en terro-gedetineerden eerder op persoonlijke en familiale basis worden georganiseerd. Er zijn inderdaad een aantal organisaties gekend die zich specifiek richten op moslimgedetineerden (vaak maar niet uitsluitend gericht op gedetineerden die vastzitten in een terro-context), maar die activiteiten werden slechts zeer sporadisch vastgesteld.

Uitgezonderd een eenmalige geldinzameling voor Mosa Zemmouri door de Britse organisatie Cage Prisoners (nu Cage, een organisatie die vooral veel aandacht heeft geschonken aan de gedetineerden van Guantanamo waar ook Zemmouri opgesloten is geweest) werden er de laatste jaren betrekkelijk weinig acties georganiseerd die zichtbaar waren op het publieke domein.

Mogelijk ligt de verklaring hiervoor toch in het feit dat de meeste van deze gedetineerden geassocieerd kunnen worden met de Islamitische Staat en dat er ook binnen de moslimgemeenschap betrekkelijk weinig sympathie is voor de zaak van IS.

1) Het netwerk Free (Aseer) Abu Imran lijkt momenteel nauwelijks actief. De pagina Free Aseer Abu Imran werd onlangs op Facebook vervangen door een gelijkaardige pagina. Als organisatie kwamen zij de laatste keer onder de aandacht van de VSSE in november 2014.

Fouad Belkacem verblijft momenteel op de gespecialiseerde afdeling in de gevangenis van Hasselt en hij wordt verder opgevolgd door de VSSE.

2) Het screenen van bezoekers aan door de VSSE opgevolgde gedetineerden maakt deel uit van de standaardonderzoeken. Afhankelijk van de regimes die het gevangeniswezen oplegt, kunnen terro-gedetineerden niet iedereen op hun bezoekerslijst plaatsen. De cel Radicalisering in gevangenissen van de VSSE en de cel Extremisme (aangevuld door DJSOC/Terro bij de federale politie) voeren wekelijks tientallen verificaties van bezoekers (en telefoonnummers) uit.

Er werden in het verleden inderdaad bezoeken geregistreerd door individuen die gekend stonden omwille van hun banden met bepaalde salafistisch-jihadistische ondersteuningsnetwerken. In aanvulling op het antwoord op 1), kan de VSSE stellen dat deze ondersteuningsnetwerken actueel een virtuele aanwezigheid hebben ten aanzien van de kwestie van de terro-gedetineerden.

Wat Sanabil betreft, bestond de relatie tussen de organisatie en de gedetineerden in kwestie louter uit briefwisseling en financiële steun.

3) De VSSE beschikt momenteel niet over informatie die aantoont dat er binnen erkende moskeeën in ons land geld wordt ingezameld voor terroristen in detentie. Uiteraard gebeurt dit wel binnen informele netwerken (familie, vrienden en sympathisanten), waarbij dan één persoon uiteindelijk instaat voor de storting op de gevangenisrekening van de betrokken gedetineerde.

De VSSE onderzoekt geregeld financiële transacties van gedetineerden, vaak ook met het objectief om het netwerk rond een individu in kaart te brengen.

4) Binnen de Belgische gevangenissen gebeuren deze contacten doorgaans telefonisch en via sociale media. Het illegaal GSM-gebruik in de Belgische gevangenissen kan een veiligheidsprobleem inhouden, zowel voor de inwendige penitentiaire veiligheid als voor de veiligheid van de Staat op langere termijn.

De VSSE heeft dan ook sinds 2015 beslist om terro-gedetineerden veel korter op te volgen, ook en vooral voor wat betreft hun communicatie met de buitenwereld.

In navolging van de bijzondere instructies in het kader van terrorisme, extremisme en radicalisme, zoals die in 2016 werden uitgevaardigd door het directoraat-generaal Penitentiaire Inrichtingen (DG EPI), worden dan ook diverse maatregelen genomen om het illegaal GSM-gebruik tegen te gaan.

5) Collusie binnen de gevangenissen tussen het criminele en het jihadistische (vaak is eerder sprake van in elkaar overgaan) milieu is één van de aandachtspunten voor de VSSE.

Dergelijke samenwerking werd bijvoorbeeld reeds vastgesteld bij ontsnappingsprojecten. Ook buiten de gevangenismuren is er in jihadistische kringen inderdaad reeds aandacht geweest voor de opgesloten broeders.

Het Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse (OCAD) stelde op vraag van VSSE en DG EPI recent een dreigingsanalyse op met betrekking tot de islamistische (terro-) gedetineerden in de gevangenissen.