SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2016-2017 Zitting 2016-2017
________________
21 février 2017 21 februari 2017
________________
Question écrite n° 6-1282 Schriftelijke vraag nr. 6-1282

de Guy D'haeseleer (Vlaams Belang)

van Guy D'haeseleer (Vlaams Belang)

au vice-premier ministre et ministre de la Sécurité et de l'Intérieur, chargé de la Régie des bâtiments

aan de vice-eersteminister en minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, belast met de Regie der gebouwen
________________
Services de sécurité - Suicides - Nombre Veiligheidsdiensten - Zelfmoorden - Aantal 
________________
police
sécurité publique
suicide
statistique officielle
répartition géographique
politie
openbare veiligheid
zelfmoord
officiële statistiek
geografische spreiding
________ ________
21/2/2017Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 23/3/2017)
9/12/2018Dossier gesloten
21/2/2017Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 23/3/2017)
9/12/2018Dossier gesloten
________ ________
Réintroduite comme : question écrite 6-2314 Réintroduite comme : question écrite 6-2314
________ ________
Question n° 6-1282 du 21 février 2017 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 6-1282 d.d. 21 februari 2017 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Les domaines politiques du Bien-être, de la Santé publique et de la Famille sont de la compétence de la Communauté flamande. Les services de sécurité sont de la responsabilité du niveau fédéral. Cette question concerne dès lors une compétence tranversale.

Il y a en moyenne davantage de suicides parmi les personnes qui travaillent pour un de nos services de sécurité que sur l'ensemble de la population.

1) Combien de suicides ont-ils eu lieu en 2014, 2015 et 2016 ? Je souhaite obtenir des chiffres ventilés par service de sécurité et par Région. Comment ces chiffres ont-ils évolué par rapport aux années précédentes ?

2) a) Combien de ces suicides ont-ils été commis durant l'exercice de la fonction ?

b) Dans combien de ces cas l'arme de service a-t-elle été utilisée ?

3) a) Combien de ces suicides ont-ils été commis dans le cadre de la vie privée ?

b) Dans combien de ces cas l'arme de service a-t-elle été utilisée ?

c) Quel type de prévention fait-on pour enrayer ce phénomène de société ?

d) Quelles initiatives ont-elles été prises en la matière ?

4) a) Dans combien de ces cas a-t-on pu découvrir la raison exacte de ce geste de désespoir ?

b) Dans combien de cas s'agissait-il d'une raison privée ?

c) Dans combien de cas le geste de désespoir était-il la conséquence d'un problème au sein du milieu du travail ?

 

De beleidsdomeinen welzijn, volksgezondheid en gezin zijn een Vlaamse gemeenschapsbevoegdheid. Veiligheidsdiensten vallen onder de verantwoordelijkheid van het federaal niveau. Dit betreft dus een transversale bevoegdheid.

Het aantal zelfmoorden bij personen die werken voor één van onze veiligheidsdiensten ligt gemiddeld hoger in vergelijking met de totale bevolking.

1) Kan u meedelen hoeveel zelfmoorden er zich in 2014, 2015 en 2016 voordeden, opgesplitst per veiligheidsdienst en per Gewest ? Wat is de evolutie ten opzichte van de voorgaande jaren ?

2) a) Hoeveel van deze zelfmoorden werden gepleegd tijdens de uitoefening van de functie ?

b) In hoeveel van deze gevallen werd het dienstwapen gebruikt ?

3) a) Hoeveel van deze zelfmoorden werden gepleegd in de privésfeer ?

b) In hoeveel van deze gevallen werd het dienstwapen gebruikt ?

c) Op welke manier wordt er aan preventie gedaan om dit maatschappelijk fenomeen de kop in te drukken ?

d) Welke initiatieven werden dienaangaande genomen ?

4) a) In hoeveel van deze gevallen heeft men kunnen achterhalen wat de juiste reden voor de wanhoopsdaad was ?

b) In hoeveel gevallen lag een privéreden ten grondslag ?

c) In hoeveel gevallen was de wanhoopsdaad het gevolg van een probleem binnen de werksfeer ?