SÉNAT DE BELGIQUE | BELGISCHE SENAAT | ||||||||
________ | ________ | ||||||||
Session 2012-2013 | Zitting 2012-2013 | ||||||||
________ | ________ | ||||||||
5 septembre 2013 | 5 september 2013 | ||||||||
________ | ________ | ||||||||
Question écrite n° 5-9852 | Schriftelijke vraag nr. 5-9852 | ||||||||
de Inge Faes (N-VA) |
van Inge Faes (N-VA) |
||||||||
au secrétaire d'Etat aux Affaires sociales, aux Familles et aux Personnes handicapées, chargé des Risques professionnels, et secrétaire dÉtat à la Politique scientifique, adjoint à la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique |
aan de staatssecretaris voor Sociale Zaken, Gezinnen en Personen met een handicap, belast met Beroepsrisico's, en staatssecretaris voor Wetenschapsbeleid, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid |
||||||||
________ | ________ | ||||||||
Établissements scientifiques fédéraux - Observatoire du public - Coût annuel - Revenus | Federale Wetenschappelijke Instellingen - PublieksObservatorium - Jaarlijkse kost - Inkomsten | ||||||||
________ | ________ | ||||||||
établissements scientifiques et culturels fédéraux |
federale wetenschappelijke en culturele instellingen |
||||||||
________ | ________ | ||||||||
|
|
||||||||
________ | ________ | ||||||||
Question n° 5-9852 du 5 septembre 2013 : (Question posée en néerlandais) | Vraag nr. 5-9852 d.d. 5 september 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands) | ||||||||
L'Observatoire du public réalise des analyses sur les utilisateurs et visiteurs des dix « établissements scientifiques fédéraux » (ESF). Dans le grand public, ces dix établissements sont surtout connus pour quelques-uns des musées et centres de visiteurs les mieux connus du pays. On sait peut-être moins que ces dix ESF hébergent - chacun dans son domaine - quelques-unes des institutions de recherche scientifique les plus spécialisées et les plus réputées du pays. L'Observatoire du public analyse la relation entre les dix ESF et leur public. Pour ce faire, il procède, par exemple, à un monitoring des profils des visiteurs des musées, à une analyse ad hoc du public et des utilisateurs et à des évaluations d’expositions. Tous les ESF peuvent donc faire appel aux services de l'Observatoire. À ce propos, je souhaiterais obtenir les données suivantes. 1) Combien de demandes de soutien l'Observatoire du public reçoit-il annuellement ? Les données peuvent-elles être ventilées selon : a) le soutien spécifique demandé dans chacun des cas ; b) l'établissement qui demande le soutien. 2) Quel est le coût annuel que supporte l'Observatoire du public pour : a) le personnel ; b) le fonctionnement ; c) les investissements ? 3) Quels sont les revenus annuels de l'Observatoire du public ? Ces revenus peuvent-ils être ventilées entre les catégories suivantes : a) les subventions ; b) les dons ; c) les frais facturés ? Je souhaiterais obtenir les données annuelles depuis 2009. |
Het PublieksObservatorium verricht onderzoek naar de gebruikers en bezoekers van de tien zogenaamde "Federale Wetenschappelijke Instellingen" (FWI). Bij het grote publiek zijn deze tien FWI's vooral bekend wegens enkele van 's lands bekendste musea en bezoekerscentra. Misschien minder bekend is dat deze tien FWI's ook - elk in hun domein - enkele van 's lands meest gespecialiseerde en gereputeerde wetenschappelijke onderzoeksinstellingen herbergen. Het PublieksObservatorium verricht onderzoek naar de relatie tussen de tien FWI en hun publiek. Dat doet het bijvoorbeeld door museummonitoring, ad hoc publieks- en gebruikersonderzoek en evaluaties van expo's en tentoonstellingen. Alle FWI kunnen dus een beroep doen op de diensten van dat observatorium. Wat dat betreft had ik graag volgende cijfers: 1) Hoeveel aanvragen tot steun komen er jaarlijks binnen bij het PublieksObservatorium? Dit onderverdeeld volgens: a) de specifieke steun die telkens gevraagd wordt; b) de FWI die steun vraagt. 2) Wat is de jaarlijkse kost van het PublieksObservatorium voor: a) Personeel; b) Werking; c) Investeringen? 3) Wat zijn de jaarlijkse inkomsten van het PublieksObservatorium? Dit per categorie: a) Subsidies; b) Giften; c) Aangerekende kosten. Deze cijfers graag per jaar sinds 2009. |
||||||||
Réponse reçue le 24 octobre 2013 : | Antwoord ontvangen op 24 oktober 2013 : | ||||||||
L’honorable membre trouvera ci-après la réponse à sa question. 1. L’Observatoire des Publics est chargé depuis 2008, du monitoring annuel des établissements scientifiques fédéraux (ESF), à savoir l’Institut royal des Sciences naturelles de Belgique (IRScNB), le Musée royal d’Afrique centrale (MRAC), les Musées royaux des Beaux-Arts de Belgique (MRBAB) et le Musée Magritte, l’Institut royal du Patrimoine artistique (IRPA), les Musées royaux d’Art et d’Histoire (MRAH), le Musée du Cinquantenaire et le Musée des instruments de musique, l’Observatoire royal de Belgique, (ORB) et le Planétarium, l’Institut d’Aéronomie spatiale de Belgique (IASB), l’Institut royal météorologique de Belgique (IRM), les Archives générales du Royaume et Archives de l'État dans les Provinces (AGR) et la Bibliothèque royale de Belgique (BRB). L’Observatoire des Publics a comme mission de dresser le profil des utilisateurs des ESF et de mesurer le degré de satisfaction des visiteurs tant au niveau des collections permanentes que des expositions temporaires. Il effectue également des enquêtes ad hoc sur demande de : En 2009 :
En 2010 :
En 2011 :
En 2012 :
En 2013 :
2. Les coûts annuels de l’Observatoire des Publics étaient de :
3. Les revenus annuels de l’Observatoire des Publics sont simplement constitués d’une dotation annuelle de 102 000 euros indexée. Ces subsides représentaient 112 000 euros en 2009, 110 000 euros en 2010 et en 2011, 109 000 euros en 2012 et 101 000 euros en 2013. |
Het geachte lid vindt hierna het antwoord op haar vraag. Het PublieksObservatorium staat sinds 2008 jaarlijks in voor monitoring van federale wetenschappelijke instellingen (FWI’s), te weten het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen (KBIN), het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika (KMMA), de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België (KMSKB) en Magrittemuseum, het Koninklijk Instituut voor Kunstpatrimonium (KIK), de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis (KMKG), het Jubelparkmuseum en Muziekinstrumentenmuseum, de Koninklijke Sterrenwacht van België (KSB) en het Planetarium, het Belgische Instituut voor Ruimte-Aëronomie (BIRA), het Koninklijk Meteorologisch Instituut van België (KMI), het Algemeen Rijksarchief en het Rijksarchief in de provinciën (RA) en de Koninklijke Bibliotheek van België (KBB). Het PublieksObservatorium heeft als opdracht een profiel te opstellen van de gebruikers van de FWI’s en de tevredenheid na te gaan van de bezoekers van zowel de permanente collecties als de tijdelijke tentoonstellingen. Het verricht ook ad hoc onderzoek op aanvraag van: In 2009 :
In 2010 :
In 2011 :
In 2012 :
In 2013 :
2. De jaarlijkse kosten van het PubliekObservatorium waren:
3. De jaarlijkse inkomsten bestaan uit een te indexeren dotatie van 102 000 euro. Deze subsidies vertegenwoordigen 112 000 euro in 2009, 110 000 in 2010 en in 2011, 109 000 euro in 2012 en 101 000 euro in 2013. |