SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2012-2013 Zitting 2012-2013
________________
30 juillet 2013 30 juli 2013
________________
Question écrite n° 5-9747 Schriftelijke vraag nr. 5-9747

de Dirk Claes (CD&V)

van Dirk Claes (CD&V)

à la vice-première ministre et ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des Chances

aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen
________________
Législation disciplinaire - Services de police - Statut disciplinaire - Réforme Tuchtwetgeving - Politiediensten - Tuchtstatuut - Hervorming 
________________
police
police locale
procédure disciplinaire
politie
gemeentepolitie
tuchtprocedure
________ ________
30/7/2013Verzending vraag
28/4/2014Einde zittingsperiode
30/7/2013Verzending vraag
28/4/2014Einde zittingsperiode
________ ________
Question n° 5-9747 du 30 juillet 2013 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-9747 d.d. 30 juli 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

La législation disciplinaire constitue, pour tout fonctionnaire de police dirigeant et toute autorité administrative, un instrument important dans la gestion générale du personnel. En appliquant correctement et minutieusement la procédure disciplinaire, l'autorité disciplinaire peut contribuer au bon exercice de la fonction de police et au fonctionnement du corps.

La législation disciplinaire est cependant tout sauf une matière simple. Pour pouvoir l'appliquer correctement, il faut avoir la connaissance et l'expérience requises. Si la procédure n'est pas appliquée correctement, la peine ou la mesure prononcée peut être suspendue ou révoquée. Cela peut à son tour engendrer un sentiment d'impunité au sein des corps. De plus, la complexité de cette procédure dissuade d'y recourir.

C'est pourquoi de nombreux bourgmestres plaident, depuis plusieurs années déjà, pour que l'on réforme cette procédure disciplinaire excessivement lourde.

Je souhaiterais poser les questions suivantes à la ministre :

1) La ministre est-elle occupée à réformer le statut disciplinaire ? Estime-t-elle comme moi que la procédure actuelle est trop complexe pour pouvoir être appliquée correctement ?

2) Quand pense-t-elle que le nouveau statut disciplinaire sera prêt ? Pourra-t-il encore être achevé avant la fin de cette législature?

3) Quels sont les obstacles les plus importants à la réforme?

4) La ministre peut-elle esquisser les grandes lignes du nouveau statut ?

 

De tuchtwetgeving is voor elke leidinggevende politieambtenaar en bestuurlijke overheid een belangrijk instrument in het algemeen personeelsbeleid. Door de tuchtprocedure correct en zorgvuldig toe te passen, kan de tuchtoverheid bijdragen tot een goede uitoefening van het politieambt en het functioneren van het korps.

De tuchtwetgeving is evenwel allesbehalve een eenvoudige materie. Om ze op een juiste manier te hanteren is de nodige kennis en ervaring vereist. Indien de procedure immers niet correct toegepast wordt, kan de uitgesproken straf of maatregel geschorst of vernietigd worden. Dit kan dan weer een gevoel van straffeloosheid teweegbrengen in de korpsen. Ook schrikt de complexiteit het gebruik ervan af.

Daarom dringen veel burgemeesters er al meerdere jaren op aan om deze loodzware tuchtprocedure te hervormen.

Graag had ik hieromtrent de volgende vragen aan de geachte minister gesteld:

1) Is de geachte minister bezig met de hervorming van het tuchtstatuut? Deelt ze de mening dat de huidige procedure te complex is wat het goede gebruik ervan tegengaat?

2) Wanneer denkt zij het nieuwe tuchtstatuut rond te hebben? Zal dit nog deze legislatuur gebeuren?

3) Wat zijn de grootste obstakels bij de hervorming?

4) Kan de geachte minister de contouren van het nieuwe statuut al schetsen?