SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2012-2013 Zitting 2012-2013
________________
19 juillet 2013 19 juli 2013
________________
Question écrite n° 5-9637 Schriftelijke vraag nr. 5-9637

de Bert Anciaux (sp.a)

van Bert Anciaux (sp.a)

au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères, du Commerce extérieur et des Affaires européennes

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken
________________
Congo - Passé colonial - Excuses de la Belgique Congo - Koloniaal verleden - Excuses van België 
________________
République démocratique du Congo
colonialisme
responsabilité politique
Democratische Republiek Congo
kolonialisme
politieke verantwoordelijkheid
________ ________
19/7/2013Verzending vraag
9/12/2013Herkwalificatie
2/1/2014Antwoord
19/7/2013Verzending vraag
9/12/2013Herkwalificatie
2/1/2014Antwoord
________ ________
Requalifiée en : demande d'explications 5-4446 Requalifiée en : demande d'explications 5-4446
________ ________
Question n° 5-9637 du 19 juillet 2013 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-9637 d.d. 19 juli 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Silvio Berlusconi a officiellement et formellement présenté ses excuses en 2008 en Lybie pour le passé colonial italien. D'autres anciennes puissances coloniales ont peut-être également présenté leurs excuses pour le régime colonial sanglant et inhumain infligé à leurs anciennes colonies.

D'autres formes de regrets ont naturellement été formulées, le plus souvent limitées à certains actes inhumains spécifiques infligés durant la période coloniale. C'est ainsi que les Pays-Bas ont présenté leurs excuses pour le massacre de Rawagede en Indonésie. Le gouvernement britannique a récemment exprimé son profond regret à l'Inde pour le massacre qui a eu lieu à Amritsar, ainsi qu'au Kenya pour les crimes commis par des responsables du gouvernement britannique durant le soulèvement Mau-Mau. La Belgique, par l'intermédiaire du ministre des Affaires étrangères, Louis Michel, a également déjà présenté ses excuses pour certains actes coupables, comme l'assassinat de Lumumba le 5 février 2002.

Même si ces excuses ne rachètent pas grand-chose – les désastres dus à la colonisation sont difficilement réparables – le fait qu'un ex-colonisateur s'excuse formellement et officiellement représente plus qu'un acte symbolique pour les intéressés.

Mes questions sont les suivantes :

1) De quelle manière et pour quels faits commis durant son passé colonial, la Belgique s'est-elle déjà excusée ? La Belgique a -t-elle déjà exprimé ses regrets par d'autres moyens, sans présenter d'excuses formelles ?

2) La Belgique a-t-elle déjà octroyé des compensations financières dans le cadre de délits commis durant son passé colonial ? Dans l'affirmative, à qui et pour quels montants ?

3) Le ministre reconnaît-il que la Belgique a bien des choses à se reprocher quant à son passé colonial ? Estime-t-il que notre pays doit affronter ce passé colonial et présenter ses excuses officielles à ses anciennes colonies ?

4) Ces excuses peuvent-elles être accompagnées de conséquences financières et peuvent-elles être formulées de manière à exclure totalement ce type de conséquences ?

 

In 2008 bood Silvio Berlusconi in Libië officieel en formeel zijn excuses aan aanbieden het Italiaanse koloniale verleden. Wellicht hebben nog andere ex-koloniale mogendheden dergelijke verontschuldigingen voor een bloedig en onmenselijke koloniaal bewind aan hun voormalige kolonies aangeboden.

Er zijn uiteraard nog andere vormen van spijtgetuigenissen, meestal blijven die beperkt tot bepaalde specifieke onmenselijke gebeurtenissen in het koloniale verleden. Zo verontschuldigde Nederland zich voor het bloedblad van Rawagede in Indonesië. De Britse regering betuigde onlangs zijn diepe spijt aan India en Kenia voor het Amritsar bloedbad en voor de misdaden begaan door Britse overheidsfunctionarissen tijdens de Mau Mau opstand. Ook België verontschuldigde zich al eerder voor laakbare bepaalde daden, zoals de moord op Lumumba, op 5 februari 2002 door de toenmalige minister van Buitenlandse Zaken Louis Michel.

Hoewel deze excuses weinig echt goedmaken - het koloniale onheil kan moeilijk worden hersteld… - blijkt het voor vele betrokkenen toch een meer dan symbolische daad dat een ex-kolonisator zich formeel en officieel verontschuldigt.

Hierover de volgende vragen.

1) Op welke wijze en voor welke gebeurtenissen heeft België zich reeds geëxcuseerd in het kader van (misdaden gepleegd gedurende) haar koloniale verleden? Heeft België al op andere manieren zijn spijt betuigd zonder daarbij formele excuses over te maken?

2) Heeft België in het kader van begane misdaden tijdens het koloniale verleden reeds compensaties uitgekeerd? Zo ja, aan wie en over welke bedragen gaat het hier?

3) Erkent de geachte minister dat België heel wat op haar kerfstok heeft inzake het koloniale verleden? Is hij van mening dat België in het reine moet komen met haar koloniale verleden en officieel haar excuses moet overmaken aan de voormalige kolonies?

4) Zijn er aan verontschuldigen mogelijk financiële gevolgen gekoppeld en kunnen deze zo worden geformuleerd dat dit soort gevolgen totaal uitgesloten worden?

 
Réponse reçue le 2 janvier 2014 : Antwoord ontvangen op 2 januari 2014 :

Le passé colonial de la Belgique mérite effectivement l’attention et la réflexion nécessaires. Il me paraît donc justifié de vouloir se pencher sur cette période et faire la lumière sur certains évènements.

Dans votre question, vous faites référence à la commission d’enquête parlementaire créée en février 2000 concernant l’affaire Lumumba. Cette commission a mené à la déclaration de mon prédécesseur Louis Michel et à la proposition de créer un Fond Lumumba. Une autre commission d’enquête parlementaire, créée en 1997, s’est penchée sur le rôle de la Belgique dans les évènements tragiques d’avril 1994 au Rwanda. Sur base de ces conclusion, le premier ministre de l’époque, Guy Verhofstadt, a présenté ses excuses aux Rwandais et reconnu la responsabilité morale de la Belgique dans un discours à Kigali le 7 avril 2000. Les deux évènements ont eu lieu après la période coloniale de la Belgique.  

Enfin, vous estimez que la question des excuses belges serait urgente. Puis-je vous faire remarquer que- depuis que je suis ministre des Affaires étrangères-, la question des excuses belges vis-à-vis de son ancienne colonie et territoires mandatés n’a jamais été abordée par mes collègues congolais, rwandais et burundais. Ils ont par contre tous insisté sur l’urgence et l’importance du soutien belge au développement et à la stabilité de leurs pays et de la poursuite de notre coopération au développement.

De koloniale geschiedenis van België verdient inderdaad de nodige aandacht en reflectie van onzentwege. Het lijkt me dan ook heel gerechtvaardigd zich te willen buigen over deze periode en licht te werpen op bepaalde gebeurtenissen.

In uw vraag verwijst u naar de parlementaire onderzoekscommissie betreffende de zaak Lumumba, opgericht in februari 2000. Deze commissie heeft geleid tot de verklaring van mijn voorganger Louis Michel en het voorstel om een Stichting Lumumba op te richten. Een andere parlementaire onderzoekscommissie, opgericht in 1997, heeft zich gebogen over de rol van België tijdens de tragische gebeurtenissen van begin april 1994 in Rwanda. Op basis van haar bevindingen heeft toenmalig Premier Guy Verhofstadt zijn excuses aangeboden aan de Rwandezen en de morele verantwoordelijkheid van België erkend in een toespraak te Kigali op 7 april 2000. Beide gebeurtenissen hadden weliswaar plaats na de koloniale periode van België.

Tot slot, bent u van oordeel dat de kwestie van Belgische verontschuldigingen dringend zou zijn. Mag ik u er echter op wijzen dat -sinds ik minister van Buitenlandse Zaken ben- de kwestie van Belgische verontschuldigingen ten aanzien van zijn voormalige kolonie en mandaatgebieden nooit ter sprake werd gebracht door mijn Congolese, Rwandese en Burundese collega's. Ze hebben daarentegen allemaal allen aangedrongen op de urgentie en het belang van de Belgische steun aan de ontwikkeling en stabiliteit van hun landen en de voortzetting van onze ontwikkelingssamenwerking.