| SÉNAT DE BELGIQUE | BELGISCHE SENAAT | ||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| Session 2012-2013 | Zitting 2012-2013 | ||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| 19 juillet 2013 | 19 juli 2013 | ||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| Question écrite n° 5-9613 | Schriftelijke vraag nr. 5-9613 | ||||||||
de Bert Anciaux (sp.a) |
van Bert Anciaux (sp.a) |
||||||||
au vice-premier ministre et ministre de la Défense |
aan de vice-eersteminister en minister van Landsverdediging |
||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| la valeur des deux Airbus de la Défense vendus à la ferraille | de waarde van de twee als schroot verkochte Airbussen van Defensie | ||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| armée de l'air marché de fournitures avion marché public |
luchtmacht overheidsopdracht voor leveringen vliegtuig overheidsopdrachten |
||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
|
|
||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| Requalification de : demande d'explications 5-3571 | Requalification de : demande d'explications 5-3571 | ||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| Question n° 5-9613 du 19 juillet 2013 : (Question posée en néerlandais) | Vraag nr. 5-9613 d.d. 19 juli 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands) | ||||||||
L'armée belge a vendu en 2010 deux Airbus datant de 1985 pour 280 000 et 380 000 euros. Le ministre avait déclaré à l'époque qu'il ne se faisait pas d'illusions sur le prix qu'il en tirerait. Pour calculer le prix de vente, on s'était tout simplement basé sur le prix de la ferraille. L'acheteur « Mad Africa » a réparé les appareils et il a récemment obtenu une nouvelle licence. À présent qu'ils peuvent à nouveau voler, ces appareils sont soudain évalués à près de 10 millions d'euros chacun. Les Airbus vendus avaient respectivement 36 000 et 37 000 heures de vol au compteur. Ils n'étaient pas vraiment usés … puisqu'ils servaient surtout dans le cadre de déplacements de membres du gouvernement et de la Cour. Un appareil similaire (1986 – un peu plus d'heures de vol) a été récemment vendu pour plus de 9 millions d'euros. Le prix de vente des deux autres Airbus n'aurait même pas atteint le prix de la ferraille. Comment le ministre explique-t-il que les deux Airbus de l'armée vendus en 2010 au prix de la ferraille pour respectivement 280 000 et 380 000 euros, aient obtenu chacun, après réparation, une attestation de vol, et que leur valeur marchande atteigne ainsi près de 10 000 000 d'euros ? Comment se fait-il dès lors que ces deux Airbus, vendus selon certains témoignages en-dessous du prix de la ferraille, aient retrouvé après réparation une valeur marchande vingt fois supérieure ? Cette malheureuse histoire, qui fait perdre à la collectivité des millions d'euros, n'indique-t-elle pas une incompétence inacceptable de la part des responsables de cette vente ? Le ministre mènera-t-il une enquête approfondie sur ce gaspillage incalculable des deniers publics et en tirera-t-il les leçons ? Le ministre peut-il également dévoiler combien ces Airbus ont finalement coûté par heure de vol opérée, à savoir respectivement 36 458 et 37 059, entre leur achat en 1985 et leur revente en 2010 ? Quelles conclusions tirez-vous de ce calcul ? |
In 2010 verkocht het Belgisch leger twee Airbussen uit 1985. De verkoopprijs bedroeg 280 000 en 380 000 euro. De minister stelde toen "ik maak mij niet veel illusies over de prijs die we zullen krijgen". De analyse die tot deze verkoop & verkoopsprijs leidde klonk simpel: de schrootwaarde. De koper "Mad Africa" repareerde de toestellen en verkreeg recent een nieuwe licentie. Nu ze terug vliegklaar zijn, wordt hun waarde voor elk vliegtuig plots op bijna 10 miljoen euro geschat De verkochte airbussen hadden respectievelijk 36 000 en 37 000 vlieguren op hun teller. Ze waren niet echt versleten… want ze dienden vooral voor regeringsvluchten en verplaatsingen voor het hof. Een vergelijkbaar vliegtuig (1986 – iets meer vlieguren) werd onlangs voor ruim 9 miljoen verkocht. Blijkbaar bleef de verkoopsprijs van deze toestellen zelfs onder de schrootprijs. Hoe verklaart de minister dat de twee in 2010 als schroot verkochte airbussen van het leger, voor respectievelijk 280 000 en 380 000 euro, na reparatie elk terug een vliegattest verwierven en daardoor een marktwaarde verwierven van elk bijna 10 000 000 euro? Hoe kan het dus dat deze twee airbussen – volgens getuigen zelfs onder de schrootprijs verkocht – na reparatie een twintigmaal hogere marktwaarde herwinnen? Duidt de tristesse van dit verhaal, waarbij onze gemeenschap miljoenen euro verliest, niet op een onaanvaardbare incompetentie bij de verantwoordelijken voor deze verkoop? Zal de minister deze onvoorspelbare verspilling van gemeenschapsmiddelen grondig laten onderzoeken en de nodige lessen trekken? Kan de minister ook onthullen hoeveel deze airbussen tussen de aankoop in 1985 en de verkoop in 2010 uiteindelijk kostten per afgelegd vlieguur, zijnde respectievelijk 36 458 en 37 059? Tot welke wellicht conclusies leidt deze berekening? |
||||||||
| Réponse reçue le 23 aôut 2013 : | Antwoord ontvangen op 23 augustus 2013 : | ||||||||
L'honorable membre est prié de trouver ci-après la réponse à ses questions. En 2010 la Défense a vendu deux avions non-militaires Airbus A310, dans l'état dans lequel ils se trouvaient, par le biais d’une procédure de vente publique et donc après un appel public à des candidats acheteurs. Pour le A310 - CA02 deux offres ont été introduites. L’offre retenue, 15 fois supérieure à l’offre concurrente, s'élevait à 376 100,00 euros. Pour la procédure de vente du CA01, une seule offre de 378 900,00 euros a été déposée. Les prix de vente étaient conformes aux prix pratiqués sur le marché vu qu’à l'époque des appareils similaires d'un opérateur indonésien étaient déjà à vendre pendant un an, sans le moindre intérêt. Initialement, l'industrie aéronautique et un opérateur ont manifesté leur intérêt pour les pièces de rechange potentielles mais ils n’ont finalement pas introduit d’offre. La Défense estimait, dans la demande d’accord préalable du 23 novembre 2009, les revenues pour l’ensemble des deux avions entre 350 000 et 700 000 euros. Le CA01 totalisait 36 458 heures de vol à la date du lancement de l’appel de vente. Le CA02 a été mis en vente avec 37 059 heures de vol. Il était connu au moment de la vente, que des travaux de maintenance importants devaient être réalisés pour à terme garder les appareils en en état de vol. Tels que la maintenance programmée C-check à court terme et la D-check dans un délai de 3 à 4 ans. De plus, une inspection des trains d'atterrissage devait être effectuée ainsi que la remise en état des moteurs et ce pour un coût total estimé entre 11 et 12 millions d'euros, sans tenir compte du D-check. La Défense n'est pas partie concernée aux engagements contractuels entre la société belge M A D African Distribution et la société néerlandaise Van Vliet Trucks et n'a évidemment aucune connaissance des clauses convenues. J’attire également votre attention sur le fait que, la Commission Achat militaire du 5 juin 2013 a reçu une explication très complète et détaillée sur la procédure de vente suivie par la Défense. Le prix d’exploitation des Airbus par heure de vol s'élève à 10 694 euros à travers les années en euros constant 2010. |
Het geachte lid wordt verzocht hierna het antwoord te willen vinden op de door hem gestelde vragen. Defensie heeft in 2010 twee niet-militaire vliegtuigen Airbus A310 verkocht, in de staat waarin ze zich bevonden, na het aflopen van een openbare verkoopsprocedure en dus een openbare oproep tot kandidaat-kopers. Voor de A310 - CA02 werden twee offertes ingediend. Het gekozen bod, 15 keer hoger dan het tweede, bedroeg 376 100,00 euro. Op de verkoopprocedure voor de CA01 kwam slechts één bod van 378 900,00 euro. De verkoopprijzen waren marktconform gezien gelijkaardige toestellen van een Indonesische operator destijds al een jaar in de verkoop stonden, zonder de minste interesse. De vliegtuigindustrie en een operator toonden initieel enige belangstelling voor de potentiële wisselstukken maar dienden uiteindelijk geen offerte in. Defensie raamde, in haar aanvraag van voorafgaand akkoord van 23 november 2009, de inkomsten voor beide toestellen samen tussen 350 000 en 700 000 euro. De CA01 totaliseerde 36 458 vlieguren op datum van het uitschrijven van de verkoopopdracht. De CA02 werd te koop aangeboden met een totaal van 37 059 vlieguren. Het was bij de verkoop gekend, dat er verregaande onderhoudswerkzaamheden dienden te gebeuren op de toestellen om ze op termijn luchtwaardig te kunnen houden. Zoals onder andere het uitvoeren van geprogrammeerd onderhoud C-check op korte termijn en D-check binnen een periode van 3 à 4 jaar. Daarnaast diende een inspectie van de landingsgestellen te worden uitgevoerd en het in staat stellen van de motoren voor een totale kost die geschat werd op 11 tot 12 miljoen euro zonder rekening te houden met de D-check. Defensie is geen partij in de contractuele verbintenis tussen de Belgische firma M A D African Distribution en het Nederlandse bedrijf Van Vliet Trucks en heeft uiteraard geen kennis van de overeengekomen clausules. Ik vestig er ook uw aandacht op dat de Parlementaire Commissie Legeraankopen op datum van 5 juni 2013 een zeer omstandige en gedetailleerde uiteenzetting heeft gekregen betreffende de gehanteerde verkoopprocedure die door Defensie werd gevolgd. De kostprijs van de Airbussen per vlieguur bedroeg 10 694 euro doorheen de jaren en uitgedrukt in constante euro 2010. |