SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2012-2013 Zitting 2012-2013
________________
12 juillet 2013 12 juli 2013
________________
Question écrite n° 5-9551 Schriftelijke vraag nr. 5-9551

de Karl Vanlouwe (N-VA)

van Karl Vanlouwe (N-VA)

au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères, du Commerce extérieur et des Affaires européennes

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken
________________
la répression brutale par les forces de police en Turquie de brutale repressie door de politiediensten in Turkije 
________________
Turquie
violence politique
situation politique
Turkije
politiek geweld
politieke situatie
________ ________
12/7/2013Verzending vraag
15/10/2013Antwoord
12/7/2013Verzending vraag
15/10/2013Antwoord
________ ________
Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-3665 Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-3665
________ ________
Question n° 5-9551 du 12 juillet 2013 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-9551 d.d. 12 juli 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Début juin, la Turquie a été le théâtre de manifestations de grande ampleur contre la politique du premier ministre Recep Tayyip Erdogan. Des myriades de citoyens sont descendus dans la rue pour protester contre les décisions récentes du gouvernement et contre la répression brutale des manifestations.

Pour de nombreux manifestants, la décision de défricher l'un des derniers espaces verts du centre d'Istanbul a été la goutte qui a fait déborder le vase, s'ajoutant à diverses décisions controversées d'Erdogan qui restreignaient la liberté individuelle. Par exemple, la vente et la consommation de boissons alcoolisées ont été fortement limitées et s'embrasser en public a été interdit.

À l'étranger aussi, la répression brutale des manifestations de rue a suscité des réactions fermes. La Commission européenne s'est ainsi déclarée préoccupée par le recours excessif à la force par les services de police. Durant les protestations, deux personnes auraient trouvé la mort et plus de cent autres auraient été blessées. La police a fait un large usage de gaz lacrymogène et de canons à eau contre des manifestants pacifiques. En réaction à l'intervention brutale de la police, l'armée a distribué des masques à gaz aux manifestants et des hôtels et des restaurants ont ouvert leurs portes pour qu'on puisse soigner des victimes. La solidarité entre manifestants a réuni des groupes très divers, comme des artistes, des ultra-nationalistes, des communistes, des Kurdes et des supporters de football.

De nombreux Turcs soupçonnent le gouvernement Erdogan de corruption dans la conception de projets d'infrastructures, ambitieux et coûteux, comme un pont sur le Bosphore, un grand canal pour délester le Bosphore ou le plus grand aéroport du monde. En outre, la Turquie reste un pays où la liberté de la presse est limitée, avec un nombre record de journalistes emprisonnés. Il est en outre singulier qu'aucune station de télévision n'ait évoqué les manifestations. Selon bien des citoyens, il règne à tous les niveaux de l'administration une culture de la corruption qui s'est encore aggravée sous Erdogan.

Voici mes questions au ministre :

1) Avez-vous une idée du nombre de personnes qui descendent dans la rue dans les différentes villes de Turquie ?

2) Que pensez-vous de la réaction du premier ministre Erdogan et des actions policières contre les manifestants, et souhaitez-vous mettre ce point à l'ordre du jour des réunions européennes et nord-atlantiques ?

3) Y aura-t-il des répercussions sur les négociations d'adhésion de la Turquie à l'UE ?

 

Begin juni kende Turkije grootschalige manifestaties tegen het beleid van eerste minister Recep Tayyip Erdogan. Tienduizenden burgers kwamen de straten op om te protesteren tegen de recente beslissingen van de regering en tegen de gewelddadige onderdrukking van de manifestaties.

De beslissing om een van de laatste groene buurten in het stadscentrum van Istanboel te rooien was voor vele betogers de spreekwoordelijke druppel, gekoppeld aan enkele controversiële beslissingen van Erdogan die de persoonlijke vrijheid inperkten. Zo werd de verkoop en consumptie van alcoholische dranken sterk beperkt en werd kussen in het openbaar verboden.

De onderdrukking van de straatprotesten heeft ook in het buitenland hevige reacties veroorzaakt. Zo verklaarde de Europese Commissie bezorgd te zijn over het excessief gebruik van geweld door de politiediensten. Tijdens de protesten zouden twee doden en meer dan 100 gewonden gevallen zijn. De politie gebruikte grote hoeveelheden traangas en waterkanonnen op vreedzame betogers. Als reactie op het brutale politieoptreden heeft het leger gasmaskers uitgedeeld aan de betogers en hebben hotels en restaurants hun deuren opengezet om slachtoffers te verzorgen. De solidariteit onder de betogers heeft veel uiteenlopende groepen verenigd, zoals kunstenaars, ultranationalisten, communisten, Koerden en voetbalsupporters.

Vele Turken verdenken de regering van Erdogan eveneens van corruptie in het uitschrijven van dure grootschalige infrastructuurprojecten zoals een brug over de Bosporus, een groot kanaal om de Bosporus te ontlasten en de bouw van de grootste luchthaven ter wereld. Daarnaast blijft Turkije ook het land met een beperkte persvrijheid, met het hoogste aantal journalisten in de gevangenis. Opvallend was ook dat geen enkele televisiezender berichtte over de protesten. Er heerst volgens vele burgers een cultuur van corruptie op alle niveaus van de overheid die onder Erdogan alleen maar erger is geworden.

Mijn vragen aan de minister zijn:

1) Heeft u zicht op het aantal mensen dat op de straten komt in de verschillende Turkse steden?

2) Hoe reageert u op de reactie van eerste minister Erdogan en het politieoptreden tegen de manifestanten, en wenst U dit punt op Europees en Noord-Atlantisch niveau te agenderen?

3) Heeft dit gevolgen voor de besprekingen over de toetreding van Turkije tot de EU?

 
Réponse reçue le 15 octobre 2013 : Antwoord ontvangen op 15 oktober 2013 :

Il est difficile d’avoir une idée précise du nombre de manifestants. Certaines associations des droits de l’Homme estiment le nombre de participants à 2,5 millions et ce, dans 79 des 81 provinces.

Dès le 3 juin, j’ai réagi aux manifestations à Istanbul et dans d’autres villes en Turquie par un communiqué de presse, avant de répondre aux nombreuses questions parlementaires. J’ai exprimé mon inquiétude concernant l’action policière exagérée et disproportionnée bafouant la liberté de réunion pacifique, la liberté de la presse et la liberté d’expression, qui sont des valeurs capitales de l’Union européenne (UE). J’ai par ailleurs appelé à un dialogue entre les manifestants et les autorités politiques et j’encourage la mise en place d’un débat public qui aborderait également les délicats problèmes sociétaux.

Lors de mon entretien avec le ministre turc de l’économie le 26 juin, j’ai réitéré ce message.

La situation de la Turquie était à l’agenda du Conseil Affaires étrangères du 24 juin dernier et du Conseil Affaires Générales du 25 juin dernier.

Dans le contexte actuel, l’UE est d’avis que, en dehors de la condamnation pour l’usage excessif de la force, l’expression de notre inquiétude et le souhait de la poursuite du dialogue, tous les instruments à disposition doivent être utilisés afin d’encourager la Turquie à mettre en œuvre les changements nécessaires. Le Conseil Affaires Générales du 25 juin 2013 a néanmoins décidé d’ouvrir le chapitre 22 (politique régionale), soulignant que la Conférence Intergouvernementale de la Turquie aura lieu après la présentation, par la Commission, de son rapport annuel et d’une concertation au sein du Conseil Affaires Générales. Cette concertation vise à confirmer la position commune du Conseil concernant l’ouverture du Chapitre 22 et à définir la date de la Conférence d’adhésion.

Het is moeilijk om een precies idee te hebben over het aantal manifestanten. Sommige mensenrechtenverenigingen schatten het aantal deelnemers op 2,5 miljoen en dit in 79 van de 81 provincies.

Vanaf 3 juni heb ik gereageerd op de manifestaties in Istanboel en andere steden in Turkije, via een perscommuniqué vooraleer te antwoorden op vele parlementaire vragen. Ik heb mijn bezorgdheid uitgedrukt over het overdreven en gedisproportioneerd politieoptreden op de vrijheid van vereniging, de persvrijheid en de vrijheid van meningsuiting, als kapitale Europese unie (EU) waarden. Ik heb tevens opgeroepen tot een dialoog tussen de manifestanten en de politieke autoriteiten en ik moedig de oprichting aan van een publiek debat dat ook de gevoelige maatschappelijke problemen zou omhelzen.

Tijdens mijn onderhoud met de Turkse minister van Economie op 26 juni heb ik deze boodschap opnieuw overgemaakt.

De situatie in Turkije werd op de agenda gezet van de Raad Buitenlandse Zaken op 24 juni ll en de Raad Algemene Zaken van 25 juni laatstleden.

In de huidige context is de EU van mening dat, buiten de veroordeling van excessief geweld, het uiten van onze bezorgdheid en de wens om de dialoog verder te zetten, alle instrumenten moeten gebruikt worden die ter beschikking staan om Turkije aan te moedigen de noodzakelijke veranderingen door te voeren. Het proces van de toetredingsonderhandelingen is de hefboom die Turkije zal aanmoedigen om tot dergelijke veranderingen over te gaan. De Raad Algemene Zaken van 25 juni 2013 heeft dan ook beslist om Hoofdstuk 22 (regionaal beleid) te openen, hierbij evenwel onderlijnden dat de Intergouvernementele Conferentie met Turkije zal plaatsgrijpen na de voorstelling door de Commissie van haar jaarlijks rapport en een beraadslaging door de Raad Algemene Zaken. Deze beraadslaging dient de gemeenschappelijke positie van de Raad houdende de opening van Hoofdstuk 22 te bevestigen en de datum van de Toetredingsconferentie te bepalen.