SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2012-2013 Zitting 2012-2013
________________
12 juillet 2013 12 juli 2013
________________
Question écrite n° 5-9544 Schriftelijke vraag nr. 5-9544

de Karl Vanlouwe (N-VA)

van Karl Vanlouwe (N-VA)

au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères, du Commerce extérieur et des Affaires européennes

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken
________________
la prolongation du mandat de la MINURSO au Sahara occidental de verlenging van het MINURSO-mandaat in de Westelijke Sahara 
________________
Sahara occidental
force multinationale
droits de l'homme
West-Sahara
multinationale strijdmacht
rechten van de mens
________ ________
12/7/2013Verzending vraag
10/10/2013Antwoord
12/7/2013Verzending vraag
10/10/2013Antwoord
________ ________
Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-3555 Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-3555
________ ________
Question n° 5-9544 du 12 juillet 2013 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-9544 d.d. 12 juli 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Le mandat de maintien de la paix de la MINURSO a été prolongé d'un an le 25 avril dernier par le Conseil de sécurité des Nations Unies. Malgré de nombreux signaux porteurs d'espoir de ces dernières semaines, le mandat ne prévoit toujours pas de mécanisme en matière de protection des droits de l'homme.

La résolution 2099 des Nations Unies reconnaît le droit à l'autodétermination du peuple sahraoui mais sans aucune perspective de referendum sur l'autodétermination comme promis en 1989 par les Nations Unies. . Le Maroc se déclare « satisfait » de la résolution qui renforce le statu quo et la politique marocaine contre les activistes sahraouis. Au lieu de cela, la résolution encourage les autorités marocaines et le Front Polisario dans « leurs efforts pour renforcer la promotion et la protection des droits de l'homme au Sahara occidental ».

Le Secrétaire-général des Nations Unies, Ban-Ki Moon a cependant appelé, en mars dernier, à élargir le mandat de la MINURSO afin qu'elle puisse exercer: « un contrôle indépendant, impartial, étendu et durable de la situation des droits de l'homme au Sahara occidental et dans les camps de réfugiés sahraouis ». Peu après, il s'est avéré que cette initiative avait reçu le soutien des États-Unis et de la France, par crainte des conséquences que pourrait avoir le conflit au Mali face au mécontentement des Sahraouis.

Finalement, à la suite de la pression exercée par le Maroc et la France, cette piste a été abandonnée. Le Maroc a annulé au dernier moment d'importantes manœuvres militaires avec les troupes américaines au Maroc et qualifié la proposition américaine « d'atteinte à la souveraineté nationale marocaine ».

La France a fait valoir qu'elle n'est pas opposée au contrôle des droits de l'homme, mais elle est convaincue qu'il serait plus opportun de recourir aux contacts bilatéraux qui ont déjà donné de bons résultats. Par ailleurs, d'autres membres du groupe des Amis des Sahraouis, comme l'Espagne, se sont opposés à la proposition américaine.

Mes questions sont les suivantes :

1) Que pense le ministre de la prolongation du mandat de la MINURSO ? Y a-t-il des raisons de faire preuve d'optimisme par rapport aux années précédentes ?

2) Dans quelle mesure serait-il possible d'intégrer un mandat à part entière de défense des droits de l'homme dans la mission de la MINURSO ?

3) La Belgique était-elle associée à l'initiative américaine et quelles ont été, selon le ministre, les raisons de l'échec ?

4) Que pense le ministre des conséquences du conflit au Mali sur les Sahraouis qui restent sur leur faim après les promesses qui leur ont été faites depuis longtemps d'organisation d'un referendum relatif à leur autodétermination ?

 

Op 25 april werd het mandaat van de MINURSO-vredesmissie door de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties voor één jaar verlengd. Ondanks talrijke hoopgevende signalen in de weken voorafgaand aan de stemming, voorziet het mandaat nog steeds niet in een mensenrechtenmechanisme.

In de VN-resolutie 2099 werd het recht op zelfbeschikking van het volk van de Sahrawi opnieuw erkend, maar zonder enig perspectief op het in 1989 door de VN beloofde referendum over zelfbeschikking. Marokko verklaarde zich "tevreden" met de resolutie die het status quo versterkt en de Marokkaanse houding tegen Sahrawi-activisten ongemoeid laat. In plaats hiervan moedigt de resolutie de Marokkaanse autoriteiten en het Polisario Front aan om "hun inspanningen om de promotie en bescherming van mensenrechten in de Westelijke Sahara te versterken en verder te zetten".

VN secretaris-generaal Ban-Ki Moon riep in maart nochtans op om het MINURSO-mandaat eindelijk uit te breiden tot "een onafhankelijk, onpartijdig, omvangrijk en duurzaam toezicht op de mensenrechtensituatie in zowel de Westelijke Sahara als in de kampen voor Sahrawi-vluchtelingen". Niet lang hierna bleek dit initiatief de steun van de Verenigde Staten en Frankrijk te genieten, uit vrees voor de impact van het conflict in Mali op de misnoegde Sahrawi's.

Uiteindelijk werd deze piste onder Marokkaanse en Franse druk geschrapt. Zo annuleerde Marokko op het laatste moment een grote militaire oefening met Amerikaanse troepen in Marokko en noemde het het Amerikaanse voorstel een "aanslag op nationale Marokkaanse soevereiniteit".

Frankrijk stelt dat het niet tegen het monitoren van mensenrechten is, maar is overtuigd dat dit het beste op een bilaterale manier kan gebeuren en dat deze manier al de beste resultaten heeft opgeleverd. Daarnaast blijken ook andere leden van de Friends of Sahrawi groep, zoals Spanje - traditioneel een bondgenoot van de Sahrawi's - , zich tegen het Amerikaanse voorstel te hebben gekant.

Mijn vragen aan de minister zijn:

1) Hoe evalueert de minister de verlenging van het MINURSO-mandaat? Geeft dit reden tot optimisme in vergelijking met de vorige jaren?

2) In hoeverre was het volgens de minister mogelijk om in het MINURSO-mandaat een volwaardig mensenrechtenmandaat te laten opnemen?

3) Was België betrokken bij het Amerikaanse initiatief en wat is volgens de minister de reden dat dit heeft gefaald?

4) Hoe schat de minister de effecten in van het conflict in Mali op de Sahrawi's, die op hun honger blijven zitten inzake het lang beloofde referendum over zelfbeschikking?

 
Réponse reçue le 10 octobre 2013 : Antwoord ontvangen op 10 oktober 2013 :

Mes services ont suivi avec attention les débats en avril dernier au sein du Conseil de Sécurité concernant la prolongation d’une année du mandat MINURSO.  

La question de l’élargissement du mandat MINSURSO à la protection des droits de l’Homme revient systématiquement depuis 2010 lors des débats annuels. Les résolutions approuvées en 2010, 2011 et 2012 soulignaient déjà l’importance de la protection et la promotion des droits de l’Homme dans le Sahara de l’Ouest et appelaient à la mise en œuvre de mesures crédibles et indépendantes visant à garantir le respect des droits de l’Homme.  

Cette année, les États-Unis ont été plus loin en essayant, dans une proposition de résolution soumise au Groupe des amis du Secrétaire Général des Nations unies pour le Sahara de l’Ouest, d’étendre le mandat MINSURSO par un réel mécanisme de supervision indépendant pour les droits de l’Homme. Cette initiative américaine a rencontré l’opposition du Maroc, qui siège actuellement dans le Conseil de Sécurité.  

La Belgique, qui ne siège pas actuellement dans le Conseil de sécurité, ne prend pas part aux débats. Pourtant, la Belgique estime qu’il est important qu’il soit tenu compte de la dimension humaine du conflit et que la situation des droits de l‘Homme sur le territoire du Sahara de l’Ouest fasse l’objet d’un contrôle transparent, libre et indépendant. Comme je l’avais déjà indiqué dans les réponses à vos questions précédentes, un certain nombre de mécanismes de l’Organisation des Nations unies (ONU) prévoient ce genre de contrôle.  

Pour finir, je suis effectivement d’avis qu’au vu de l’instabilité régionale actuelle suite au conflit au Mali et en raison de la porosité des frontières dans le territoire du Sahara, qu’une solution urgente doit être trouvée pour ce conflit qui est non seulement un vivier de tensions régionales mais qui fait également barrage au développement et au renforcement de la coopération magrébine.  

Dans ce cadre, la Belgique continue à soutenir les efforts du secrétaire général et de l’Envoyé Spécial afin d’aider les parties à trouver une solution durable et mutuellement acceptable, qui respecte le principe d’autodétermination de la population du Sahara de l’Ouest.

Mijn diensten hebben aandachtig de debatten gevolgd over de verlenging met een jaar van het MINURSO-mandaat, die in april jongstleden binnen de Veiligheidsraad werden gevoerd.  

De kwestie van de uitbreiding van het MINURSO-mandaat tot de bescherming van de mensenrechten komt sinds 2010 telkens weer ter sprake tijdens deze jaarlijkse debatten. De resoluties die werden goedgekeurd in 2010, 2011 en 2012 onderstreepten reeds het belang van de bescherming en de bevordering van de mensenrechten in de Westelijke Sahara en riepen op tot de invoering van geloofwaardige en onafhankelijke maatregelen om de eerbiediging van de mensenrechten te garanderen.

Dit jaar gingen de Verenigde Staten een stap verder omdat ze in het voorstel van resolutie dat ze aan de Groep vrienden van de SG van de Verenigde Naties (VN) voor de Westelijke Sahara voorlegden, het MINURSO-mandaat probeerden uit te breiden met een onafhankelijk toezichtsmechanisme voor de mensenrechten. Dit Amerikaanse initiatief stuitte evenwel op het verzet van Marokko, dat momenteel in de Veiligheidsraad zetelt.  

België, dat momenteel niet in de Veiligheidsraad zetelt, neemt niet deel aan de debatten. Toch acht België het van groot belang dat de humane dimensie van het conflict wordt meegewogen en dat de mensenrechtensituatie op het grondgebied van de Westelijke Sahara op transparante, vrije en onafhankelijke wijze kan worden gecontroleerd. Zoals ik reeds in de antwoorden op uw vorige vragen ter zake had aangegeven, voorzien een aantal VN-mechanismen in dit soort controle.  

Tot slot ben ik inderdaad van mening dat gezien de huidige regionale instabiliteit ingevolge het conflict in Mali en ingevolge de poreusheid van de grenzen in het Saharagebied, er dringend een oplossing moet worden gevonden voor dit conflict dat niet alleen een haard van regionale spanningen is maar dat eveneens in de weg staat aan de ontwikkeling en aan de versterking van de Maghrebijnse samenwerking.  

In het kader hiervan blijft België de inspanningen van de secretaris-generaal en zijn persoonlijke gezant steunen om de partijen een duurzame en wederzijds aanvaardbare oplossing te helpen vinden, die het beginsel van het zelfbeschikkingsrecht van de bevolking van de Westelijke Sahara respecteert.