SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2012-2013 Zitting 2012-2013
________________
26 juin 2013 26 juni 2013
________________
Question écrite n° 5-9418 Schriftelijke vraag nr. 5-9418

de Bert Anciaux (sp.a)

van Bert Anciaux (sp.a)

à la ministre des Classes moyennes, des PME, des Indépendants et de l'Agriculture

aan de minister van Middenstand, KMO's, Zelfstandigen en Landbouw
________________
Horeca - Disparitions de cafés - Interdiction de fumer - Autres causes Horeca - Verdwijnen van cafés - Rookverbod - Andere oorzaken 
________________
industrie de la restauration
tabac
tabagisme
cessation d'activité
faillite
cotisation sociale
travail occasionnel
horecabedrijf
tabak
nicotineverslaving
opheffing van de zaak
faillissement
sociale bijdrage
incidenteel werk
________ ________
26/6/2013Verzending vraag
18/7/2013Antwoord
26/6/2013Verzending vraag
18/7/2013Antwoord
________ ________
Question n° 5-9418 du 26 juin 2013 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-9418 d.d. 26 juni 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Le Syndicat neutre pour indépendants (SNI) constate que depuis le 1er juillet 2011, date de l'entrée en vigueur de l'interdiction de fumer dans l'horeca, le nombre net de cafés ayant disparu en Belgique est de 3 014. Il s'agit d'un comptage comparatif effectué sur une période de deux ans. Au cours de cette période, le nombre de faillites et de cessations aurait crû de 34 % et celui des nouvelles ouvertures de cafés aurait diminué de 22 %. Le SNI n'hésite pas à établir un lien de causalité entre cette évolution et l'interdiction de fumer.

Ces chiffres paraissent certes impressionnants et prouvent que le secteur des cafés traverse une phase de turbulence. Il est incontestable que l'interdiction de fumer y joue un rôle mais le lien direct de causalité établi par le SNI nécessite à tout le moins de plus amples explications.

1) La ministre peut-elle confirmer les chiffres impressionnants de la diminution du nombre net de cafés de 3 014 unités, la hausse du nombre de faillites et cessations de 34 % et la réduction du nombre de nouvelles ouvertures de cafés de 22 % ? Les chiffres sont-ils réellement aussi impressionnants qu'il y paraît ? Le SNI établit un lien de causalité entre ce déclin et la seule instauration de l'interdiction de fumer dans l'horeca. Cette déduction est-elle exacte et la ministre peut-elle confirmer que cette évolution négative du nombre de cafés est pour l'essentiel due à cette interdiction de fumer ? Ou bien d'autres causes de nature socioculturelle, démographique, socioéconomique ou sociogéographique, par exemple, jouent-elles un grand rôle ? La ministre dispose-t-elle d'autres rapports ou résultats d'études à ce sujet ?

2) S'est-elle déjà concertée à ce sujet avec sa collègue de la Santé publique, par exemple pour montrer qu'il serait excessif, voire erroné, d'incriminer l'interdiction de fumer ?

3) Envisage-t-elle de prendre des mesures particulières de promotion des cafés ou bien laissera-t-elle le marché libre jouer sans contrainte et sans cadrage ?

 

Het Neutraal Syndicaat voor Zelfstandigen (NSZ) stelt vast dat er sinds 1 juli 2011, bij de ingang van het rookverbod in de horeca, in België netto 3 014 cafés verdwenen. Het betreft een vergelijkende telling over een periode van twee jaar. Daarbij zou het aantal faillissementen en stopzettingen in die periode met 34% zijn gestegen en het aantal nieuw geopende cafés met 22 % zijn gedaald. Het NSZ schroomt zich niet om deze evolutie rechtstreeks causaal te verbinden aan het rookverbod.

Deze cijfers klinken uiteraard indrukwekkend en bewijzen dat de cafésector zich in een turbulente fase bevindt. Ongetwijfeld speelt het rookverbod hier een rol, maar de directe causaliteit die door het NSZ wordt gelegd, vraagt minstens om meer uitleg.

1) Kan de geachte minister de indrukwekkende cijfers van een achteruitgang van het netto aantal cafés met 3 014 eenheden, de stijging van het aantal faillissementen en stopzittingen met34 % en de daling van het aantal nieuw geopende cafés met 22% bevestigen? Zijn deze cijfers inderdaad zo indrukwekkend als ze klinken? Het NSZ koppelt deze achteruitgang causaal volledig aan de invoering van het rookverbod in de horeca. Is deze gevolgtrekking juist en kan de minister beamen dat de negatieve evolutie van het aantal cafés oorzakelijk in overgrote mate aan dit rookverbod is gekoppeld? Of zijn er andere redenen van bijvoorbeeld socioculturele, demografische, sociaaleconomische of sociaalgeografische aard die hier een grote rol spelen? Beschikt de geachte minister hieromtrent over andere onderzoeksrapporten of -resultaten?

2) Pleegde zij in dit verband al overleg met haar collega van Volksgezondheid, bijvoorbeeld om een eventuele foute of overdreven causaliteit met het rookverbod bekend te maken?

3) Overweegt zij bijzondere maatregelen aangaande een promotiebeleid voor cafés of zal de vrije markt hier ongedwongen en ongestuurd zijn weg gaan?

 
Réponse reçue le 18 juillet 2013 : Antwoord ontvangen op 18 juli 2013 :

1. Depuis le 1er juillet 2009, le nombre de faillites et de cessations d’activité a augmenté de 34 % tandis que la création de sociétés dans ce secteur a chuté de 22 %. L’interdiction de fumer dans les établissements Horeca a sans doute constitué une difficulté supplémentaire pour les cafés. Toutefois, d’autres éléments doivent être pris en compte. Ainsi, la crise économique conduit les clients à consommer davantage dans des lieux privés. D’autre part, le coût du travail dans ce secteur à forte intensité de main-d’œuvre et à faible valeur ajoutée constitue également une difficulté.

2. Non.

3. S’agissant du soutien au secteur, diverses mesures sont adoptées au sein du Gouvernement pour soutenir l’emploi dans le secteur et la survie des cafés. Ainsi, le gel des augmentations salariales, la révision de l’indexation automatique, des réductions de charges d’un montant de 400 millions d’euros annuels sont de nature à réduire le coût du travail. Le secteur Horeca bénéficie également de la révision favorable de la législation relative à l’occupation de travailleurs étudiants.

Le secteur bénéfice par ailleurs des réductions drastiques de charges sur les trois premiers emplois créés.

Enfin, le gouvernement a décidé spécifiquement pour ce secteur d’octroyer des réductions de charges sur les membres du personnel fixe et les travailleurs occasionnels. Ainsi, s’agissant des travailleurs occasionnels, un coût forfaitaire de 7,5 euros de l’heure et de 45 euros par jour entrera en application au 1er octobre 2013. S’agissant, d’autre part, des réductions forfaitaires, les employeurs du secteur bénéficieront d’une réduction de 500 euros par trimestre ou 800 euros par trimestre lorsque les travailleurs ont moins de 26 ans. Ces réductions sont applicables à maximum cinq travailleurs à temps plein. Elles seront accessibles aux employeurs qui occupent maximum vingt travailleurs et qui utiliseront la caisse enregistreuse.

1. Sinds 1 juli 2009 is het aantal faillissementen en stopzettingen van activiteit toegenomen met 34 %, terwijl de oprichting van ondernemingen in deze sector met 22 % is gedaald. Het rookverbod in de horecazaken heeft ongetwijfeld voor een extra moeilijkheid gezorgd voor de cafés. Er moet echter rekening worden gehouden met andere elementen. Zo heeft de economische crisis ervoor gezorgd dat klanten meer op private plaatsen gaan consumeren. Anderzijds vormt de arbeidskost in deze sector met veel handenarbeid en weinig toegevoegde waarde ook een moeilijkheid.

2. Neen.

3. Wat de steun aan de sector betreft, worden verschillende maatregelen goedgekeurd in de schoot van de regering om de tewerkstelling in de sector en het overleven van cafés te steunen. De bevriezing van loonsverhogingen, de herziening van de automatische indexering en de vermindering van de lasten met een bedrag van 400 miljoen euro per jaar, zorgen ervoor dat de arbeidskosten dalen. De horecasector heeft ook een gunstige herziening genoten van de wetgeving betreffende de tewerkstelling van jobstudenten.

De sector heeft bovendien drastische verminderingen genoten van de lasten op de eerste drie gecreëerde arbeidsplaatsen.

Tot slot heeft de regering specifiek voor deze sector beslist lastenverminderingen toe te staan voor vaste personeelsleden en occasionele werknemers. Voor occasionele werknemers zal er op die manier een forfaitaire kost van 7,5 euro per uur en 45 euro per dag in werking treden op 1 oktober 2013. Wat de forfaitaire verminderingen betreft, zullen de werkgevers in de sector een vermindering genieten van 500 euro per kwartaal of 800 euro per kwartaal als de werknemers jonger dan 26 jaar zijn. Deze verminderingen zijn van toepassing op maximaal vijf voltijdse werknemers. Zij zullen toegankelijk zijn voor de werknemers die maximaal twintig werknemers tewerkstellen en die de geregistreerde kassa zullen gebruiken.