SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2012-2013 Zitting 2012-2013
________________
5 juin 2013 5 juni 2013
________________
Question écrite n° 5-9184 Schriftelijke vraag nr. 5-9184

de Bert Anciaux (sp.a)

van Bert Anciaux (sp.a)

à la vice-première ministre et ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des Chances

aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen
________________
La recommandation du Médiateur fédéral relative à la carte d'identité des personnes âgées de plus de 75 ans De aanbeveling van de Federale Ombudsman inzake de identiteitskaart voor 75-plussers 
________________
document d'identité
personne âgée
identiteitsbewijs
bejaarde
________ ________
5/6/2013Verzending vraag
10/10/2013Antwoord
5/6/2013Verzending vraag
10/10/2013Antwoord
________ ________
Requalification de : demande d'explications 5-3480 Requalification de : demande d'explications 5-3480
________ ________
Question n° 5-9184 du 5 juin 2013 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-9184 d.d. 5 juni 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Le rapport annuel du Médiateur fédéral offre un éventail plus que pertinent de faiblesses et de défauts de nos services publics fédéraux. Basé sur la réalité parfois tragique, ce rapport annuel non seulement rassemble des témoignages mais formule aussi des recommandations ciblées.

Une de ces recommandations, qui figure à la page 96 du rapport, s'adresse très spécifiquement au SPF Intérieur et porte sur l'obligation de remplacer régulièrement sa carte d'identité. Cette obligation vaut aussi pour les personnes de plus de 75 ans. Avant l'introduction de la carte d'identité électronique, les plus de 75 ans étaient dispensés de l'obligation de renouvellement régulier de la carte. Aujourd'hui encore, la loi offre la possibilité d'allonger par arrêté royal la durée de validité de la carte d'identité pour certaines catégories d'âge. Jusqu'à présent, on n'a cependant pas encore fait usage de cette possibilité.

Le Médiateur fait référence à une déclaration de la ministre qui fait état de problèmes techniques.

La ministre trouve-t-elle intéressante la proposition, formulée par le Médiateur fédéral, de ne plus limiter dans le temps la durée de validité de la carte d'identité pour les personnes de plus de 75 ans ? Quelles réticences la ministre a-t-elle à prendre cette décision par arrêté royal ? Comment la ministre compte-t-elle néanmoins prendre cette mesure souhaitée par tous ? Quand pourra-t-elle annoncer aux personnes de plus de 75 ans, de plus en plus nombreuses, qu'elles sont libérées de l'obligation assez insensée et pour certains coûteuse de renouveler leur carte d'identité tous les cinq ans ?

 

Het jaarverslag van de Federale Ombudsman biedt een meer dan relevante staalkaart van de zwaktes en euvels in onze federale overheidsdiensten. Gebaseerd op de soms tragische realiteit, verzamelt dit jaarverslag niet alleen getuigenissen, maar formuleert ook gerichte aanbevelingen.

Een aanbeveling, p. 96, richt zich heel specifiek naar de FOD Binnenlandse Zaken en heeft betrekking op de verplichting om de identiteitskaart regelmatig te vervangen. Deze plicht geldt momenteel ook voor 75-plussers. Alvorens de elektronische ID-kaart werd geïntroduceerd, waren 75-plussers vrijgesteld van de verplichting tot regelmatige vernieuwing. Ook nu voorziet de wet de mogelijkheid om met een koninklijk besluit voor bepaalde leeftijdscategorieën een langere geldigheidsduur van de ID-kaart te voorzien. Maar hierin werd tot op heden niet voorzien.

De ombudsman verwijst naar een uitspraak van de minister, waaruit blijkt dat er hieromtrent technische problemen bestaan.

Vindt de minister het een goed voorstel, zoals ook de ombudsman adviseert, om de geldigheidsduur van de ID-kaart voor 75-plussers een in tijd onbestemde limiet te geven? Welke drempels weerhouden de minister ervan deze beslissing met een koninklijk besluit te nemen? Op welke wijze zal de minister toch tot deze algemeen gewenste maatregel overgaan? Wanneer zal de minister de steeds meer 75-plussers kunnen melden dat ze verlost zijn van de wat onzinnige en voor sommigen ook dure verplichting om hun ID-kaart elke vijf jaar te vernieuwen?

 
Réponse reçue le 10 octobre 2013 : Antwoord ontvangen op 10 oktober 2013 :

L’honorable membre trouvera ci-après la réponse à sa question.

Je tiens à attirer l'attention de l'honorable membre sur le fait qu'un projet d'arrêté royal a déjà été préparé. Celui-ci porte, d'une part, exécution de la modification législative du 9 janvier 2012 prolongeant la durée de validité de la carte d'identité à dix ans et prévoit, d'autre part, une durée de validité de trente ans pour les cartes d'identité délivrées aux citoyens de septante-cinq ans et plus et une durée de validité de six ans pour les cartes d'identité délivrées aux enfants de moins de douze ans. En raison de la complexité technique de ce projet, sa réalisation nécessite un certain temps. On considère que cet arrêté royal entrera en vigueur début 2014.

Pour être plus concret:

  • La prolongation généralisée de la durée de validité de la carte d'identité de cinq ans à dix ans exige de relever le niveau de sécurité de la partie électronique de la carte. Une nouvelle puce est donc nécessaire ainsi qu'un nouvel applet supportant les exigences de sécurité (longueurs de clé plus grandes, …). Afin de garantir cette sécurité dans les autres pays européens, la combinaison de la nouvelle puce et du nouvel applet doit subir une certification au niveau EAL4+, certification qui doit être réalisée par un laboratoire spécialisé et dure six à neuf mois.

  • La prolongation de la durée de validité de la carte d'identité pour les septante-cinq ans et plus requiert, en outre, des développements de sécurité supplémentaires en ce qui concerne la nouvelle combinaison de la puce et de l'applet et ce, afin de pouvoir renouveler ceux-ci à trois reprises.

  • Par ailleurs, la gestion des certificats doit être adaptée afin de permettre le traitement de longueurs de clé plus grandes.

La proposition de donner une durée de validité indéterminée à la carte d'identité pour les septante-cinq ans et plus est contraire à la résolution 77/26 du 28 septembre 1977 du Comité des ministres du Conseil de l'Europe, relative à l'établissement et à l'harmonisation des cartes d'identité nationales, qui prescrit la mention d'une date d'expiration sur la carte d'identité. Les expériences du passé ont, en outre, montré que plusieurs citoyens de septante-cinq ans et plus en possession d'une carte d'identité sans date d'expiration rencontraient des problèmes lorsqu'ils voyageaient à l'étranger. C'est pourquoi, en ce qui concerne les septante-cinq ans et plus, il a été opté pour une carte d'identité avec une date de validité déterminée, bien que très vaste, de trente ans.

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op haar vragen.

Ik wil er het geachte lid, de aandacht op vestigen dat reeds een ontwerp van koninklijk besluit werd voorbereid dat, enerzijds, uitvoering verleent aan de wetswijziging van 9 januari 2012 waarbij de algemene geldigheidsduur van de identiteitskaart werd verlengd tot tien jaar en dat, anderzijds voorziet in een geldigheidsduur van dertig jaar voor de identiteitskaarten uitgereikt aan burgers van 75 jaar en ouder en een geldigheidsduur van zes jaar voor de identiteitskaarten uitgereikt aan Belgische kinderen die de volle leeftijd hebben van twaalf jaar. Omwille van de technische complexiteit van dit project, vergt de realisatie van dit project enige tijd. Er wordt ervan uitgegaan dat dit koninklijk besluit in werking zal treden begin 2014.

Om meer concreet te zijn:

  • De algemene verlenging van de geldigheidsduur van de identiteitskaart van vijf jaar naar tien jaar vereist het opdrijven van de veiligheid van het elektronisch gedeelte van de kaart. Er is dus een nieuwe chip nodig en een nieuwe applet om de veiligheidseisen te ondersteunen (langere sleutellengtes, …). Om dit te garanderen naar andere Europese landen, dient de combinatie van nieuwe chip met nieuwe applet een certificatie te ondergaan op EAL4+ niveau, wat dient te worden uitgevoerd door een gespecialiseerd laboratorium en zes à negen maanden tijd in beslag neemt.

  • De verlenging van de geldigheidsduur van de identiteitskaart voor vijfenzeventig-plussers eist bovendien nog extra beveiligingsontwikkelingen met betrekking tot de nieuwe combinatie van chip en applet, dit om toe te laten deze driemaal te kunnen vernieuwen.

  • Daarenboven dient het certificatenbeheer te worden aangepast om langere sleutellengtes te kunnen verwerken.

Het voorstel om de identiteitskaart voor vijfenzeventig-plussers een onbepaalde geldigheidsduur te geven, is in strijd met de resolutie 77/26 van 28 september 1977 van het Comité van ministers van de Raad van Europa betreffende de opmaak en de harmonisatie van de nationale identiteitskaarten, dat een vermelding van een vervaldatum op de identiteitskaart voorschrijft. Uit ervaringen in het verleden bleek bovendien dat verschillende vijfenzeventig-plussers in het bezit van een identiteitskaart zonder vermelding van een vervaldatum problemen ondervonden wanneer ze naar het buitenland reisden. Daarom werd voor vijfenzeventig-plussers geopteerd voor een identiteitskaart met een bepaalde, doch zeer ruime geldigheidsduur van dertig jaar.