SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2012-2013 Zitting 2012-2013
________________
13 mai 2013 13 mei 2013
________________
Question écrite n° 5-9018 Schriftelijke vraag nr. 5-9018

de Karl Vanlouwe (N-VA)

van Karl Vanlouwe (N-VA)

à la ministre de la Justice

aan de minister van Justitie
________________
Le fondamentalisme dans les prisons Het fundamentalisme in de gevangenissen 
________________
établissement pénitentiaire
détenu
intégrisme religieux
régime pénitentiaire
terrorisme
strafgevangenis
gedetineerde
religieus conservatisme
strafstelsel
terrorisme
________ ________
13/5/2013Verzending vraag
18/6/2013Antwoord
13/5/2013Verzending vraag
18/6/2013Antwoord
________ ________
Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-3458 Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-3458
________ ________
Question n° 5-9018 du 13 mai 2013 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-9018 d.d. 13 mei 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Dans le cadre de la lutte contre le terrorisme, de nombreux fondamentalistes ont été condamnés à des peines d'emprisonnement ces dernières années.

Ils sont généralement incarcérés dans des prisons ordinaires où il arrive qu'ils poursuivent leur prêche fondamentaliste parmi leurs codétenus et parviennent à les rallier à leurs idéologies.

Par le passé, on a déjà plaidé pour la création d'un régime carcéral distinct pour les fondamentalistes musulmans.

D'où mes questions :

1) Les prisons belges appliquent-elles un régime spécial pour ces prisonniers ? Quelles formes de soutien organise-t-on pour prendre en charge les fondamentalistes dans les prisons ?

2) Comment éviter qu'ils ne s'adonnent au prosélytisme ? Des incidents se sont-ils déjà produits sur ce plan ?

3) Quelles est la nationalité de ces prisonniers ? Des démarches sont-elles entreprises en vue de leur retirer la nationalité belge ?

 

In het kader van de strijd tegen het terrorisme werden de laatste jaren vele fundamentalisten veroordeeld tot gevangenisstraffen.

Meestal worden zij opgesloten in normale gevangenissen, waar het mogelijk is dat zij hun fundamentalistisch discours voortzetten onder de medegevangenen en in staat zijn hen te overtuigen van hun ideologieën.

In het verleden werd reeds gepleit voor een apart gevangenisregime voor moslimfundamentalisten.

Mijn vragen zijn:

1) Beschikken de Belgische gevangenissen over een speciaal regime om die gevangenen te behandelen? Welke vormen van ondersteuning worden er georganiseerd om de fundamentalistische elementen in gevangenissen op te vangen?

2) Hoe wordt vermeden dat zij zich niet aan bekeringsdrang schuldig maken? Zijn er reeds incidenten op dat vlak geweest?

3) Welke nationaliteit bezitten die gevangenen? Worden er stappen ondernomen om hen de Belgische nationaliteit te ontnemen?

 
Réponse reçue le 18 juin 2013 : Antwoord ontvangen op 18 juni 2013 :

En Belgique, la situation par rapport à ce phénomène est comparable avec celle que connaissent les pays voisins. La population carcérale demeure en effet un groupe à risque qui doit continuer à bénéficier d’attention et de suivi. Ces dernières années, en raison notamment de diverses actions judiciaires, le nombre de détenus pour des faits liés au terrorisme a augmenté, ce qui requiert une attention particulière de notre part, vu le statut dont ces détenus jouissent auprès d’une partie des jeunes détenus.

Outre des initiatives opérationnelles dans les prisons mêmes, limitant les contacts d’éventuels recruteurs avec d’autres détenus, un protocole de coopération a été conclu entre la Sûreté de l'État et la direction générale EPI, dont l’objectif principal est de faciliter l’échange d’informations dans les deux sens. La Sûreté de l'État est également active au sein du Plan R, où une concertation est menée avec les différents partenaires sur ce phénomène. Le plan R ou plan Radicalisme, coordonné par l'Organe de Coordination pour l' Analyse de la Menace (OCAM), a été approuvé par le Comité ministériel du renseignement et de la sécurité (CMRS).

Le processus a déjà été amorcé en 2007 avec la formation et la sensibilisation du personnel pénitentiaire à la problématique de la radicalisation en prison.

Ce sujet est également au centre d'une concertation permanente avec les partenaires européens (services de renseignement et autres) afin de tirer des enseignements des initiatives de chacun en la matière.

Il convient également de nuancer : dans ses rapports annuels de 2010 et de 2011, la Sûreté de l'État a fait observer qu'aucun problème notable de radicalisation n'était à signaler au sein des prisons belges, hormis quelques exceptions individuelles.

La situation est donc suivie avec l'attention nécessaire par l'ensemble des intéressés.

Wat België betreft, is de situatie als fenomeen vergelijkbaar met die in de ons omringende landen. De gevangenispopulatie blijft immers een risicogroep die verdere aandacht en opvolging verdient. Het aantal gedetineerden voor aan terrorisme gelinkte feiten is de jongste jaren -mede door diverse gerechtelijke acties- toegenomen, en verdient onze bijzondere aandacht, gezien hun status bij een deel van de jonge gedetineerden.

Naast operationele initiatieven in de gevangenissen zelf, die de contacten van eventuele rekruteerders met andere gedetineerden beperken, is er een samenwerkingsprotocol opgesteld tussen de Veiligheid van de Staat en het directoraat-generaal EPI, met als voornaamste bedoeling de uitwisseling van informatie in beide richtingen te vergemakkelijken. De Veiligheid van de Staat is ook actief binnen het Plan R, waar met de diverse partners overlegd wordt over dit fenomeen. Het Plan R is het plan Radicalisme dat gecoördineerd wordt door het Orgaan voor de Coördinatie en de Analyse van de Dreiging (OCAD) en goedgekeurd werd door het ministerieel Comité Inlichtingen en Veiligheid (MCIV).

Met de opleiding en sensibilisering van het gevangenispersoneel rond de problematiek van radicalisering in de gevangenis werd reeds in 2007 een aanvang genomen.

Er is rond dit onderwerp ook blijvend overleg met de Europese partners (inlichtingen- en andere diensten) om te leren van elkaars initiatieven op dit vlak.

Men moet ook nuanceren: in haar jaarverslagen van 2010 en 2011 heeft de Veiligheid van de Staat opgemerkt dat er geen noemenswaardige problemen zijn van radicalisering in de Belgische gevangenissen, op een paar individuele uitzonderingen na.

De situatie wordt dus met de nodige aandacht opgevolgd door alle betrokkenen.