SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2012-2013 Zitting 2012-2013
________________
13 mai 2013 13 mei 2013
________________
Question écrite n° 5-9011 Schriftelijke vraag nr. 5-9011

de Bert Anciaux (sp.a)

van Bert Anciaux (sp.a)

à la ministre de la Justice

aan de minister van Justitie
________________
La composition et le fonctionnement de la Commission des jeux de hasard De samenstelling en de werking van de Kansspelcommissie 
________________
jeu de hasard
addiction au jeu
kansspel
spelverslaving
________ ________
13/5/2013Verzending vraag
18/6/2013Antwoord
13/5/2013Verzending vraag
18/6/2013Antwoord
________ ________
Requalification de : demande d'explications 5-3325 Requalification de : demande d'explications 5-3325
________ ________
Question n° 5-9011 du 13 mai 2013 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-9011 d.d. 13 mei 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Un des objectifs fondamentaux de la Commission des jeux de hasard, créée en 1999, est la protection de la personne pratiquant les jeux de hasard, en particulier le joueur ou le parieur. La Commission a par conséquent la difficile tâche de louvoyer entre, d'une part, la menace inhérente que représente chaque possibilité de parier et, d'autre part, la faculté humaine manifestement généralisée de jouer et plus précisément de parier. Il est dès lors d'un intérêt crucial de donner à la Commission une composition aussi équilibrée que possible. Différents aspects tant économiques et juridiques que psychologiques et sociologiques doivent entrer en ligne de compte à cet égard. La Commission se compose actuellement de représentants des ministres des Finances, de l'Économie, de la Santé publique, de la Justice, de l'Intérieur, du Budget et des Entreprises publiques. Cette énumération illustre l'ampleur de la problématique car presque chaque département crucial a manifestement un rôle à y jouer.

Des observations critiques peuvent cependant être faites. La Commission semble ainsi limitée aux acteurs publics, fonctionnaires ou membres des cabinets, du niveau fédéral. Seul le président doit être un magistrat. En outre, la composition n'apprend rien notamment au sujet des compétences et de l'expérience des membres. Sont-ils juristes, économistes, pédagogues, pharmaciens ou spécialistes des sciences administratives? Je veux ainsi montrer sans ambages que le fait d'être mandaté par un ministre ne confère aucune garantie ferme quant à une compétence spécifique dans les jeux de hasard et tous les aspects sociaux qui y sont liés.

Plus encore que le lieu de travail ou la fonction, souvent fortuits, des membres de la commission, leur formation et leur expérience notamment jouent un rôle important. En outre, l'aspect de la prévention brille par son absence. C'est peut-être compréhensible car la prévention relève des compétences des communautés. Je veux aussi souligner que les autorités fédérales engrangent de belles recettes grâce à toutes sortes de jeux de hasard dont, non des moindres, celles de la Loterie nationale. Ce sont toutefois uniquement les pouvoirs publics qui en profitent, qui exercent le contrôle et qui définissent la politique en question.

J'ai déjà précédemment confronté la ministre et ses collègues aux conséquences destructrices de la dépendance au jeu. J'ai alors également insisté sur l'importance de la problématique: plusieurs milliers de personnes dépendantes au jeu et leurs familles sont concernées.

Comment la ministre évalue-t-elle la composition actuelle de la Commission des jeux de hasard? Est-elle d'accord pour dire qu'une composition établie uniquement sur la base d'une représentation des ministres et ministères concernés présente des garanties largement insuffisantes pour la nécessaire présence des diverses compétences? Selon la ministre, y a-t-il, dans la commission actuelle, une diversité suffisante des compétences académiques tant liées aux sciences humaines que sociologiques, socioéducatives et pédagogiques? La ministre peut-elle affirmer avec vigueur, sur la base de la composition actuelle, que la problématique complexe mais extrêmement importante de la dépendance au jeu est appréhendée avec l'expérience et les compétences nécessaires et est suffisamment prise en compte dans le travail de la Commission des jeux de hasard? La ministre ne trouve-t-elle pas que doivent siéger à la Commission non seulement des représentants des pouvoirs publics mais aussi des experts dans le domaine de la dépendance au jeu? Outre des universitaires et des experts de terrain supplémentaires, des représentants des personnes ayant été dépendantes au jeu ne doivent-ils pas eux aussi recevoir l'opportunité de donner de manière structurelle leur avis sur la politique relative aux jeux de hasard?

Comment réagit la ministre au constat selon lequel la Commission des jeux de hasard ne se compose actuellement que de représentants du niveau fédéral, niveau qui tire l'avantage financier le plus important des recettes du secteur des jeux de hasard et peut ainsi être tout au moins soupçonné de partialité?

La ministre confirme-t-elle que n'est présent au sein de la Commission des jeux de hasard actuelle aucun représentant direct du secteur de la prévention, des communautés qui sont explicitement compétentes pour la prévention ou du secteur de l'aide aux personnes dépendantes au jeu, à leur famille et à leur entourage immédiat?

 

De Kansspelcommissie, opgericht in 1999, heeft als een van de cruciale doelstellingen de bescherming van de beoefenaar van gokspelen, in het bijzonder de speler of de gokker. Bijgevolg heeft de commissie de moeilijke taak te laveren tussen enerzijds de inherente bedreiging van elke mogelijkheid tot gokken en anderzijds de blijkbaar algemeen menselijke eigenschap om te spelen en meer bepaald te gokken. Het is daarom van cruciaal belang de commissie een zo optimaal mogelijk uitgebalanceerde samenstelling te geven. Daarbij moeten de verschillende aspecten, zowel de economische, juridische als de psychologische en sociologische aan bod komen. Momenteel bestaat de commissie uit vertegenwoordigers van de minister van Financiën, Economie, Volksgezondheid, Justitie, Binnenlandse Zaken, Begroting en Overheidsbedrijven. Die opsomming illustreert meteen de breedte van de problematiek, want blijkbaar heeft zowat elk cruciaal overheidsdepartement ermee te maken.

Toch kunnen er kritische kanttekeningen worden gemaakt. Zo blijkt de commissie beperkt tot overheidsactoren, ambtenaren of kabinetsleden, die van het federale niveau zijn. Enkel de voorzitter moet een magistraat zijn. Verder zegt de samenstelling niets over de competenties, ervaringen enzovoort, van de leden. Zijn het juristen, economisten, pedagogen, apothekers of bestuurswetenschappers? Ik wil daarmee ronduit stellen dat het feit om te worden afgevaardigd door een minister geen sluitende waarborg geeft over een specifieke competentie inzake kansspelen en alle maatschappelijke aspecten die daarmee verbonden zijn.

Meer nog dan de vaak toevallige werkplaats of functie van de commissieleden, speelt hun opleiding, hun ervaring enzovoort, een rol. Daarnaast schittert ook het aspect preventie door afwezigheid. Dat is wellicht begrijpelijk, want preventie behoort tot de gemeenschapsbevoegdheden. Ik wil ook aanstippen dat de federale overheid mooie inkomsten realiseert via allerlei kansspelen, niet in het minst door de opbrengsten van de Nationale Loterij. Toch is het enkel de overheid die er wel bij vaart, die de controle uitoefent en het beleid in kwestie uitstippelt.

Al eerder confronteerde ik de minister en haar collegae met de verwoestende gevolgen van gokverslaving. Daarbij beklemtoonde ik eveneens de relevantie van de problematiek: vele duizenden mensen die gokverslaafd zijn en hun families zijn betrokken.

Hoe evalueert de minister de huidige samenstelling van de Kansspelcommissie? Beaamt de minister dat een samenstelling zuiver op basis van vertegenwoordigingen van betrokken ministers en ministeries ruim onvoldoende waarborgen inhoudt voor de noodzakelijke aanwezigheid van diverse competenties? Is er in de huidige commissie volgens de minister voldoende diversiteit qua academische competenties, ook uit de menswetenschappelijke richtingen zoals sociologie, agogiek en pedagogiek? Kan de minister op basis van de huidige samenstelling met stelligheid beweren dat de complexe maar uiterst relevante problematiek van de gokverslaving met de noodzakelijke ervaring en competenties wordt benaderd en voldoende doorweegt in de werking van de Kansspelcommissie? Vindt de minister het niet noodzakelijk dat niet alleen vertegenwoordigers van de overheid maar ook experts op het vlak van gokverslaving een plaats moeten krijgen? Moeten naast extra academici en veldwerkexperts ook de vertegenwoordigers van de ex-gokverslaafden de kans krijgen om op structurele wijze het beleid inzake kansspelen te adviseren?

Hoe reageert de minister op de vaststelling dat de Kansspelcommissie momenteel enkel bestaat uit vertegenwoordigers van het federale niveau, het niveau dat meteen het meest financieel voordeel put uit de opbrengsten van de kansspelensector en daardoor minstens een vermoeden van partijdigheid in zich draagt?

Bevestigt de minister dat in de huidige Kansspelcommissie geen expliciete vertegenwoordiging van de preventiesector aanwezig is, noch van de gemeenschappen die preventie als expliciete beleidsbevoegdheid dragen… en evenmin van de hulpverlening aan gokverslaafden en hun familie en naaste omgeving?

 
Réponse reçue le 18 juin 2013 : Antwoord ontvangen op 18 juni 2013 :

La problématique des jeux de hasard présente effectivement différents angles d'approche. C'est dès lors la raison pour laquelle la Commission des jeux de hasard est composée de représentants de différents ministres. Sa composition a été renouvelée en janvier 2013.

Les représentants de ces différents ministres doivent répondre aux conditions prévues à l'article 11 de la loi sur les jeux de hasard. Ces conditions prévoient notamment que les représentants doivent exercer depuis dix ans au moins une fonction académique, juridique, administrative, technique, économique ou sociale et donc provenir de différentes catégories professionnelles pertinentes de la société. Chaque ministre est libre de choisir ses représentants pour autant que ceux-ci répondent aux conditions énumérées dans la loi sur les jeux de hasard.

En outre, la Commission des jeux de hasard est assistée par un secrétariat composé de diverses cellules dont l'une est spécialisée dans la protection des joueurs. Cette cellule, conjointement avec le CAD-Limburg et Le Pélican, a récemment encore rendu opérationnel un site internet d'aide aux joueurs (http://www.aide-aux-joueurs.be/). Ces organisations informent également la Commission des jeux de hasard du quotidien du secteur de la prévention.

La Commission des jeux de hasard ou son secrétariat se réunit aussi régulièrement avec des représentants du secteur de la prévention afin d'examiner divers thèmes concernant la protection des joueurs. La Commission des jeux de hasard est pleinement consciente du fait que la protection des joueurs fait partie de ses missions.

Enfin, je fais encore remarquer que les jeux de hasard et plus particulièrement la protection des joueurs sont encore considérés comme une matière fédérale (arrêt de la cour constitutionnelle n° 114/2005 du 30 juin 2005), bien que la taxe perçue sur les jeux et paris soit une taxe régionale. Il convient également de mentionner que la Loterie Nationale ne relève que très partiellement de la compétence de la Commission des jeux de hasard, notamment en ce qui concerne les paris.

De Kansspelproblematiek heeft inderdaad diverse invalshoeken. Dit is dan ook de reden waarom de Kansspelcommissie is samengesteld uit vertegenwoordigers van diverse ministers. De samenstelling werd vernieuwd in januari 2013.

De vertegenwoordigers van deze verschillende ministers moeten beantwoorden aan de voorwaarden gesteld in het artikel 11 van de wet op de kansspelen. Onder deze voorwaarden is begrepen dat de vertegenwoordigers sedert ten minste tien jaar een academisch, juridisch, administratief, technisch, economisch of sociaal ambt uitoefenen en dus uit verschillende relevante professionele geledingen van de samenleving voortkomen. Iedere minister is vrij om zijn vertegenwoordigers uit te kiezen voor zover die beantwoorden aan de voorwaarden opgesomd in de Kansspelwet.

Bovendien wordt de Kansspelcommissie bijgestaan door een secretariaat dat bestaat uit diverse cellen waaronder een cel die gespecialiseerd is in de bescherming van de speler. Deze cel maakte recent nog, in samenwerking met de CAD-Limburg en Le Pélican, een zelfhulpgoksite (http://www.gokhulp.be/) operationeel. Deze organisaties brengen de Kansspelcommissie eveneens op de hoogte van het reilen en zeilen van de preventiesector.

Ook zijn er regelmatige bijeenkomsten van de Kansspelcommissie of haar secretariaat met vertegenwoordigers van de preventiesector om diverse thema’s met betrekking tot de bescherming van de spelers te bespreken. De Kansspelcommissie is zich terdege bewust van het feit dat de bescherming van de spelers onderdeel vormt van haar taken.

Ten slotte merk ik nog op dat kansspelen en meer bepaald de bescherming van de speler nog steeds wordt gezien als een federale materie (Grondwettelijk Hof arrest van 30 juni 2005 nr. 114/2005) hoewel de belasting op spelen en weddenschappen een gewestelijke belasting is. Ook dient vermeld te worden dat de Nationale Loterij slechts voor een klein deel valt onder de bevoegdheid van de Kansspelcommissie namelijk wat betreft de weddenschappen.