SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2012-2013 Zitting 2012-2013
________________
26 avril 2013 26 april 2013
________________
Question écrite n° 5-8876 Schriftelijke vraag nr. 5-8876

de Elke Sleurs (N-VA)

van Elke Sleurs (N-VA)

à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargée de Beliris et des Institutions culturelles fédérales

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen
________________
Statut palliatif - Pyramide des âges - Décès - Euthanasie Palliatief statuut - Leeftijdspiramide - Overlijdens - Euthanasie 
________________
soins palliatifs
répartition par âge
répartition par sexe
répartition géographique
euthanasie
statistique officielle
palliatieve zorg
leeftijdsverdeling
verdeling naar geslacht
geografische spreiding
euthanasie
officiële statistiek
________ ________
26/4/2013Verzending vraag
12/12/2013Herkwalificatie
17/1/2014Antwoord
26/4/2013Verzending vraag
12/12/2013Herkwalificatie
17/1/2014Antwoord
________ ________
Requalifiée en : demande d'explications 5-4492 Requalifiée en : demande d'explications 5-4492
________ ________
Question n° 5-8876 du 26 avril 2013 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-8876 d.d. 26 april 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Dans ma question écrite n° 5-4252 du 23 décembre 2011, qui constituait une réintroduction de la question n° 5-2745 du 14 juillet 2011, je demandais des chiffres récents au sujet du statut palliatif. Le 12 novembre 2012, elle m'a finalement communiqué les chiffres relatifs aux années 2006 à 2011. Nous sommes à présent au deuxième trimestre 2013; je suppose dès lors que vous disposez à présent aussi des chiffres de 2012.

Je souhaiterais obtenir une réponse aux questions suivantes :

1) Quelle est la pyramide des âges des personnes ayant un statut palliatif depuis 2011 ? Je souhaiterais obtenir une ventilation par an, par région et par sexe.

2) Combien de personnes ayant sollicité un statut palliatif sont-elles entre-temps décédées ? Quelle est la durée moyenne entre la demande du premier forfait et le moment du décès ?

3) Comment se fait-il que la ministre ne dispose pas des chiffres relatifs aux personnes qui ont sollicité un statut palliatif et sont ensuite décédées par euthanasie ? Si elle les a reçus entre-temps, je souhaiterais les obtenir à partir de 2006, ventilés par an et par région.

4) À quel endroit le décès des personnes qui avaient sollicité un statut palliatif a-t-il eu lieu (hôpital, maison de repos et de soins, domicile, autre) ?

 

Ik vroeg de minister reeds in mijn schriftelijke vraag 5-4252 van 23 december 2011, die een herindiening was van vraag 5-2745 van 14 juli 2011, naar recente cijfers over het gebruik van het palliatief statuut. Uiteindelijk kon ze mij in november 2012 hierover de cijfers van 2006 tot en met 2011 meedelen. Gezien we nu al in het tweede kwartaal van 2013 zijn, ga ik er van uit dat u ondertussen ook de cijfers van 2012 ter beschikking heeft.

Daarom had ik graag een antwoord op de volgende vragen:

1) Wat is de leeftijdspiramide van het aantal individuen met een palliatief statuut sinds 2011? Graag kreeg ik een opsplitsing per jaar, per gewest en per geslacht.

2) Welk aandeel van de individuen die een palliatief statuut aanvroegen, is inmiddels overleden? Wat is de gemiddelde tijdsduur tussen de toekenning van het eerste forfait en de datum van overlijden?

3) Hoe komt het dat de minister niet over cijfers beschikt van de individuen die een palliatief statuut aanvroegen en vervolgens overleden zijn met behulp van euthanasie? Indien ze ondertussen wel over deze cijfers beschikt kreeg ik deze graag vanaf 2006 en opgesplitst per jaar en per gewest.

4) Waar was de plaats van het overlijden (ziekenhuis, rust- en verzorgingstehuizen, thuis, andere) bij de individuen die een palliatief statuut aanvroegen?

 
Réponse reçue le 17 janvier 2014 : Antwoord ontvangen op 17 januari 2014 :

En annexe 1, vous trouverez la répartition du nombre de remboursements de forfaits palliatifs, subdivisé par sexe, par région et par classe d’âge de cinq ans. Cette répartition est présentée pour les années 2006 à 2012.

Le nombre de forfaits a évolué de 17 517 en 2006 à 22 638 en 2012, ce qui représente une augmentation de 29,23 % sur sept ans.

Le nombre de forfaits palliatifs concerne tant des premières demandes que des deuxièmes demandes; le nombre de patients est égal au nombre de premières demandes.

Le nombre de premières demandes s’élève environ à 70 % du nombre de demandes.

Le nombre de patients pour les années 2006 à 2012 est repris dans le tableau ci-dessous.

Sur sept ans, le nombre de forfaits a augmenté de 29,23 %, le nombre de patients a quant à lui augmenté de 26,51 %.

La subdivision du nombre de premières demandes ou du nombre de patients selon le tableau repris dans l’annexe 1 n’est pas disponible.

Le taux de mortalité ou la durée moyenne entre la demande de forfait palliatif et le moment du décès est disponible depuis 2008 et est présenté en annexe 2.

On constate une légère diminution de 2008 à 2012. La subdivision par région n’est pas disponible.

Les données relatives aux décès par euthanasie ou en fonction du lieu du décès ne sont pas disponibles.

Dans l’annexe 3, vous trouverez une remarque générale concernant la signification et la portée des données régionales qui vous sont communiquées.

« Les données demandées par l'honorable membre lui ont été transmises directement. Étant donné leur nature, elles ne sont pas publiées, mais elles peuvent être consultées au greffe du Sénat. »

In bijlage 1 vindt u de verdeling van het aantal palliatieve forfaitaire vergoedingen, uitgesplitst per geslacht, per regio en per leeftijdsklasse van 5 jaar. Deze opdeling is voorgesteld van 2006 tot 2012.

Het aantal forfaits evolueerde van 17.517 in 2006 naar 22.638 in 2012, dit is een toename met 29,23% op 7 jaar tijd.

Het aantal palliatieve forfaits betreft zowel eerste aanvragen als tweede aanvragen; het aantal patiënten is gelijk aan het aantal eerste aanvragen.

Het aantal eerste aanvragen bedraagt ongeveer 70% van het aantal aanvragen.

Het aantal patiënten voor de jaren 2006 tot en met 2012 wordt becijferd in onderstaande tabel.

Het aantal forfaits is op 7 jaar tijd gestegen met 29,23%, het aantal patiënten met 26,51%.

De uitsplitsing van het aantal eerste aanvragen of het aantal patiënten volgens de tabel in bijlage 1 is niet beschikbaar.

De overlijdensgraad of de gemiddelde tijdsduur tussen de aanvraag van het palliatief forfait en het tijdstip van overlijden is beschikbaar sedert 2008 en wordt voorgesteld in bijlage 2.

Er is een lichte daling van 2008 tot 2012. De uitsplitsing per gewest is niet beschikbaar.

Gegevens over de overlijdens met behulp van euthanasie of in functie van de plaats van overlijden zijn niet beschikbaar.

In bijlage 3 wordt een algemene opmerking opgenomen betreffende de betekenis en de draagwijdte van de hier meegedeelde regionale gegevens.

De door het geachte lid gevraagde gegevens werden haar rechtstreeks meegedeeld. Gelet op de aard ervan worden zij niet gepubliceerd, maar liggen zij ter inzage bij de griffie van de Senaat.”