SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2010-2011 Zitting 2010-2011
________________
27 janvier 2011 27 januari 2011
________________
Question écrite n° 5-886 Schriftelijke vraag nr. 5-886

de Bert Anciaux (sp.a)
van Bert Anciaux (sp.a)

au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères et des Réformes institutionnelles
aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen
________________
Corps diplomatique - Soutien Diplomatiek Corps - Ondersteuning 
________________
représentation diplomatique
politique extérieure
publication en série
association
profession diplomatique
diplomatieke vertegenwoordiging
buitenlands beleid
tijdschrift
vereniging
personeel in diplomatieke dienst
________ ________
27/1/2011Verzending vraag
7/12/2011Dossier gesloten
27/1/2011Verzending vraag
7/12/2011Dossier gesloten
________ ________
Réintroduite comme : question écrite 5-4593 Réintroduite comme : question écrite 5-4593
________ ________
Question n° 5-886 du 27 janvier 2011 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-886 d.d. 27 januari 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Le Corps diplomatique travaille traditionnellement dans une solidarité réciproque solide, un véritable esprit de corps. La compétence et le dynamisme de ce corps déterminent dans une large mesure le succès de nos relations extérieures. Même après la mise à la retraite, les diplomates gardent souvent des liens avec les services des Affaires étrangères, entre autres par le biais de périodiques, clubs ou associations et manifestations ou événements spécifiques.

J'aimerais obtenir une réponse aux questions suivantes :

1) Le ministre peut-il communiquer quels périodiques sont soutenus par les services des Affaires étrangères dans notre pays et à l'étranger ? Quel coût ce soutien a-t-il entraîné en 2007, 2008, 2009 et 2010 ? Quel est le montant par périodique et par an ?

2) Qui gère ces périodiques et qui sont les membres des rédactions ? Comment ces rédactions sont-elles composées ? Dans quelles langues ces périodiques paraissent-ils ?

3) Les Affaires étrangères soutiennent-elles également des associations en Belgique et à l'étranger ? Dans l'affirmative, quels sont les coûts annuels de ce soutien pour la période de 2007 à 2010, et ce par association ? Quelle est la langue véhiculaire de ces associations ou clubs ? Ont-ils un périodique, et dans quelle langue paraît-il ?

4) Les anciens diplomates disposent-ils encore de certains droits à l'égard des services des Affaires étrangères ? Voyagent-ils encore avec des passeports diplomatiques ? Dans l'affirmative, qui sont-ils et quelles sont les conditions ? Perçoivent-ils encore des indemnités ? Dans l'affirmative, quelles sont-elles, quel en est le montant, à qui sont-elles attribuées et pour quelles prestations ?

5) Une aide est-elle octroyée à certains événements comme des journées de rencontre, des journées d'étude, des voyages, des réunions, etc. ? Dans l'affirmative, quel a été le coût par événement et par année de 2007 à 2010 ?

6) Une aide est-elle octroyée au Corps diplomatique belge pour des rencontres ? Dans l'affirmative, quels ont été les coûts, par événement et par année, de 2007 à 2010 ?

7) Une aide est-elle octroyée au Corps diplomatique étranger pour des rencontres en Belgique ? Dans l'affirmative, quels ont été les coûts, par événement et par année, de 2007 à 2010 ?

 

Het Diplomatiek Corps werkt traditioneel in hechte onderlinge verbondenheid, een werkelijke esprit de corps. De bekwaamheid en de slagkracht van dit Corps bepalen in grote mate het succes van onze buitenlandse betrekkingen. Ook na pensionering blijven diplomaten vaak verbonden met de diensten van Buitenlandse Zaken, onder andere via tijdschriften, clubs of verenigingen en specifieke manifestaties of evenementen.

Hierover de volgende vragen:

1) Kan de geachte minister meedelen welke tijdschriften er worden ondersteund door de diensten van Buitenlandse Zaken in binnen- en buitenland? Zo ja, welke kosten bracht deze ondersteuning met zich mee in 2007, 2008, 2009 en 2010? Wat betekende dat per tijdschrift en per jaar?

2) Wie beheert deze tijdschriften en wie zijn de redactieleden? Hoe worden deze redacties samengesteld? In welke talen verschijnen deze tijdschriften?

3) Ondersteunt Buitenlandse Zaken ook verenigingen in binnen- en buitenland? Zo ja, welke jaarlijkse kosten zijn hieraan verbonden, voor de periode 2007 tot en met 2010 en dit per vereniging? Met welke voertaal werken deze verenigingen of clubs? Hebben ze een tijdschrift en in welke taal verschijnt dat?

4) Beschikken gewezen diplomaten nog over bepaalde rechten die gelden tegenover de diensten van Buitenlandse Zaken? Reizen ze nog met diplomatieke paspoorten? Zo ja, wie en onder welke voorwaarden? Krijgen ze nog vergoedingen? Zo ja welke, hoe groot en aan wie worden die toegekend voor welke prestaties?

5) Bestaat er ondersteuning voor bepaalde evenementen zoals ontmoetingsdagen, studiedagen, reizen, bijeenkomsten, enz.? Zo ja, voor welke kostprijs per evenement en per jaar sinds 2007 tot en met 2010?

6) Bestaat er ondersteuning voor ontmoetingsmomenten voor het Belgisch Diplomatiek Corps? Zo ja, hoeveel kosten brengen deze met zich mee, per evenement en per jaar van 2007 tot en met 2010?

7) Bestaat er ondersteuning voor ontmoetingsmomenten voor het buitenlands Diplomatiek Corps in België? Zo ja, hoeveel kosten brengen deze met zich mee, per evenement en per jaar van 2007 tot en met 2010?