SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2010-2011 Zitting 2010-2011
________________
27 janvier 2011 27 januari 2011
________________
Question écrite n° 5-881 Schriftelijke vraag nr. 5-881

de Bert Anciaux (sp.a)

van Bert Anciaux (sp.a)

au ministre de la Justice

aan de minister van Justitie
________________
Interrogatoires de police - Présence d'avocats Politieverhoren - Aanwezigheid van advocaten 
________________
enquête judiciaire
police judiciaire
avocat
aide judiciaire
convention européenne des droits de l'homme
droits de la défense
procédure pénale
gerechtelijk onderzoek
gerechtelijke politie
advocaat
rechtsbijstand
Europees Verdrag voor de rechten van de mens
rechten van de verdediging
strafprocedure
________ ________
27/1/2011Verzending vraag
9/6/2011Antwoord
27/1/2011Verzending vraag
9/6/2011Antwoord
________ ________
Question n° 5-881 du 27 janvier 2011 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-881 d.d. 27 januari 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

La Cour européenne des droits de l'homme de Strasbourg a déjà indiqué à plusieurs reprises et dans divers arrêts que tout le monde a droit à l'assistance d'un avocat lors de chaque interrogatoire mené tant par la police que par le juge d'instruction.

Ce droit n'est toujours pas respecté dans notre pays. Les arrêts restent sans application. Le Collège des procureurs généraux s'opposerait à ce droit à l'assistance. Le barreau de Bruxelles a pris lui-même une initiative à ce sujet. Le président du tribunal de première instance s'est déclaré d'accord pour que les suspects soient assistés par un avocat lorsqu'ils sont interrogés par le juge d'instruction. Le suspect doit en faire la demande explicite. Cela semble être la condition. Toutefois, ce droit ne vaut pas pour les interrogatoires de police parce que le procureur général s'y oppose.

En agissant ainsi, le procureur général se met hors la loi. La Convention européenne des droits de l'homme est hiérarchiquement supérieure à la loi belge. Le ministre, en tant qu'autorité de tutelle, continue manifestement à manquer à ses devoirs en n'exigeant pas l'application de la convention, y compris par les procureurs généraux. Il tolère ainsi une situation illégale, et c'est pourquoi il est d'emblée aussi responsable.

Quelles initiatives concrètes le ministre a-t-il prises pour mettre un terme à cette situation illégale ? Le ministre et le Collège des procureurs généraux sont-ils conscients du fait que, par leur attitude, ils peuvent entraîner l'impunité dans des dossiers pénaux importants ? Comment le ministre peut-il expliquer et défendre que notre pays refuse toujours d'appliquer la Convention européenne des droits de l'homme ? L'argument des affaires courantes peut en l'occurrence difficilement être utilisé parce que ce gouvernement en affaires courantes vient de faire adopter au parlement un vaste projet de loi portant des dispositions diverses. Qu'attend le ministre ? Envisage-t-il encore des initiatives concrètes, par exemple indiquer aux citoyens leurs droits à ce sujet ?

 

Het Europees Hof voor de rechten van de mens in Straatsburg stelde reeds herhaaldelijk en in verschillende arresten, dat iedereen en bij elk verhoor zowel door politie als door de onderzoeksrechter, beschikt over het recht op bijstand van een advocaat.

Dit recht wordt in ons land nog steeds niet gerespecteerd, de arresten blijven zonder toepassing. Het College van procureurs-generaal zou zich tegen dit recht op bijstand verzetten. De Balie van Brussel nam hieromtrent zelf een initiatief. De Voorzitter van de Rechtbank van eerste aanleg verklaarde zich akkoord om verdachten te laten bijstaan door een advocaat wanneer ze door de onderzoeksrechter worden ondervraagd. De verdachte moet hier expliciet om verzoeken, dat lijkt de voorwaarde. Dit recht geld echter niet de politieverhoren, wegens een verzet van de procureur-generaal.

Daarmee stelt de procureur-generaal zich buiten de wet. Het Europees Verdrag van de rechten van de mens staat hiërarchisch boven de Belgische wet. De geachte minister, als voogdijoverste, blijft manifest in gebreken door niet te eisen, ook van de procureurs-generaal, dit verdrag toe te passen. Daarmee tolereert hij een illegale toestand en wordt daar meteen ook aansprakelijk voor.

Welke concrete initiatieven nam de geachte minister om aan deze illegale toestand te stoppen? Zijn hij en met hem het College van procureurs-generaal zich bewust van het feit dat ze door hun houding straffeloosheid kunnen veroorzaken in belangrijke strafdossiers? Hoe kan hij verklaren en verdedigen dat dit land nog steeds weigert om het Europees Verdrag van de rechten van de mens toe te passen? Het argument van " lopende zaken " kan hier moeilijk worden toegepast, omdat deze regering in lopende zaken nog maar net een uitgebreid wetsontwerp houdende diverse bepalingen liet goedkeuren in het Parlement. Waarop wacht hij? Plant hij nog concrete initiatieven, bijvoorbeeld om de burgers te wijzen op hun rechten hieromtrent?

 
Réponse reçue le 9 juin 2011 : Antwoord ontvangen op 9 juni 2011 :

Je renvoie l'honorable sénateur à la proposition de loi 5-663/1 modifiant la loi du 20 juillet 1990 relative à la détention préventive et le Code d'Instruction criminelle, afin de conférer des droits à toute personne auditionnée et à toute personne privée de liberté dont le droit de consulter et d'être assistée par un avocat. Cette proposition de loi a été déposée le 26 janvier par 6 sénateurs issus de 6 fractions politiques différentes.

Elle prévoit notamment une réglementation sur la communication d'informations concernant les droits des personnes entendues, un droit de consultation d'un avocat préalablement à l'audition pour certaines catégories de personnes, un droit à l'assistance d'un avocat pour certaines catégories de personnes entendues ainsi que le droit pour les personnes privées de leur liberté d'avertir une personne de confiance.

Les débats parlementaires sont en cours et la proposition de loi devra suivre la procédure parlementaire habituelle. Je soutiens pleinement cette initiative parlementaire et j'espère vraiment que ce dossier pourra être voté le plus rapidement possible.

Ik verwijs de geachte senator naar het wetsvoorstel 5-663/1 tot wijziging van de wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis en van het Wetboek van strafvordering, om aan elkeen die wordt verhoord en aan elkeen die van zijn vrijheid wordt beroofd rechten te verlenen, waaronder het recht om een advocaat te raadplegen en door hem te worden bijgestaan. Dit wetsvoorstel werd op 26 januari ingediend door 6 senatoren van 6 verschillende politieke fracties.

Dit wetsvoorstel voorziet onder meer in een regeling inzake de mededeling van informatie betreffende de rechten van personen die worden verhoord, een aan het verhoor voorafgaand consultatierecht van een advocaat voor een aantal categorieën van personen, een recht op bijstand van een advocaat voor een aantal categorieën van personen die worden verhoord en het recht om een vertrouwenspersoon te verwittigen voor personen wiens vrijheid is ontnomen.

De parlementaire besprekingen zijn volop bezig en het wetsvoorstel zal de gebruikelijke parlementaire procedure moeten doorlopen. Ik steun dit parlementair initiatief ten volle en hoop dan ook ten stelligste dat dit dossier zo snel als mogelijk kan worden goedgekeurd.