SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2012-2013 Zitting 2012-2013
________________
20 mars 2013 20 maart 2013
________________
Question écrite n° 5-8559 Schriftelijke vraag nr. 5-8559

de Yoeri Vastersavendts (Open Vld)

van Yoeri Vastersavendts (Open Vld)

au secrétaire d'État à la Lutte contre la fraude sociale et fiscale, adjoint au premier ministre

aan de staatssecretaris voor de Bestrijding van de sociale en de fiscale fraude, toegevoegd aan de eerste minister
________________
Personnes seules - Arnaques sur sites de rencontre via l'internet - Dépositions - Montants et préjudice total - Institut national anti-fraude Alleenstaanden - Datingfraude via internet - Aangiftes - Bedragen en totaalschade - Nationaal anti-fraude instituut 
________________
personne seule
criminalité informatique
fraude
délit économique
statistique officielle
alleenstaande
computercriminaliteit
fraude
economisch delict
officiële statistiek
________ ________
20/3/2013Verzending vraag
15/4/2013Antwoord
20/3/2013Verzending vraag
15/4/2013Antwoord
________ ________
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8556
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8557
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8558
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8556
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8557
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8558
________ ________
Question n° 5-8559 du 20 mars 2013 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-8559 d.d. 20 maart 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Aux Pays-Bas, au cours de ces douze derniers mois, au moins 40 000 personnes seules ont été victimes d'arnaques sur les sites de rencontre. C'est ce que conclut le FHD, le helpdesk anti-fraude, sur la base des signalements collectés par le bureau des plaintes. Le FHD a été créé voici un an avec le soutien du ministre de la Sécurité et de la Justice. La fraude porte sur un préjudice total de 90 millions d'euros.

Aux Pays-Bas, des dizaines de sites sont consacrés aux rencontres, contre paiement, de célibataires de toutes les tranches d'âge. Au moins deux millions de personnes tentent de trouver un partenaire à l'aide d'internet et 2 % d'entre elles, c'est-à-dire un groupe relativement petit, sont victimes d'escroquerie. Les fraudeurs s'attaquent surtout aux personnes de plus de 50 ans qui sont séparées ou qui ont perdu leur partenaire.

Le FHD connaît des cas individuels de victimes qui ont perdu 400 000 euros au profit des auteurs de fraude sur les sites de rencontre. Un lien est d'abord établi avec une victime potentielle par courriel, texto et téléphone. Ensuite, l'escroc demande, sous un faux prétexte, à son partenaire amoureux virtuel de transférer un montant relativement faible. Cela va toujours plus loin. Une très petite partie des victimes seulement fait une déposition à la police. C'est ce qui ressort de l'enquête du FHD mais aussi de son équivalent britannique, la National Fraud Authority, active depuis des années déjà. La grande majorité des victimes, honteuses, n'osent pas raconter leur histoire. La police ne fait pas grand-chose voire ne fait rien du tout des dépositions parce que les auteurs sont anonymes et opèrent souvent depuis l'étranger.

Voici un an, le ministre Opstelten a créé le FHD avec pour principal objectif de conscientiser davantage les citoyens à la fraude. Depuis février 2011, plus de 14 000 victimes se sont signalées auprès du FHD. C'est le sommet de l'iceberg. D'un point de vue quantitatif, la plupart des fraudes sont commises au moyen d'internet. Le risque de se faire prendre est particulièrement faible et les gains sont très élevés.

À ce sujet, le Prof. de Vries, professeur spécialiste des télécommunications à l'université de Twente, plaide pour la création d'un institut national anti-fraude selon l'exemple anglais. Il s'attend à ce que la société perde chaque année quatre milliards d'euros à cause des escroqueries et des fraudes. De Vries y a également inclus la fraude dans le secteur des soins de santé et de la sécurité sociale.

Le FHD s'est jusqu'à présent principalement concentré sur la fraude sur internet, c'est-à-dire les fraudes relatives aux héritages, aux loteries, aux placements, aux banques, aux noms de domaines, à l'identité et aux magasins en ligne.

J'aurais aimé obtenir une réponse aux questions suivantes.

1) Combien de dépositions à la suite d'une fraude sur un site de rencontre ont-elles été faites chaque année dans notre pays en 2010, 2011 et 2012? Est-il question d'une augmentation et, si oui, le ministre peut-il la commenter?

2) Quel est environ le montant moyen de chaque fraude sur un site de rencontre?

3) Combien d'auteurs d'arnaques sur les sites de rencontre se sont-ils fait prendre respectivement en 2010, 2011 et 2012? Ce nombre peut-il être commenté? D'où les fraudeurs opèrent-ils? Le ministre est-il disposé à s'adresser directement à ces pays? Peut-il apporter des explications détaillées?

4) Le ministre est-il au courant du succès du FHD et envisage-t-il une initiative semblable?

5) Quelles sont les différences et les points communs entre le FHD et la Federal Computer Crime Unit?

6) Le préjudice annuel engendré par la fraude sur les sites de rencontre s'élève aux Pays-Bas à 90 millions d'euros. Quel est le préjudice total de cette même fraude dans notre pays? Le ministre peut-il commenter ce chiffre?

7) Que pense le ministre de la proposition visant à créer un institut national anti-fraude à l'instar notamment du Royaume-Uni? Peut-il parcourir de manière détaillée les avantages et les inconvénients éventuels et indiquer s'il envisage la création d'un tel institut vu le préjudice engendré par la fraude sur internet?

8) Quel est le montant annuel estimé du préjudice pour notre économie engendré par la fraude sur internet, telle que celle relative aux héritages, aux loteries, aux placements, aux banques, aux noms de domaines, à l'identité et aux magasins en ligne? Le ministre peut-il commenter ce nombre et le comparer avec celui de nos pays voisins?

 

In Nederland zijn de afgelopen twaalf maanden zeker 40 000 alleenstaanden het slachtoffer geworden van datingfraude. Dat concludeert de Fraudehelpdesk (FHD) op basis van de meldingen die het klachtenbureau heeft verzameld. De FHD is een jaar geleden opgericht met steun van de Minister van van Veiligheid en Justitie. Met de fraude is een totaal schadebedrag van 90 miljoen euro gemoeid.

In Nederland zijn tientallen websites actief die zich richten op het tegen betaling aan elkaar koppelen van singles uit alle leeftijdsgroepen. Het gaat om minimaal twee miljoen mensen die via internet aan een partner proberen te komen. Een relatief kleine groep van 2 procent wordt het slachtoffer van oplichting. De fraudeurs richten zich vooral op 50-plussers die gescheiden zijn of hun partner hebben verloren.

Bij de FHD zijn individuele slachtoffergevallen bekend die 400 000 euro zijn kwijtgeraakt aan datingfraudeurs. Via e-mail, sms en telefoon wordt eerst een band met een potentieel slachtoffer opgebouwd. Vervolgens vraagt de oplichter zijn virtueel verliefde datingpartner met een smoes een relatief klein bedrag over te maken. Dit gaat steeds verder. Slechts een zeer klein deel van de slachtoffers doet aangifte bij de politie. Dat blijkt uit onderzoek van de FHD, maar ook van haar Britse zusterorganisatie de National Fraud Authority, die al jarenlang actief is. Verreweg de meeste slachtoffers durven uit schaamte niet met hun verhaal naar buiten te treden. De politie doet weinig tot niets met de aangiften omdat de daders anoniem zijn en vaak vanuit het buitenland opereren.

Minister Opstelten heeft de FHD een jaar geleden opgericht met als belangrijkste doel om het "fraudebewustzijn" bij de burger te verhogen. Sinds februari 2011 hebben ruim 14 000 slachtoffers van fraude de helpdesk weten te vinden. Dat is het topje van de ijsberg. Kwantitatief vindt de meeste fraude plaats via het internet. De pakkans is bijzonder klein en de verdiensten zijn zeer hoog.

In dit verband pleit professor de Vries, hoogleraar Toekomststudies aan de TU Twente voor de oprichting van een nationaal anti-fraude instituut naar Brits voorbeeld. Hij verwacht dat dit de maatschappij 4 miljard euro op jaarbasis scheelt aan schade door oplichting en fraude. De Vries heeft hierbij ook fraude in de zorgsector en de sociale zekerheid betrokken.

De FHD richt zich tot nu toe vooral op internetfraude, zoals erfenis-, loterij-, beleggings-, bank-, domeinnaam-, identiteits- en webwinkelfraude.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Hoeveel aangiftes werden er in ons land gedaan op jaarbasis voor respectievelijk 2010, 2011 en 2012 van datingfraude ? Is er sprake van een toename en zo ja, kan de minister dit toelichten?

2) Hoeveel bedraagt grosso modo het gemiddelde bedrag van de oplichting rond datingfraude?

3) Hoeveel daders van deze datingfraude liepen respectievelijk in 2010, 2011 en 2012 tegen de lamp en kan dit cijfer worden toegelicht? Van waaruit opereren de fraudeurs en is de minister bereid deze landen rechtstreeks aan te spreken? Kan hij uitvoerig toelichten naar inhoud toe?

4) Is de minister vertrouwd met het succes van de Fraudehelpdesk (FHD) en overweegt hij een gelijkaardig initiatief?

5) Wat zijn de verschillen en de raakpunten wat betreft enerzijds de fraudehelpdesk en anderzijds de Federal Computer Crime Unit?

6) De schade met datingfraude bedraagt in Nederland op jaarbasis 90 miljoen euro. Hoeveel bedraagt de totaalschade in ons land wat datingfraude betreft? Kan de minister dit cijfer duiden?

7) Wat vindt de minister van het voorstel om een nationaal anti-fraude instituut op te richten naar het voorbeeld van onder meer het Verenigd Koninkrijk? Kan hij de voordelen en de eventuele nadelen gedetailleerd overlopen en aangeven of hij de oprichting van een gelijkaardig instituut overweegt gezien de schade die internetfraude veroorzaakt?

8) Hoeveel bedraagt de geschatte schade voor onze economie op jaarbasis van de internetfraude, zoals erfenis-, loterij-, beleggings-, bank-, domeinnaam-, identiteits- en webwinkelfraude? Kan de minister dit cijfer duiden en vergelijken met onze buurlanden?

 
Réponse reçue le 15 avril 2013 : Antwoord ontvangen op 15 april 2013 :

J’invite l’honorable membre à poser sa question à mes collègues, le ministre Vande Lanotte et la ministre Turtelboom qui sont en charge de cette matière.

Ik nodig het geachte lid uit deze vraag te stellen aan mijn collega’s, minister Vande Lanotte en minister Turtelboom die bevoegd zijn voor deze materie.